Staat van de Europese Unie 2022
Op 20 september 2022 heeft minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra1 de Tweede Kamer een actualisatie van de Staat van de Europese Unie 2022 aangeboden in een Kamerbrief. Eerder presenteerde hij op 28 april 2022 een voorgaande versie waarin werd teruggeblikt op de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Unie en een visie werd gepresenteerd over de Europese Agenda van het komende jaar. Al op 21 november 2021 presenteerde minister Ben Knapen2 de kabinetsappreciatie van het werkprogramma van de Europese Commissie voor 2022, een voorloper op de uitgebreidere Staat van de Europese Unie.
Het werkprogramma van de Commissie is opgedeeld in 36 beleidsdoelstellingen, samengevoegd in 6 kernprioriteiten. Het kabinet is over het algemeen positief over de plannen van de Commissie. De plannen sluiten voor een groot deel aan bij de prioriteiten van het kabinet. Ook sluiten de plannen goed aan bij de strategische agenda 2019-2024.
Opvallend is de nadruk op een leidende rol voor Nederland, die Hoekstra omschrijft als 'niet alleen passend, maar ook nodig.' Daarnaast komt de oorlog in Oekraïne ruim aan bod. Verder wordt op verschillende plekken in het document ingegaan op de burgerconsultaties die uitgevoerd zijn in het kader van de Conferentie over de Toekomst van Europa3 en waarvan de resultaten verwerkt zijn. In de actualisatie komt ook de jaarlijkse State of the Union4 - de speech van Commissievoorzitter Von der Leyen - aan bod. Het kabinet deelt de analyse van Von der Leyen dat Europa zich op een belangrijk punt bevindt door de verschillende crises die tot veel onzekerheid leiden bij Europese burgers. Daarnaast onderstreept het kabinet het belang van eenheid binnen de EU ten aanzien van Oekraïne en de andere uitdagingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.
Inhoudsopgave
Het kabinet is vooral positief gestemd over de Green Deal en het streeft dan ook naar een ambitieuze klimaatinzet van Nederland in de EU. Het kabinet stelt zich tot doel om koploper in Europa te zijn bij het tegengaan van de opwarming van de aarde. De EU moet volgens het kabinet haar ambities aanwenden voor mondiaal leiderschap. Verder ziet het kabinet een belangrijke rol voor innovaties en ontwikkelingen op het gebied van digitalisering bij het bereiken van de klimaatdoelstellingen, en het kabinet blijft zich hier in Brussel hard voor maken.
Het Fit-for-55 pakket bestaat uit een groot aantal verschillende voorstellen voor (de herziening van) EU-wetgeving. Het kabinet ziet vooral het emissiehandelssysteem (ETS) als één van de belangrijkste instrumenten om de uitstoot in de EU terug te dringen, en verwelkomt uitbreiding en aanscherping van emissiehandel5. Ook steunt het kabinet het voorstel voor een koolstofheffing aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism, CBAM). Wel is het kabinet terughoudend over de ophoging van fondsen zoals het Modernisatiefonds en de oprichting van nieuwe fondsen zoals het Sociaal Klimaatfonds. Het kabinet blijft erop aandringen dat de trilogen, die onder Tsjechisch voorzitterschap zijn gestart en voortgezet worden, zo snel mogelijk en met behoud van ambitieniveau worden afgerond, zodat het wetgevingspakket zo snel mogelijk kan worden geïmplementeerd.
De Russische inval in Oekraïne heeft grote gevolgen voor de Europese energiemarkt. Het heeft geleid tot een forse stijging van de energieprijzen in Europa en heeft laten zien in welke mate Nederland en Europa afhankelijk zijn van Russische fossiele brandstoffen. Het kabinet erkent de ernst van de situatie van de hoge energieprijzen en heeft hierbij in het bijzonder aandacht voor kwetsbare huishoudens.
Het kabinet zet in op een duurzaam voedselsysteem op nationaal en Europees niveau, wat aansluit bij de Europese 'Van boer-tot-bord'-strategie. Maar in de kabinetsappreciatie uit november 2021 merkte het kabinet op dat er geen lange termijnvisie voor het platteland is uitgewerkt. Dit punt ontbreekt in de uitgebreidere Staat van de Unie 2022.
