Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA)

Deze vaste Tweede Kamercommissie houdt zich bezig met constitutionele zaken, binnenlands bestuur, overheidspersoneelsbeleid, het koninklijk huis en zaken betreffende het ministerie van Algemene Zaken i.

Meer in het bijzonder gaat het daarbij om

  • Kieswet, partijfinanciering, verkiezingen
  • de bestuurlijke indeling (Rijk i, provincies, gemeenten), financiën lagere overheden, grotestedenbeleid, herindelingen
  • Huis voor de Klokkenluiders
  • politie, brandweer en rampenbestrijding
  • arbeidsmarktbeleid, arbeidsvoorwaarden en pensioenen voor overheidspersoneel en politieke ambtsdragers, de Algemene bestuursdienst en Bureau Internationale ambtenaren
  • verzelfstandigingen
  • regeldruk burgers'
  • paspoort, privacy, basisregistratie, identiteit
  • AIVD
  • overheidsvoorlichting (Rijksvoorlichtingsdienst)
  • wonen en bouwen
  • ruimtelijke ordening, Omgevingswet
  • Rijksdienst

Tevens bereidt de commissie de plenaire behandeling voor van de jaarlijkse begroting van Algemene Zaken en wetsvoorstellen behorende bij dit ministerie.

Griffier is dhr. G. Honsbeek.

1.

Dossiers (doorlopende dossiers en beleidsdossiers)

2020-03-26 35420 - Noodpakket banen en economie  
2019-11-13 35334 - Problematiek rondom stikstof en PFAS  
2019-03-18 35165 - Verkiezingen  

2.

Dossiers (wetsvoorstellen, excl. begrotingen)

2024-06-07 36571 - Wet aanscherping strafbaarstelling ronselen  
2024-05-23 36558 - Wet digitaal vergaderen decentrale overheden i  
2024-05-13 36554 - Epidemieafdeling Kieswet  

3.

Dossiers (begrotingen)

2024-05-15 36560 B - Jaarverslag en slotwet Gemeentefonds 2023 2e
2024-05-15 36560 C - Jaarverslag en slotwet Provinciefonds 2023 2e
2024-05-15 36560 I - Jaarverslag en slotwet van de Koning 2023  

4.

Dossiers (overige)

2023-05-24 36325 - Jaarverslag van de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman over 2022  
2023-03-22 36328 - Raming Tweede Kamer 2024  
2022-06-27 36149 - Initiatiefnota “Voorstellen ter versterking van de onafhankelijkheid van rijksinspectie”