Brief regering; Appreciatie van het amendement Bergkamp c.s. over financiële middelen voor de uitbreiding van DAO - Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 6 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 IIA - Vaststelling begroting Staten-Generaal 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2022; Brief regering; Appreciatie van het amendement van het lid Bergkamp c.s. over financiële middelen voor de uitbreiding van DAO |
---|---|
Documentdatum | 03-12-2021 |
Publicatiedatum | 06-12-2021 |
Nummer | KST35925IIA6 |
Kenmerk | 35925 IIA, nr. 6 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2022
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 december 2021
De Tweede Kamer heeft op 24 november jl. een amendement ingediend op de begroting van de Staten-Generaal ten behoeve van de versterking van de Dienst Analyse en Onderzoek (Kamerstuk 35 925 IIA, nr. 5).
De begroting van de Tweede Kamer, evenals die van andere Hoge Colleges van Staat, valt onder beheersmatige verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dat maakt dat ik dit amendement dien te voorzien van een appreciatie. Middels deze brief wil ik aan uw Kamer kenbaar maken dat ik het oordeel aan de Kamer laat voor wat betreft dit amendement.
Ik snap de onderbouwing van het amendement en onderken ook de bijzondere positie die de Tweede Kamer in ons staatsrechtelijk bestel heeft en dat zij voor de daartoe behorende werkzaamheden adequaat uitgerust dient te zijn. Het late tijdstip van indiening, de voorgestelde dekking van het amendement en de inhoud van het voorstel noodzaakt wel tot het verzoek om voor toekomstige opgaven het integrale besluitvormingsmoment, de voorjaarsnota, te benutten. In de toelichting wordt immers melding gemaakt van «een eerste stap» en het is onzer beide verantwoordelijkheid om dekking te bezien binnen uw begroting danwel binnen de kaders van de Rijksbegroting.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
kst-35925-IIA-6 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 IIA, nr. 6