Over het algemeen is het kabinet te spreken over de ambitieuze digitaliseringsagenda van de EU. De digitale transformatie van de EU biedt volgens het kabinet grote kansen voor de Nederlandse samenleving en economie. Op dit gebied ziet het kabinet een rol voor Nederland om het voortouw te nemen in de EU en in te zetten op versterking van de samenwerking tussen lidstaten. Tegelijkertijd leidt de toegenomen afhankelijkheid van digitale infrastructuur en data volgens het kabinet tot ongewenste afhankelijkheden van derde landen en grote techbedrijven.
Het kabinet pleit daarom voor een sterke Europese digitale markt, hoogstaande digitale infrastructuur, ambitieuze (Europese) samenwerking in technologische innovatie en investeringen in sleuteltechnologieën zoals halfgeleiders. Ook ondersteunt het kabinet de inzet op digitale weerbaarheid van de overheid, burgers en het bedrijfsleven. De weerbaarheid van de digitale samenleving en cyberveiligheid verdient volgens het kabinet meer aandacht binnen de EU.
Het kabinet verwelkomt de Chips Act van de Commissie, die een leidende positie van de Europese halfgeleiderindustrie moet veiligstellen. Om de concurrentiepositie van bedrijven en de privacy van burgers te verbeteren zet het kabinet zich er binnen de EU voor in om de marktmacht en datamacht van grote tech- en platform-bedrijven aan te pakken. Het kabinet verwelkomt daarom de voorstellen voor een Digital Services Act (DSA) en Digital Markets Act (DMA). De DSA bevat wetgeving voor de regulering van digitale diensten zoals online platforms. Nederland zet zich hierbij in voor het verdiepen van de interne markt voor digitale diensten en consumentenbescherming. Ook steunt het kabinet het initiatief van de Commissie om digitale basisvaardigheden van de EU te verbeteren.
Het kabinet wil de economische weerbaarheid van de EU versterken. Daarom is het belangrijk de interne markt6 te verstevigen, innovatiekracht te stimuleren en ondernemers tegen oneerlijke concurrentie te beschermen. Volgens het kabinet moet de EU afhankelijkheden van cruciale producten verminderen om de strategische autonomie van de EU te vergroten. Het kabinet ondersteunt daarom het initiatief voor een Europese industriestrategie. De Nederlandse inzet om de interne markt te versterken en de groene en digitale transities te versnellen staan volgens het kabinet centraal in deze strategie. Ook ondersteunt het kabinet de strategie voor standaarden van producten en diensten van de Commissie, die Europese standaarden mondiaal leidend moet maken.
Wel is het volgens het kabinet van belang dat openheid en internationale samenwerking het uitgangspunt blijven. Eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld op de interne markt moeten gewaarborgd worden. Daarom zet het kabinet zich in voor een effectieve verordening over buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren. Crisissteunkaders, zoals voor COVID-19, moeten niet leiden tot een 'subsidierace' tussen lidstaten. Ook acht het kabinet de herziening van het mededingingsinstrumentarium in 2022 van belang. Objectief en onafhankelijk toezicht moet behouden blijven.
In juli 2022 diende het kabinet zijn plan voor het Europees herstelfonds7 in bij de Commissie. Het plan bestaat volgens het kabinet uit ambitieuze hervormingen en investeringen, voornamelijk op het terrein van klimaat en digitalisering. Het plan werd intussen goedgekeurd door de Europese Commissie en de andere lidstaten, waardoor Nederland aanspraak maakt op 4,7 miljard euro uit het coronaherstelfonds. Verder staat het kabinet constructief tegenover de modernisering van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)8 over nationale schulden. Schulden moeten echter houdbaar blijven, en handhaving van de regels is een vereiste. Op 4 april publiceerden Nederland en Spanje een gezamenlijk paper over de begrotingsregels.
