Na de Bankenunie volgt nu de Energie-unie
Alle kritiek op de EU ten spijt ruimt zij deze maand enkele belangrijke problemen op. Overeenstemming is bereikt over de Bankenunie2 waaraan twee jaar is gewerkt. Bovendien lof voor minister Jeroen Dijsselbloem3 die als voorzitter het akkoord sloot. Griekenland, Ierland en Portugal zijn volgens de Eurogroep4 hun eurocrisis nu te boven.
Dit najaar wil de Europese Raad5 een Energie-Unie realiseren. Het conflict met Rusland rond Oekraïne stimuleert dit streven. De lente-bijeenkomst van de Europese Raad leert tenslotte dat die Rusland niet durft aan te pakken.
Inhoudsopgave
Het conflict met Rusland over de Krim en de relatie met Oekraïne hebben de lentetop van de Europese Raad overschaduwd. Eigenlijk was de bijeenkomst bedoeld om het Europees Semester6, het klimaat en het energiebeleid grondig te bespreken. Verder wilde voorzitter Herman Van Rompuy7 industriepolitiek terugzetten op de Europese agenda. De Europese Commissie8 ontwikkelt voor de beoogde ‘European industrial renaissance’ nu een roadmap. Tenslotte kwamen de relaties van de EU met Afrika kort aan de orde.
Het meest concrete resultaat bereikte de zogenaamde triloog in de nacht van 19 op 20 maart. Vlak voor de Europese Raad in Brussel begon bereikte minister Dijsselbloem, als voorzitter van de Eurogroep, daar overeenstemming over de beoogde Bankenunie met de onderhandelaars van het Europees Parlement9. In een nachtelijke sessie van zestien uur totaal namen zij de laatste horde, een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (Single Resolution Mechanisme - SRM), om grote probleembanken te ontmantelen.
Het akkoord is door de staatshoofden en regeringsleiders vervolgens warm verwelkomd. Op 15 april heeft het Europees Parlement ingestemd. Ten slotte moeten alle betrokken regeringen nog instemmen. Dat is echter een formaliteit, zo verwachten de insiders.
Banken en landen zijn in Europa nauw met elkaar verweven. De eurocrisis leerde dat een systeembank die in de problemen komt (zie ING of ABN Amro) haar problemen afwentelt op de overheid. Enkele jaren geleden dreigden Ierland en Cyprus daardoor failliet te gaan. Het plan om een Europese Bankenunie te creëren is het antwoord van de EU hierop. Het plan dateert van voorjaar 2012, het hoogtepunt van de crises rond de euro.
De Bankenunie schept een uniform toezicht op de circa 130 megagrote systeembanken. Dit gebeurt door de ECB10 op basis van geharmoniseerde regels, het Single Rule Book. Dit toezicht start op 4 november.
Het toezicht wordt aangevuld met een noodfonds, het Single Resolution Fund (SRF) en een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, het Single Resolution Mechanism (SRM) om probleembanken te saneren of failliet te laten gaan. Het is de bedoeling dat de overheid (dus de belastingbetaler) daarvoor niet langer opdraait, maar de bancaire sector zelf. Zo wordt de link tussen de banken en de nationale overheden doorgeknipt.
Wat te doen wanneer weer een systeembank omvalt zodat de economie wordt ontwricht? Er was al een akkoord over de creatie van het Europees noodfonds (genoemd SRF). Daarin komt 55 miljard euro, op te brengen door de banken. Aanvankelijk mikte men op 2026 als einddatum voor het volledig functioneren en volstorten van dat fonds. De zuidelijke landen met gammele banken, het Europees Parlement (EP) en de ECB wilden echter sneller werken. Duitsland en Nederland lagen dwars, maar hebben bakzeil moeten halen.
Overeengekomen is dat al in 2016 veertig procent van het volledige noodfonds gestort moet worden. Het jaar daarop wordt dat 60 procent van de beoogde 55 miljard. Al na acht jaar (was tot nu toe tien jaar) zijn alle 55 miljard euro gestort. Gedurende die acht jaar blijft wat bijvoorbeeld Nederlandse banken in het fonds storten bestemd voor het redden van onze eigen banken. Dit zo eveneens voor de andere landen. Na acht jaar wordt het fonds Europees. Alle per land ingeboekte nationale bijdragen vervallen dan aan het fonds.
