Achtergrond: Wat voor straffen mag de voorzitter van het EP opleggen? - Hoofdinhoud
DEN HAAG (PDC i) - Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement, heeft donderdag een sanctieprocedure gestart tegen de Bulgaarse Europarlementariër Angel Dzhambazki. Dzhambazki stak woensdagavond de gestrekte rechterarm omhoog bij het verlaten van de plenaire vergaderzaal in Straatsburg. Hij had er een verhit debat gevoerd over sancties tegen Polen en Hongarije om het uithollen van de rechtsstaat en botste met collega's en de waarnemend voorzitter.
Een eventuele straf die Dzhambazki hiervoor kan krijgen zal waarschijnlijk tijdens de plenaire vergadering in maart bekend worden gemaakt. Maar wat zijn de bevoegdheden en de mogelijkheden van de voorzitter van het Europees Parlement betreft het opleggen van sancties aan leden?
Op grond van artikel 232 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft het Europees Parlement een Reglement vastgesteld. Dit Reglement bevat alle regels voor de interne organisatie en werking van het Parlement.
Artikel 10 van dit Reglement betreft de gedragsregels in het Europees Parlement. Hierin staat dat de leden de orde in de vergaderzaal niet mogen verstoren en zich moeten onthouden van ongepast gedrag. Tijdens parlementaire debatten in de vergaderzaal onthouden de leden zich van beledigend taalgebruik.
Wanneer leden zich niet aan deze gedragsregels houden kan de voorzitter het lid tot de orde roepen en het woord ontnemen. In uitzonderlijke gevallen kan de voorzitter het betrokken lid ook onmiddellijk de toegang tot de vergaderzaal ontzeggen voor de resterende duur van de vergadering, zonder het lid nogmaals tot de orde te roepen.
In ernstige gevallen van schending van de gedragsregels kan de voorzitter volgens artikel 176 van het Reglement van het Europees Parlement het betrokken lid ook een passende sanctie opleggen. Dit besluit kan alleen genomen worden door de voorzitter nadat de toepasselijke interne administratieve procedure inzake intimidatie en de preventie ervan is vastgesteld.
Het besluit tot oplegging van de sanctie wordt bij aangetekende brief meegedeeld aan het betrokken lid en kan uit een of meer van de volgende maatregelen bestaan:
-
1.een berisping;
-
2.het verlies van het recht op de verblijfsvergoeding voor een duur van twee tot dertig dagen;
-
3.onverminderd de uitoefening van het stemrecht ter plenaire vergadering, en in dit geval onder voorbehoud van strikte naleving van de gedragsregels, tijdelijke uitsluiting van deelname aan alle of een deel van de werkzaamheden van het Parlement gedurende een periode van twee tot dertig vergaderdagen van het Parlement of een van zijn organen, commissies of delegaties;
-
4.een voor maximaal een jaar geldend verbod voor het lid om het Parlement te vertegenwoordigen in een interparlementaire delegatie, een interparlementaire conferentie of een interparlementair forum.
-
5.in geval van een schending van de vertrouwelijkheid, een voor maximaal een jaar geldende beperking van het recht van toegang tot vertrouwelijke of gerubriceerde informatie.
Nadat het besluit tot een sanctie aan het betrokken lid is meegedeeld, worden alle aan het lid opgelegde sancties door de voorzitter meegedeeld in de plenaire vergadering en wordt deze gepubliceerd op de website van het Europees Parlement gedurende de resterende zittingsperiode.
Bron: Europees Parlement