Het kabinet ambieert een sterke en slagvaardige EU die een geopolitieke speler moet zijn. Als grootste interne markt van de wereld moet de EU haar markt en regelmacht strategischer inzetten door hogere standaarden te stellen en weerbaarder te worden tegen economische dwang. Ook vindt het kabinet het belangrijk dat de EU krachtig en snel kan reageren op wereldwijde ontwikkelingen. Daarom moeten besluiten binnen het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) vaker met gekwalificeerde meerderheid genomen worden.
Nederland zal zich, met oog op de laatste ontwikkelingen, blijven inzetten voor een gelijker speelveld in Europa en een sterkere Europese industriële en technologische defensiebasis (DTIB), waarin de Nederlandse DTIB ook voldoende ruimte heeft om het nationaal veiligheidsbelang te kunnen blijven waarborgen. Hierbij acht Nederland het van belang dat zo veel mogelijk gezamenlijk met andere EU-lidstaten wordt geïnvesteerd.
Op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) verwelkomt Nederland het Strategisch Kompas9 dat met urgentie uitgevoerd moet worden. Het kabinet ziet de Europese Vredesfaciliteit (EPF) als een belangrijk financieringsinstrument voor zowel eigen militaire missies als voor steun aan derde landen zoals Oekraïne. De crisis in Oekraïne laat ook zien dat versterking van de relatie tussen de EU en de NAVO10 van groot belang is.
Volgens het kabinet blijkt uit burgerconsultaties van de Conferentie van de Toekomst van Europa dat Nederlanders waarde hechten aan samenwerking met landen buiten Europa. Dit geldt zowel voor het gebied van veiligheid als voor handel. Het kabinet pleit voor intensievere samenwerking met en ondersteuning van landen op de Westelijke Balkan, binnen het Oostelijk Partnerschap en (Noord-)Afrika waarbij voortgebouwd moet worden op eigen waarden. De EU laat door middel van de Global Gateway zien meer aandacht te hebben voor de consequenties van het eigen handelen en het kabinet hecht waarde aan investeringen in onderwijs en werk voor jongeren. Ook zet het kabinet in op een positief partnerschap tussen de EU en het VK waarbij eenheid in de EU en het naleven van gemaakte afspraken leidende principes zijn.
De aanvragen voor EU-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië werden tijdens de Europese Raad van 23 en 24 juni jongstleden besproken. Het kabinet heeft het advies van de Commissie om bovengenoemde landen perspectief op EU-lidmaatschap te geven overgenomen, conform de inzet in de kabinetsappreciatie van de opinies. De voortgang van ieder land richting de EU zal afhangen van de eigen merites om te voldoen aan de Kopenhagencriteria.
Daarnaast is het kabinet verheugd dat de toetredingsonderhandelingen van Albanië en Noord-Macedonië spoedig kunnen beginnen.
Het kabinet zet zich in voor het vergroten van de pandemische paraatheid en steunt de EU Gezondheidsunie die het mogelijk maakt om sneller te reageren op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen. Naar aanleiding van de COVID-19-crisis wil het kabinet de Europese crisisrespons binnen de Raad verbeteren. Daarnaast blijft het kabinet zich inzetten voor betere toegang tot betaalbare en innovatie geneesmiddelen en levenszekerheid hiervan. Ook vindt het kabinet samenwerking op het gebied van preventie belangrijk.
Ook vindt het kabinet samenwerking bij zware en grensoverschrijdende criminaliteit zoals digitale dreigingen, terrorisme en drugshandel wenselijk. Hiervoor worden hervormingen van agentschappen als Europol11 en Eurojust12 verwelkomd, omdat deze een belangrijke rol spelen bij de aanpak hiervan. Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat de EU verder bouwt aan een toekomstbestendig, effectief en humaan asielsysteem en zet in op voortgang op het Migratiepact. Hierbij zijn betere screening en registratie aan de EU-buitengrenzen, het verbeteren van de werking van het Dublinsysteem en beter terugkeerbeleid prioriteiten. Ook moet in crisissituaties gerekend kunnen worden op een solidariteitsmechanisme waarbij een eerlijke verdeling van verantwoordelijkheid gegarandeerd wordt.
