Commission appoints new Director-General to its department for International Cooperation and Development
Mr Manservisi brings more than thirty years of experience in the Commission to this job, including six years as Director-General of the department for Development and Relations with Africa, Caribbean, Pacific States (DG DEV) and four years leading the department for Migration and Home Affairs (DG HOME). He also served as Head of the Delegation of the European Union to Turkey. Between 1991 and 1992 and between 1993 and 2000 he worked in the private offices of Vice-President Pandolfi and Commissioners Raniero Vanni d'Archirafi2 and Mario Monti3, respectively. In 2000, Mr Manservisi joined the private office of President Romano Prodi4, first as a Deputy Head of Cabinet and then as a Head of Cabinet. Stefano Manservisi started his career in the private sector and worked in the Italian Institute for Foreign Trade before joining the European Commission in 1983.
Mr Manservisi also has an extensive teaching experience. He has been a visiting professor in the University of Bologna, University of Roma III and the College of Europe.
With approximately 3400 staff - in its Brussels headquarters and in EU5 Delegations around the world - DG DEVCO6 is in charge of formulating and implementing the European Union's development policy. The department also devises policies aimed at reducing poverty in the world, ensuring sustainable economic, social and environmental development, and promoting democracy, the rule of law, good governance and the respect of human rights.
More information:
CVs of the European Commission's top managers
IP/16/1661
Press contacts:
-
-Alexander WINTERSTEIN (+32 2 299 32 65)
-
-Andreana STANKOVA (+ 32 2 295 78 57)
General public inquiries: Europe Direct by phone 00 800 67 89 10 11 or by email
- 1.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 2.Raniero Vanni d'Archirafi (1931) was vier jaar in de Europese Commissie belast met de portefeuille institutionele hervormingen, interne markt en ondernemingen. Hij was daarvoor diplomaat en adviseur van de Italiaanse regering.
- 3.Mario Monti (1943) was van 16 november 2011 tot 28 april 2013 minister-president van Italië. Hij leidde een kabinet van technocraten en was tevens minister van Financiën en Economische Zaken. Monti was van 1995 tot 2004 lid van de Europese Commissie. Van 1995 tot 1999 was hij belast met interne markt, en van 1999 tot 2004 met mededinging. Eerder was hij hoogleraar economie aan de universiteiten van Turijn en Milaan en werkzaam in diversie Italiaanse overheidscommissies inzake economische vraagstukken. Als EU-commissaris kreeg hij bekendheid door zijn strijd met Microsoft over schending van de mededingingsregels. Hij is president van de Bocconi-universiteit in Milaan.
- 4.Romano Prodi (1939) was van 1999 tot 2004 voorzitter van de Europese Commissie. Hij is van huis uit wetenschapper en was onder meer hoogleraar in Bologna, Trento en Harvard. In 1995 werd hij voorman van de centrumlinkse Olijf-coalitie, waarna hij in 1996-1998 premier was. Ook in 2006-2008 was hij minister-president van Italië. Prodi is nu voorzitter van de centrumlinkse Democratische Partij van Italië. Behalve met de invoering van de euro kreeg hij als commissievoorzitter te maken met onder meer de dienstenrichtlijn, de onderhandelingen over toetreding van Turkije en de aanpak van de klimaatproblematiek.
- 5.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 6.Dit directoraat-generaal bestaat sinds 2011 als samenvoeging van de DG's EuropeAid (AIDCO) en Ontwikkeling (DEV). De Europese Commissie beoogde hiermee één contactpunt te creëren voor zowel ontwikkelingsbeleid als de implementatie ervan.