Nota van wijziging - Voorstel van wet van het lid Van Raak houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum - Hoofdinhoud
Deze nota van wijziging is onder nr. 8 toegevoegd aan wetsvoorstel 35129 - Initiatiefvoorstel Van Raak - Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (tweede poging, eerste lezing) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van het lid Van Raak houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum; Nota van wijziging; Nota van wijziging |
---|---|
Documentdatum | 09-03-2020 |
Publicatiedatum | 09-03-2020 |
Nummer | KST351298 |
Kenmerk | 35129, nr. 8 |
Commissie(s) | Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
35 129
Voorstel van wet van het lid Van Raak houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Ontvangen 9 maart 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel II, onderdeel B, wordt het voorgestelde artikel 89a als volgt gewijzigd:
-
1.In het eerste lid vervalt «na een inleidend verzoek van een bij de wet te bepalen aantal kiesgerechtigden» en wordt na «kenbaar heeft gemaakt» ingevoegd «, een en ander volgens bij of krachtens de wet te stellen regels».
-
2.In het tweede lid wordt «het inleidend verzoek» vervangen door «een verzoek als bedoeld in het eerste lid».
Deze nota van wijziging strekt ertoe enig misverstand over de ruimte voor uitsplitsing van het referendumverzoek in fasen als gevolg van de formulering van het in artikel II, onderdeel B, van het wetsvoorstel voorgestelde artikel 89a, tweede lid, uit de weg te gaan.
De aangepaste formulering sluit aan op het in artikel II, onderdeel C, van het wetsvoorstel voorgestelde artikel 128a, en maakt duidelijk dat ruimte wordt gelaten om die fasering bij wet te regelen.
Van Raak
kst-35129-8 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 129, nr. 8