Betreffende migratie heeft een grote meerderheid van de lidstaten steun uitgesproken voor een solidariteitsverklaring, wat een vrijwillig mechanisme omvat voor herplaatsingen en andere vormen van solidariteit zoals financiële of operationele steun. Nederland blijft consistent inzetten op een goede balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid.
Op het gebied van onderwijs steunt het kabinet de focus van de EU op de kwaliteit waarbij aandacht is voor (digitale) basisvaardigheden, burgerschap en het vergroten van de kansengelijkheid. Ook zal het kabinet de Commissie blijven oproepen om een actief emancipatie- en antidiscriminatiebeleid13 te voeren en steunt haar voorstel om haatzaaiende uitlatingen en haatmisdrijven te criminaliseren. Al mag vervolgwetgeving geen nadelige gevolgen hebben voor de vrijheid van meningsuiting. Qua cultuur- en mediabeleid heeft het kabinet de visie dat op EU-niveau samenwerking en uitwisseling van ervaringen bevorderd moeten worden.
Nederlanders en het kabinet delen de mening dat de EU de rechtsstaat en onze fundamentele vrijheden en grondrechten moet beschermen. Het kabinet zal zich blijven inzetten voor het beschermen van de Europese rechtsstaat en het gesprek aangaan met lidstaten waar zorgelijke ontwikkelingen gaande zijn. De instrumenten om de rechtsstaat te beschermen moeten volgens het kabinet door de Commissie zo volledig mogelijk ingezet worden.
Ook wil het kabinet de besluitvorming in de EU transparanter maken voor burgers en nationale parlementen. Daarnaast heeft het kabinet het voornemen om de democratische legitimiteit van de EU te vergroten en de betrokkenheid van burgers verder te onderzoeken. Verder noemt het kabinet de EU een op regels en afspraken gebaseerde samenwerking en vindt het dat die regels beter nageleefd moeten worden.
Het Europees Parlement deed in mei 2022 een voorstel om de Europese Kieswet14 te herzien. Uit een kabinetsbrief van minister Bruins Slot15 aan de Tweede Kamer bleek dat het kabinet huiverig staat tegenover enkele onderdelen uit het voorstel, zoals een vrouwenquotum voor de kieslijsten, het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar en het organiseren van de EP-verkiezingen op 9 mei in alle lidstaten.
Democratieën in Europa staan onder druk en om de samenleving te beschermen heeft de Commissie richtsnoeren gepubliceerd die de Europese gedragscode tegen desinformatie moeten herzien. Het kabinet steunt deze richtsnoeren. Ook steunt het kabinet in algemene zin het pakket aan voorstellen waarin aandacht is voor de financiering van Europese politieke partijen, politieke reclame en mobiele EU-burgers. Ten slotte staat het kabinet open voor verdragswijzigingen als deze in het Nederlands en Europees belang zijn.
- 1.Wopke Hoekstra (1975) is sinds 9 oktober 2023 lid van de Europese Commissie, belast met klimaatactie. In de Commissie-Von der Leyen zijn klimaat en duurzame groei zijn portefeuilles. Hij was van 10 januari 2022 tot 1 september 2023 minister van Buitenlandse Zaken en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was hij vanaf 26 oktober 2017 minister van Financiën. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 was de heer Hoekstra lijsttrekker van het CDA. Hij was van 7 juni 2011 tot 26 oktober 2017 Eerste Kamerlid. De heer Hoekstra was consultant bij adviesbureau McKinsey en bestuurslid van het CDA-Amsterdam. Hij was voorts voorzitter van de commissie CDA-verkiezingsprogramma 2017.