Dit zijn allemaal toegevingen van Duitsland en Nederland die geen zin hebben in het redden van slecht geleide banken elders met hun geld. Het SRF krijgt bovendien de mogelijkheid kapitaal te lenen. Landen als Duitsland en Nederland hebben hierop wel een vetorecht. De vuurkracht van het fonds kan zodoende uiteindelijk '55plus' miljard worden.
Volgens een motie-Harbers (VVD) moest het noodfonds SRF veel langer dan acht jaar nationaal blijven, dus met een schot tussen de nationale stortingen. Elke regering kan dan vrij beslissen over haar bijdrage aan een reddingsactie en hoe die te financieren. Van die Kameruitspraak is weinig over gebleven. Minister Dijsselbloem heeft de Tweede Kamer dus nog wat uit te leggen.
Het Europees Parlement en de Commissie moeten slikken dat de creatie van het afwikkelingsmechanisme buiten hun invloed blijft. De landen met de euro, plus veel niet-euro landen die vrijwillig meedoen, sluiten daartoe een apart onderling verdrag. Duitsland heeft deze intergouvernementele formule, die tijdens de crises rond de euro is binnengeslopen, afgedwongen. Volgens Corien Wortmann betekent dit dat Duitsland en Frankrijk met hun vetorecht bij een bankencrisis aan de touwtjes zullen trekken.
Vooral de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble11 heeft zijn stempel op de Bankenunie gezet. De minister gaf zijn fiat pas nadat collega Dijsselbloem hem op 20 maart rond vijf uur in de ochtend uit bed had gebeld. Wellicht om de Franse illusie te bewaren dat zij net zo belangrijk zijn, telefoneerde Dijsselbloem daarna in Parijs naar minister van Financiën Pierre Moscovici.
Echter een week nadien, op 27 maart, maakte Schaüble in het Duitse Handelsblatt alweer gehakt van het akkoord dat hem door de keel is gestampt. ‘Wij mogen de verantwoordelijkheid voor schulden en verliezen niet uitsmeren over de eurolanden. Doe je dat toch, dan valt de druk weg op de regeringen en de banken om te saneren’.
Duitsland komt na de Europese verkiezingen met voorstellen voor een apart Eurozoneparlement en een vaste voorzitter van de Eurogroep (dus in plaats van parttimer Dijsselbloem), zo kondigde de Duitse minister aan.
Voortaan moeten banken van de ECB meer reserveren voor slechte tijden. Zij gaan bovendien ruwweg een procent van hun balans afdragen aan het Europese noodfonds SRF. Bij een faillissement draaft zoals gezegd niet langer de overheid op. Eerst worden de aandeelhouders, de bezitters van secundaire (verhandelbare) obligaties en de spaarders boven € 100.000 geschoren (in het jargon de haircut). Hun aansprakelijkheid gaat in totaal tot maximaal acht procent van het balanstotaal van de bank.
Zijn er geen andere opties, zoals een kredietlijn van een te hulp snellende overnemer, dan wordt de storting in het noodfonds SRF van de betrokken regering aangesproken. Overeenkomstig het te sluiten verdrag volgt pas op het laatst het noodfonds SRF. Zwak punt is dat de bancaire sector geen toegang krijgt tot de algemene Europese stroppenpot ESM (European Stability Mechanism).
Wie beslist wat te doen als een bank dreigt om te vallen? Daarover bereikten de ministers van Financiën in december een compromis. Maar het Europees Parlement, medebeslisser in deze, ging niet akkoord. Nu hebben de twee partijen elkaar gevonden op basis van een gewijzigd en iets vereenvoudigd systeem. Het Europees Parlement heeft flink binnengehaald, maar ook de regeringen, de Commissie en de ECB krijgen ’n beetje hun zin.
