Naar een goed softdrugsbeleid - Hoofdinhoud
Foto Flickr / NiederlandeNet
Dinsdag stemde de PvdA in de Eerste Kamer tegen een wetsvoorstel dat het softdrugsbeleid nog ingewikkelder maakt. De Eerste Kamerfractie van de PvdA wil liever regulering en certificering van softdrugs, maar minister Opstelten wijst zelf een door ons voorgesteld onderzoek hiernaar van de hand. Voor hem is de holle retoriek van ‘hard aanpakken’ belangrijker dan een goed softdrugsbeleid. Ondertussen duren de problemen voort.
De minister wil het voorbereiden van illegale hennepteelt verbieden. Alle handelingen die illegale hennepteelt voorbereiden en bevorderen worden strafbaar met een gevangenisstraf van drie jaar of een geldboete. Daarmee zegt de minister de georganiseerde misdaad te willen bestrijden. Een mooi streven, maar helaas zal deze wet voor nog meer onduidelijkheid en tegenstrijdigheden zorgen. Aan georganiseerde criminaliteit ‘hard aanpakken’ zal het ook niet bijdragen.
De minister wil handelingen strafbaar stellen die gericht zijn op een activiteit (het telen van hennep) die weliswaar illegaal is, maar die deels géén opsporingsprioriteit heeft (het telen van minder dan 5 planten) en deels wél opsporingsprioriteit heeft, maar die geschiedt ten behoeve van een weliswaar illegale activiteit (de verkoop) die echter wordt gedoogd. Leg dat maar eens uit.
Daar komt nog bij dat wat je tot voorbereidende handelingen kunt rekenen, zoals de verkoop van plantenbakken, potaarde, lampen, airconditioning, voor geheel legale doeleinden kan zijn bedoeld. Ook de regering realiseert zich dat deze wet rammelt, want de minister zei te verwachten dat growshops hun activiteiten zullen verdelen in afzonderlijke firma's en zo strafbaarstelling zullen ontlopen.
De minister heeft telkenmale aangegeven dat hij het bestaande gedoogbeleid niet wil frustreren, maar naar de mening van de Eerste Kamerfractie van de PvdA bestendigen de partijen die voor dit wetsvoorstel stemmen de tweeslachtigheid van het huidige softdrugsbeleid: de verkoop van sofdrugs door coffeeshops is verboden maar wordt gedoogd, terwijl de aanlevering van softdrugs aan coffeeshops verboden is maar niet wordt gedoogd. Dit leidt tot de bizarre situatie dat de productie en verkoop van hennep ten behoeve van een gedoogde activiteit strafbaar is.
Het huidige softdrugsbeleid slaagt er niet in de georganiseerde criminaliteit buiten de deur te houden. In veel gemeenten, vooral in het zuiden van het land, loopt de situatie uit de hand. De productie van hennep vindt plaats in garages, op zolders en in leegstaande panden wat tot grote onveiligheid leidt en in een zeer ongewenste verweving van boven- en onderwereld resulteert. Maar het is niet aannemelijk dat deze wet hier iets tegen gaat doen.
Ook draagt dit wetsvoorstel op geen enkele wijze bij aan het verminderen van het volksgezondheidsprobleem dat met overmatig softdrugsgebruik gepaard gaat. Bovendien zagen we onlangs in Groningen dat een rechter besloot geen straf op te leggen aan henneptelers, omdat zij in lijn met het huidige gedoogbeleid handelden.
Is er dan geen uitweg uit deze bestuurlijke patstelling? Natuurlijk is die er. Niet verbieden, of legaliseren, maar een uitbreiding van het gedoogbeleid die wél tot grotere samenhang, consistentie en effectiviteit van het drugsbeleid zal leiden. Het heeft als grote voordeel dat het huidige halfslachtige handhavingsbeleid ten opzichte van de productie en verkoop van hennep in zijn algemeenheid kan worden vervangen door een krachtig handhavingsbeleid ten aanzien van de productie en verkoop van hennep aan derden.
Meer dan de helft van de burgemeesters met een of meer coffeeshops in hun gemeente zijn voorstander van een pilot om de hennepteelt ten behoeve van coffeeshops te reguleren en certificeren. Ook in de Eerste en Tweede Kamer zijn substantiële minderheden die hiervoor willen gaan. Maar minister Opstelten geeft niet thuis. Hij is zelfs niet bereid om onderzoek naar regulering van softdrugs te steunen. Opnieuw verkiest hij de heilloze weg van meer en meer verbieden. Ondertussen blijven de problemen groeien.
Samen met andere partijen heb ik een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht een commissie in te stellen om haar te adviseren over het toekomstige softdrugsbeleid in Nederland dat effectief de criminaliteit bestrijdt en de volksgezondheid dient.