- 2.Ben Knapen (1951) was van 8 februari 2022 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor het CDA. Eerder was hij dat van 9 juni 2015 tot 24 september 2021 (en vanaf 11 juni 2019 fractievoorzitter). De heer Knapen was van 14 oktober 2010 tot 5 november 2012 staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte I en van 24 september 2021 tot 10 januari 2022 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte III. Eerder was hij lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar media en kwaliteit aan de Radboud Universiteit. Daarvoor was de heer Knapen onder meer buitenland-correspondent, adjunct-hoofdredacteur en hoofdredacteur van NRC Handelsblad, directeur voorlichting bij Philips en bestuurder van uitgeverij PCM. In 2013 werd hij vertegenwoordiger van de Europese Investeringsbank bij de Europese Unie.
- 3.Van 9 mei 2021 tot en met 9 mei 2022 vond de Conferentie over de Toekomst van Europa plaats. Deze had als doel het vaststellen van de prioriteiten van de Europese Unie. Hierin stond de burger centraal. Er zijn bijna 50 voorstellen aangenomen, die zijn uitgewerkt in 325 voorgestelde maatregelen. Enkele opvallende daarvan zijn dat er een einde moet komen aan veto's van lidstaten bij stemprocedures bij de Raad van de EU en de Europese Raad. Verder moet het Europees Parlement het recht krijgen om wetsvoorstellen te initiëren, en moeten er transnationale kandidatenlijsten komen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
- 4.Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft op woensdag 14 september 2022 de jaarlijkse 'State of the Union' voor het Europees Parlement uitgesproken. In de toespraak zette ze uiteen welke beleidsplannen de Europese Commissie het komende jaar wil gaan indienen. Daarnaast reflecteerde ze op de huidige situatie in de Europese Unie.
- 5.Bij veel grote fabrieken en energiebedrijven komen broeikasgassen, zoals CO2, uit de schoorsteen. Die gassen zijn mede oorzaak van de klimaatverandering. De Europese Unie kan bepalen dat bedrijven maximaal een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen mogen uitstoten (ook wel 'emissie' genoemd). Wanneer bedrijven dan meer uitstoten moeten ze voor alle extra uitstoot van CO2 betalen. Bedrijven die weinig broeikasgassen uitstoten kunnen hun rechten verkopen aan bedrijven die meer uitstoten dan waar zij recht op hebben. Dit wordt emissiehandel genoemd.
- 6.De interne markt is de ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de Europese Unie is gewaarborgd. Het begrip interne markt heeft alleen betrekking op het vrij verkeer binnen de Unie en niet op de handel met derde landen. Voor de import van goederen van buiten de Europese Unie hanteren de lidstaten een gemeenschappelijk importtarief.
- 7.Met het Europees Herstelfonds - door de Europese Commissie 'NextGenerationEU' genoemd - wil de Europese Unie de economische klap van de uitbraak van het COVID-19-virus opvangen. Het herstelfonds heeft een omvang van 807 miljard euro (prijspeil 2022, onderhevig aan inflatie), bestaande uit 338 miljard euro aan subsidies, 386 miljard aan leningen en 83 miljard voorzien voor andere Europese steunprogramma's. Italië en Spanje, de zwaarst getroffen lidstaten, ontvangen het meeste geld uit het herstelfonds.
- 8.In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
- 9.Het Strategisch Kompas geeft richting aan het Europese veiligheid- en defensiebeleid voor een periode van 5 tot 10 jaar. De belangrijkste prioriteit van het Strategisch Kompas is de zelfredzaamheid van de Europese Unie.
- 10.De Noord-Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) werd in 1949 opgericht met als doel de veiligheid en vrijheid van de aangesloten landen te garanderen en wereldwijd stabiliteit te bevorderen. De organisatie realiseert deze doelstelling door de inzet van politieke en militaire middelen. De NAVO bestaat uit 1 landen uit Europa en Noord-Amerika. Ieder lid van de NAVO draagt bij met mankracht, materieel en andere middelen.
- 11.Dit EU-agentschap verzamelt en analyseert inlichtingen over criminele activiteiten en probeert zo internationale criminaliteit in de Europese Unie tegen te gaan. Europol beheert een database met gegevens over criminelen en criminele netwerken in heel Europa. Het agentschap kan op deze manier de samenwerking tussen politiediensten in de Europese lidstaten ondersteunen, omdat het uitgebreide informatie biedt over internationale georganiseerde misdaadnetwerken.
