Motie Sienot/Agnes Mulder over normen voor stikstof en fijnstof voor installatie en onderhoud van biomassacentrales - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 52 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 XIII - Vaststelling begroting Economische Zaken en Klimaat 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020; Motie; Motie van de leden Sienot en Agnes Mulder over normen voor stikstof en fijnstof voor installatie en onderhoud van biomassacentrales |
---|---|
Documentdatum | 20-11-2019 |
Publicatiedatum | 21-11-2019 |
Nummer | KST35300XIII52 |
Kenmerk | 35300 XIII, nr. 52 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2020
MOTIE VAN DE LEDEN SIENOT EN AGNES MULDER
Voorgesteld 20 november 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat kleine en middelgrote biomassa-installaties een negatief effect kunnen hebben op de lokale luchtkwaliteit;
overwegende dat het onwenselijk is dat gemeentes bij het opstellen van hun warmteplannen biomassacentrales inplannen die niet voldoen aan het biomassakader dat nu wordt opgesteld;
verzoekt de regering om:
-
•in 2022, en zo veel eerder als mogelijk, normen te ontwikkelen voor stikstof en fijnstof voor de nieuwverkoop en correcte installatie en onderhoud van biomassacentrales;
-
•gemeentes aan te sporen om, naast biomassa, ook andere duurzame alternatieven te verkennen voor warmteopwekking;
-
•besluitvorming over het duurzaamheidskader af te ronden voordat de Regionale Energie Strategieën en de Warmteplannen definitief worden vastgesteld door gemeenten en provincies,
en gaat over tot de orde van de dag.
Sienot
Agnes Mulder
kst-35300-XIII-52 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 XIII, nr. 52