Uitvoeringsbesluit
Een uitvoeringsbesluit is verbindend in al zijn onderdelen. In beginsel geldt een uitvoeringsbesluit voor iedereen. Indien uitvoeringsbesluiten op specifieke personen of instanties zijn gericht, zijn ze alleen voor hen verbindend.
Uitvoeringsbesluiten zijn beperkt in wat er mee geregeld kan worden. Alleen zaken die nodig zijn om eenduidige uitvoering van eerder aangenomen Europese wetgeving in de Unie te verzekeren kunnen in een uitvoeringsbesluit worden vastgelegd.
Toepassingsgebied
Uitvoeringsbesluiten zijn direct toepasbaar en hoeven niet omgezet te worden in nationale wetgeving. In een uitvoeringsbesluit hoeft niet te staan tot wie het is gericht, maar dat mag wel.
Uitvoeringsbesluiten kunnen alleen worden vastgesteld wanneer er in Europese wetgeving is voorzien in verdere uitwerking van de bedoelde maatregelen in uitvoerende wetgeving. Een uitvoeringsbesluit mag niet meer bevatten dan regels om ervoor te zorgen dat een stuk wetgeving 'volgens eenvormige voorwaarden' wordt uitgevoerd. Uitvoeringsbesluiten betreffen in de regel heel concrete zaken.
Voorbeeld
De EU heeft een verordening ingesteld om illegale visserij tegen te gaan, en tegen landen die niet meewerken kunnen mogelijk maatregelen worden ingesteld. In uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld welke landen niet meewerken om illegale visserij tegen te gaan in bepaalde visgebieden.
Individuele burgers of instanties die direct onderwerp zijn van een uitvoeringsbesluit kunnen daar in rechtszaken een beroep op doen.
Vaststellen uitvoeringsverordening
Er zijn twee procedures voor het vaststellen van een uitvoeringsbesluit1.
In beide gevallen ligt het initiatief en het uiteindelijke besluit bij de Europese Commissie, maar het verschil tussen de twee is of de Commissie wel of geen goedkeuring nodig heeft van een comité waar vertegenwoordigers van de lidstaten in plaatsnemen, een zogeheten comitologie-comité2.
Op het terrein van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid geldt dat de Raad het initiatief neemt en ook het uiteindelijke besluit neemt.
Uitvoeringshandelingen, waar het uitvoeringsbesluit een mogelijke vorm van is, vinden hun basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie3 (VwEU).
-
-instrument: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 2914
- 1.Het uitwerken van Europese wetgeving om deze te kunnen implementeren is in beginsel een zaak van de lidstaten van de Europese Unie. In sommige gevallen is het noodzakelijk dat Europese wetgeving in alle lidstaten op eenzelfde, juiste, manier wordt geïmplementeerd.
- 2.Dit type comités van de Europese Unie worden in het leven geroepen om de Europese Commissie bij te staan bij de implementatie van Europese regelgeving. De comitologie-comités bestaan uit nationale overheidsexperts. Dat kunnen ambtenaren zijn, of experts afgevaardigd namens een lidstaat. Ze worden voorgezeten door een ambtenaar van de Europese Commissie. Als we het over deze groep van comités hebben, spreken we ook wel van 'comitologie'.
- 3.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 4.1. De lidstaten nemen alle maatregelen van intern recht die nodig zijn ter uitvoering van de juridisch bindende handelingen van de Unie.
- 5.De Europese Unie gebruikt verschillende instrumenten om Europese wet- en regelgeving mee vast te leggen, om beleid van de lidstaten mee te coördineren of de lidstaten mee te adviseren. Rechtsinstrumenten zijn onder te verdelen in twee categorieën, bindende en niet-bindende rechtsinstrumenten. Uitvoerende rechtsinstrumenten vallen onder de bindende instrumenten, maar zijn als aparte categorie opgenomen.