- 12.Dit agentschap heeft tot doel de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad door de bevoegde instanties in de lidstaten te verbeteren. Eurojust ondersteunt en versterkt de coördinatie van onderzoeken en vervolgingen van ernstige criminaliteit waar twee of meer lidstaten bij betrokken zijn. Ook staat het de lidstaten bij om ervoor te zorgen dat onderzoek en vervolging doeltreffender worden. Eurojust bestaat uit officieren van justitie en andere openbare aanklagers, rechters en politieambtenaren.
- 13.Gelijkheid en het tegengaan van discriminatie nemen een belangrijke plek in op de agenda van de Europese Unie. Door middel van wetgeving zorgt de EU ervoor dat burgers overal in de Europese Unie dezelfde mate van bescherming tegen discriminatie genieten.
- 14.Democratie is één van de kernwaarden van de Europese Unie. Toch leeft bij veel burgers leeft het gevoel dat ze geen invloed kunnen uitoefenen op wat er gebeurt in 'Brussel' en dat er sprake is van een kloof tussen de Europese instellingen en de inwoners. Om dit te verbeteren heeft het Europees Parlement een reeks wijzigingen van de Europese Kiesakte voorgesteld om de Europese verkiezingen te versterken en betrokkenheid van de kiezer te vergroten.
- 15.Hanke Bruins Slot (1977) was van 5 september 2023 tot 2 juli 2024 minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte IV. Tussen 10 januari 2022 en 5 september 2023 was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in dat kabinet. Daarvoor was zij lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht en daarvoor van 17 juni 2010 tot 5 juni 2019 Tweede Kamerlid voor het CDA. Zij was eerder senior beleidsmedewerker op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en stapte daarna over naar het leger. In 2008 was ze commandant van een panzerhouwitzerdetachement in Uruzgan (Afghanistan). Als Kamerlid was zij woordvoerster defensie, binnenlands bestuur, medisch-ethische thema's en sportbeleid. Sinds 2025 is zij actief bij de Koninklijke Landmacht.
- 16.De Europese Unie ziet het waarborgen van de rechtsstaat als een van haar belangrijkste taken. Het begrip rechtsstaat wordt gedefinieerd op basis van de beginselen die zijn vastgesteld door het Europees Hof, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, en EU-verdragen. Enkele componenten daarvan zijn de gelijkheid voor de wet, de eerbiediging van de grondrechten, het beginsel doeltreffende rechterlijke bescherming door een onafhankelijke gerecht, het beginsel van de scheiding der machten, het verbod van willekeur, het rechtszekerheidsbeginsel, en het legaliteitsbeginsel.
- 17.Democratie is één van de kernwaarden van de Europese Unie. Niet alleen zijn de lidstaten van de Europese Unie op democratische beginselen gebaseerd, ook de Europese Unie is gegrond op een representatieve democratie. Volwassen EU-burgers hebben het recht zich kandidaat te stellen en te stemmen voor het Europees Parlement. In het Verdrag van Maastricht (1993) staat dat besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger dienen te worden genomen.
- 18.De term 'transparantie' duidt op de mate van openheid waarmee de instellingen van de Europese Unie werken. Het gaat hier met name om de transparantie van Europese wetgevingsprocessen. Door te streven naar transparantie wil de EU het vertrouwen in de Europese instellingen vergroten. Het is een moeilijk onderwerp, bijvoorbeeld omdat het transparanter maken van lastige onderhandelingen gevoelig ligt bij veel politici.
- 19.De Staat van de Europese Unie is het jaarlijkse stuk waarin het kabinet vanuit een Nederlands perspectief terugkijkt op de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Unie van het afgelopen jaar én waarin het kabinet een visie presenteert op de Europese Unie en de Europese agenda van het komende jaar.
- 20.De Commissie-Von der Leyen presenteerde op 20 oktober 2021 haar werkprogramma voor het jaar 2022. Met het werkprogramma wilde de Commissie 'Europa samen sterker maken'.