Regeringen zullen bij een bankfaillissement politiek bedrijven en de financiële last elders willen leggen. Het Europees Parlement had de lidstaten daarom in de besluitvorming willen elimineren. Dat is half gelukt. Komt een bank in de toekomst in zware problemen (zoals vastgesteld wordt door de ECB) dan treedt uiteindelijk zo nodig het Europees afwikkelingsmechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM) in werking. Gaat die inzet dan om miljardensteun?
‘Dat kan best meevallen omdat het fonds dient voor bijvoorbeeld directe liquiditeitssteun en niet voor herkapitalisatie van een falende bank’, aldus Wortmann. Willen de autoriteiten voorkomen dat zo’n bankcrisis om zich heen grijpt dan moet het besluit wat-te-doen in één weekeinde vallen, want dan zijn de banken gesloten. Volgens het akkoord gaan royaal meer dan honderd personen dan over de vraag 'saneren of failliet laten gaan'. Het is daarom niet te zeggen wie beslist, dat verloopt groepsgewijs.
De ECB beslist primair of de bank faalt dan wel dreigt om te vallen. Over vervolgens al of niet inzetten van het noodfonds gaat de afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB). Die raad kan in bepaalde gevallen eveneens officieel vaststellen dat een bank het niet langer redt. De SRB wordt verantwoordelijk voor de afwikkeling van zo’n bank met toezicht daarop van de ECB.
De SRB wordt gevestigd in Brussel en zal ongeveer 300 functionarissen tellen. Is voor de redding minder dan vijf miljard euro nieuw kapitaal nodig, dan handelt het dagelijks bestuur van de SRB dit af. Dit gezelschap omvat vijf vaste leden en de meest betrokken regering, met de ECB en de Commissie8 als waarnemers. Gaat het om grotere bedragen dan beslist het voltallige bestuur. Dan praten de ministers van Financiën van de achttien landen met de euro dus mee. Dat laatste is verdedigbaar want het gaat – zeker tot 2024 – om hun geld. De grote landen zullen dan de besluitvorming domineren.
Van belang is dat de Commissie bevoegd wordt om de conceptbesluiten van de SRB-afwikkelingsraad goed- of af te keuren. Keurt de Commissie zo’n concept af, wat zich niet gauw zal voordoen, dan moet dat binnen 24 uur gebeuren. Op dat uitermate pijnlijke moment komen de regeringen met de euro weer in het spel en is hun medewerking vereist.
Op aandringen van het Europees Parlement zijn de genoemde ingewikkelde procedures zo ingekleed dat het SRM binnen 48 uur alle knopen kan doorhakken. Volgens Corien Wortmann is vermeden dat Duitsland of Frankrijk bij een bankensanering een procedure afdwingen waarin hun eigen banken minder bijdragen. Sanering in een groter of kleiner land verloopt dus op dezelfde voorwaarden.
De Bankenunie kwam op het laatste nippertje tot stand. Zij vereist de instemming van het Europees Parlement. Alle documenten moesten daartoe binnen een week in 24 talen vertaald worden en bovendien daarna door de juristen-linguïsten nauwkeurig bekeken. Midden april gaat het EP wegens verkiezingen voor enige maanden met reces.
Volgens experts zou een nieuw verkozen EP pas tegen 2015 deze gecompliceerde materie kunnen afhandelen. Was het Dijsselbloem als voorzitter van het beraad niet gelukt, dan had hij het probleem moeten voorleggen aan de Europese Raad. Het is onwaarschijnlijk dat die er dan wel uit was gekomen.
ECB-president Mario Draghi12 is tevreden met het akkoord. Volgens minister Dijsselbloem draagt het akkoord bij aan herstel van vertrouwen in de euro. ‘Dank zij de Bankenunie komen de risico’s waar zij thuishoren, namelijk bij de belegger en niet langer bij de belastingbetaler’, aldus de minister in de vroege ochtend na afloop van het beraad.
Dat het akkoord er ligt is van belang bij de verkiezingsstrijd voor een nieuw Europees Parlement. De parlementariërs hebben nu een afdoende antwoord op de critici van de euro.
