Ik verlaat de Nederlandse politiek - Hoofdinhoud
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over mijn besluit om per 25 oktober mijn Kamerlidmaatschap neer te leggen. Ik verlaat daarmee de Nederlandse politiek. En dat valt me zwaar.
Ik kan alleen maar met dankbaarheid terugkijken op ruim twaalf jaar Kamerlidmaatschap en bijna vijf jaar ministerschap. Een intensieve tijd, waarin onder onze ogen de samenleving razendsnel is veranderd en we de opdracht hadden Nederland steeds weer aan te passen, met behoud van de verworvenheden waar we zo trots op zijn. Ik heb geprobeerd in mijn “politieke tijd” daar vanuit mijn sociaal-democratische idealen aan bij te dragen. Ik leen het begrip “politieke tijd” van Saskia Stuiveling; de tijd die ons is gegeven, de beschikbare tijd. En die verhoudt zich slecht tot de vele ambities die we hebben.
Als optimist geloof ik in voortdurende verbetering van de samenleving, in kleine stapjes. Maar de crisis dwong ons grotere stappen te zetten. En deze brachten ons waar we nu zijn. Nederland doet het weer goed, we zitten in de kopgroep van Europa en de Eurozone is weer een motor van de wereldeconomie. De Partij van de Arbeid heeft daar opnieuw aan bijgedragen. En daar ben ik trots op. Maar de grote stappen van de afgelopen jaren hebben ook hun sporen nagelaten. En de uitslag van 15 maart is de politieke prijs die daarvoor betaald is. Deze uitslag brengt ons in een nieuwe periode waarin mijn partij de koers opnieuw moet uitzetten voor de toekomst.
Het is nooit af en dat maakt het bepalen van het moment van vertrek zo moeilijk. De afweging weer op de lijst te gaan staan was deze keer moeilijker dan ooit. Mijn naasten hebben ook aandacht nodig, meer dan ik ze de afgelopen jaren heb kunnen geven. Loyaliteit aan mijn partij en de plicht die ik voelde om in de campagne ook verantwoording af te leggen over de gemaakte keuzes in de afgelopen jaren, gaven de doorslag.
De verkiezingsuitslag van 15 maart heeft uiteindelijk toch het moment van vertrek bepaald. De Partij van de Arbeid, mijn partij, moet verder en heeft daarvoor negen kanonnen nodig. Ik ben nu tot de conclusie gekomen dat ik in deze rol, in deze fase, die vuurkracht niet heb.
Voorzitter, ik verlaat nu de Kamer.
Ik zal de komende maanden, tot medio januari, mijn mandaat als voorzitter van de Eurogroep afmaken. Het was een eer zoveel jaren lid te mogen zijn van uw Kamer, deel uit te maken van het kabinet Rutte-Asscher en Nederland te hebben mogen vertegenwoordigen in het buitenland. Ik dank u, de collega’s en alle medewerkers voor de fijne samenwerking. Het ga u goed.
Jeroen Dijsselbloem