Al jaren wordt in Brussel gesproken over de noodzaak van een energiebeleid. Meermalen beloofde de Europese Raad een Europese energiemarkt per 2014. Maar in werkelijkheid kwam het er niet van. Twee ontwikkelingen dwingen de Europese Raad nu tot actie.
Het afgelopen winter opgekomen conflict over het Krim-schiereiland en de status van Oekraïne toont aan hoezeer West-Europa afhankelijk is van Russische energie. Bovendien moet de EU dit jaar werk maken van haar klimaatbeleid. In Parijs beginnen in 2015 de wereldwijde onderhandelingen (COP21) voor een globaal klimaatakkoord.
De Commissie heeft op 21 januari een ambitieus witboek gepubliceerd: Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030. Nederland onderschrijft het recente Commissievoorstel voor een bindende beperking van de uitstoot van minstens 40 procent broeikasgassen in 2030 ten opzichte van 1990. Dit is een verdubbeling van wat voorheen werd afgesproken tot 2020. Voor hernieuwbare energie geldt als bindend doel 27 procent in 2030.
Veel andere regeringsleiders zijn echter nog lang niet zo ver om deze doelstellingen te aanvaarden. Wel hebben de politieke spanningen over Oekraïne met Rusland de geesten zodra het over energie gaat wakker geschud. De Europese Raad heeft voorzitter Van Rompuy7 namelijk opgedragen ervoor te zorgen dat in oktober hierover knopen worden doorgehakt. Het energiebeleid is gepromoveerd tot Chefsache, een signaal dat er wat gaat veranderen.
In juni bespreken de staatshoofden en regeringsleiders de kwestie opnieuw. Ruwweg een derde van het aardgas en de olie in de EU komt uit Rusland. De Commissie kreeg de opdracht een uitgebreid plan te presenteren voor het verminderen van die afhankelijkheid. Een optie is meer aanvoerlijnen vanaf de leveranciers in Noord-Afrika. Spanje en Portugal zetten zich daarvoor graag in, zo bleek. Volgens premier Rutte13 gaat het bovendien vooral om betere interne EU-verbindingen voor olie- en gastransport. Daarover ligt Frankrijk nog flink dwars.
Zonder meer afhoudend tegenover ambitieuze doelstellingen inzake het klimaat staan de Midden- en Oost-Europese landen onder leiding van Polen. Zij keerden zich in de Europese Raad tegen Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en veel kleinere landen die allemaal ambitieuzer zijn. De Poolse premier Donald Tusk14 wees erop dat zijn nationale economie, die nog weinig energie-efficiënt is, genoemde streefcijfers absoluut niet aankan.
Konrad Szymaṅski (Europese conservatieven), de rapporteur namens het Europees Parlement voor het beleid ‘klimaat en energie tot 20230’, noemt het beoogde verdubbelen van de beperking van de uitstoot van broeikasgas onrealistisch. ‘Dit geldt zeker zolang de rest van de wereld daaraan niet meedoet. Veel bedrijven zullen zich dan verplaatsen naar landen buiten de EU’. Szymaṅski erkent in ParliamentMagazine van februari tegelijk dat het EP hierover intern sterk verdeeld is. De linkerzijde wil wel bindende ambitieuze doelstelling.
De regeringsleiders van Luxemburg en Oostenrijk hebben de Europese Raad na vijf jaar dwarsliggen toegezegd hun gekoesterde bankgeheim te schrappen. Dit betekent een doorbraak in de strijd tegen de fiscale fraude.
De Spaartegoedenrichtlijn kan nu worden aangepast. Bovendien komt nog dit jaar een Richtlijn Administratieve Samenwerking tot stand. 28 EU-landen wisselen dan voortaan hun gegevens over buitenlandse spaarders en beleggers met elkaar uit. De twee genoemde landen deden daaraan nog niet mee.
Het befaamde zwart over de nationale grens sparen, polissen afsluiten, dividend en royalty´s innen dooft daarmee uit. Verder verdwijnt op termijn de optie waarbij buitenlandse gepensioneerden en eigenaren van onroerend goed elders van een belastingvrij bestaan kunnen genieten.
De EU is het hierover inmiddels bijna eens met Zwitserland en de kleinere fiscale paradijzen gelegen langs de grenzen van de Unie. In dat beraad zit nu schot omdat de Verenigde Staten via de OECD15 hebben laten blijken dergelijke fiscale fraude niet langer te zullen accepteren.
Langdurig heeft de Europese Raad op 20 maart de relatie met Rusland en Oekraïne besproken. Net als in de speciale bijeenkomst van 6 maart leverde dat niet veel op. Economische sancties bleven uit. Wederzijdse economische afhankelijkheid zorgt voor stabiele politieke verhoudingen en voorkomt oorlog.
Op dat principe berust de Europese Unie. Maar die regel blijkt eveneens te gelden voor relaties met grote broer Rusland, ook als de verhoudingen verslechteren.
‘De Europese Raad veroordeelt krachtig de inlijving van de Krim en Sevastopol bij de Russische Federatie, en zal deze niet erkennen. Bij gebreke van enige stappen in de richting van een de-escalatie, heeft de Europese Raad besloten het visumverbod en de bevriezing van vermogensbestanddelen uit te breiden en de volgende top EU-Rusland af te gelasten. (…)
De Europese Raad verzoekt de Commissie en de lidstaten om mogelijke gerichte maatregelen voor te bereiden’, aldus de slotconclusies. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier zegt dat de sancties tot nu toe bewust beperkt gebleven zijn om escalatie van het conflict te voorkomen.
Vlak voor de top maakte kanselier Angela Merkel16 in de Bundestag duidelijk dat economische sancties pas volgen zodra de situatie ‘verdere escaleert’. Duitse diplomaten lichtten toe dat Rusland daarvoor Oekraïne moet binnenvallen. Over een militaire oplossing praat zelfs dan niemand. Probleem met sancties is dat zij meteen Russische tegenmaatregelen uitlokken die onze eigen export pijnlijk treffen.
Sanctioneren is volgens een Brusselse functionaris moeilijk omdat de EU-landen daarvan héél verschillend last zullen hebben. ‘Worden wij het ooit eens over die lastenverdeling tussen de 28 EU-partners onderling?’
In feite gaat de twist niet zozeer om de Krim maar om de vraag binnen welke invloedsfeer Oekraïne zich in de toekomst bevindt: de Russische of de Europese. De eerste stap is een associatieakkoord waarop zowel Rusland als de EU mikt. In dat kader ondertekenden de leden van de Europese Raad op 21 maart met de minister-president van Oekraïne, Arseni Jatsenjoek, de politieke bepalingen van een beoogde associatieovereenkomst. Dit was een politiek gebaar, want de overeenkomst treedt voorlopig niet in werking.
Premier Jatsenjoek mikt uiteindelijk op een volledig EU-lidmaatschap, zo verklaarde hij. De EU is nog lang niet zover. Wel heeft de Europese Raad Oekraïne een hulppakket van in totaal elf miljard euro in het vooruitzicht gesteld plus een forse verlaging van de douaneheffingen op hun export. Elf miljard is overigens niet meer dan een optelling van eerder beloofde maatregelen. Eerst moet de regering ginds bovendien hervormingen doorvoeren, met name tegen de enorme corruptie.
- 1.Jan Werts is sinds 1976 journalist en publicist in Brussel, waar hij eerder onder meer werkte als correspondent van de Haagsche Courant. Verder was hij zes jaar als journalist werkzaam in Washington. Hij promoveerde in 1991 aan de Vrije Universiteit Brussel in het Europees en internationaal recht op een dissertatie over de Europese Raad. In 2008 verscheen hiervan een herziene versie. Schrijft analyses over Europese Toppen, gebundeld in het document Hoe Europa al tien jaar lang crises bevecht - 100 plus analyses van Jan Werts (link opent in nieuw venster).
- 2.De bankenunie moet leiden tot een Europees toezicht op banken en een gezamenlijke aanpak voor banken die in financiële problemen komen. De belangrijkste banken in de eurozone staan onder toezicht van de Europese Centrale Bank (ECB). Alle landen die de euro als betaalmiddel hebben doen mee aan de bankenunie, die moet zorgen voor financiële stabiliteit van banken.
- 3.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 4.De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
- 5.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 6.Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus voor de afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van de Europese Unie. Binnen het kader van het semester analyseert de Europese Commissie de nationale begrotingen van EU-landen en geeft de landen vervolgens aanbevelingen, waarmee de lidstaten rekening moeten houden als zij hun nationale begroting voor het komende jaar opstellen.
- 7.Herman Van Rompuy (1947) was van 1 december 2009 tot 1 december 2014 vaste voorzitter van de Europese Raad. Hij begon zijn werkzaamheden op 1 januari 2010. Hij werd op 19 november 2009 in die functie voor tweeënhalf jaar gekozen door de Europese Raad en op 1 maart 2012 herbenoemd. Van 30 december 2008 tot 25 november 2009 was Van Rompuy minister-president van België. Hij begon zijn loopbaan bij de Nationale Bank en vervulde daarna diverse politieke functies. Zo was hij staatssecretaris, senator, voorzitter van de CVP, viceminister-president en minister van Begroting, en Kamervoorzitter. Van Rompuy is lid van de Vlaamse christendemocratische partij CD&V. Hij leidde in 2008-2009 een kabinet van christendemocraten, liberalen en Waalse socialisten. Sinds 1 september 2015 is hij voorzitter van het European Policy Centre.
- 8.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 9.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 10.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 11.Wolfgang Schäuble (1942) was in 2009-2017 minister van Financiën van Duitsland. Eerder was hij minister voor bijzondere opdrachten (1983-1987) en van Binnenlandse Zaken (1987-1994 en 2005-2009) en fractievoorzitter van CDU/CSU in de Bondsdag. Hij is sinds november 1972 Bondsdaglid voor de CDU en sinds 24 oktober 2017 daarvan voorzitter.
- 12.De Italiaan Mario Draghi (1947) was van 13 februari 2021 tot 22 oktober 2022 minister-president van Italië. Hij was van 1 november 2011 tot 1 november 2019 president van de Europese Centrale Bank. De heer Draghi was in 2006-2011 lid van de directie van Nationale Bank van Italië. Eerder was hij onder meer hoogleraar aan diverse Italiaanse universiteiten, lid van de directie van de Wereldbank, thesaurier-generaal en voorzitter van het Economisch en Financieel Comité van de EU. Sinds 2009 is hij president van de Financial Stability Board.
- 13.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 14.Donald Tusk (1957) was van 1 december 2014 tot 1 december 2019 de vaste voorzitter van de Europese Raad. In november 2007-september 2014 was hij minister-president van Polen. Tusk was medeoprichter en leider van het conservatief-liberale (maar bij de christendemocratische Europese Volkspartij aangesloten) Burgerplatformum. Hij leidde als premier een coalitie van zijn partij en de Poolse Boerenpartij (PSL). Eerder was hij lid van het Lagerhuis en van de Senaat.
- 15.De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), of Organisation for Economic Cooperation and Development (OECD), is een intergouvernementele organisatie die zich inzet voor de bevordering van economische ontwikkeling en wereldhandel. Het samenwerkingsverband bestaat uit 38 landen en biedt een platform om sociaal en economisch beleid te bestuderen en te coördineren. De aangesloten landen proberen een gezamenlijk beleid to voeren om zo duurzame economische groei te stimuleren, werkgelegenheid te bevorderen, financiële stabiliteit te waarborgen en economische ontwikkelingen in andere landen te ondersteunen.
- 16.Angela Merkel (1954) was van 22 november 2005 tot 8 december 2021 bondskanselier van Duitsland. Zij leidde sinds 2018 een coalitie van CDU/CSU met de SPD. Zij is scheikundige en werkte als wetenschapper in de DDR. In 1990 werd zij voor de CDU lid van de Bondsdag. In 1991-1994 was Angela Merkel minister voor vrouwen- en jeugdzaken en in 1994-1998 minister van milieu. In 2000 volgde zij Helmut Kohl op als voorzitter van de CDU.