Parlementaire enquête - Hoofdinhoud
What is essential is invisible to the eye. (Antoine de Saint-Exupéry)
Ook deze week zijn er genoeg onderwerpen om over te schrijven. Zoals de missie naar Mali, waar de Tweede Kamer twee weken geleden mee instemde. Of de Europese Top van vorige week die in het teken stond van Europese samenwerking op het vlak van defensie. Maar omdat jullie mij de komende tijd minder vaak zullen zien in debatten, lijkt het mij goed te vertellen waarom dat zo is. Ik ga mij inzetten als lid van de parlementaire enquête woningcorporaties.
Voor wie het niet weet, een parlementaire enquête is de zwaarste onderzoeksvorm van de Tweede Kamer. Het is een middel dat de Kamer kan gebruiken om informatie over een bepaald onderwerp te verkrijgen. Maar vooral ook om de waarheid boven tafel te halen. Zo wordt duidelijk wat er precies gebeurde rond een controversieel onderwerp en wie daar politiek verantwoordelijk voor was. Denk aan de enquêtes over de Bijlmerramp, Bouwnijverheid (beter bekend als de “Bouwfraude”), Srebrenica en het Financieel Stelsel.
De Kamer kan op elk moment besluiten een enquêteonderzoek in te stellen. Hiervoor is een Kamermeerderheid nodig. Een enquêtecommissie bestaat uit Kamerleden en zij voeren het onderzoek uit. De Kamer bepaalt de onderzoeksopdracht. Iedereen in Nederland is op basis van de wet verplicht om medewerking te verlenen aan een parlementaire enquête. Enquêtecommissies kunnen getuigen oproepen en onder ede verhoren. Weigerachtige getuigen kunnen door de rechter worden gedwongen medewerking te verlenen, bijvoorbeeld met een dwangsom.
De parlementaire enquête Woningcorporaties doet onderzoek naar het functioneren van woningcorporaties. De corporatiesector kwam de afgelopen jaren vaak negatief in het nieuws door incidenten, waarbij Vestia de directe aanleiding was voor de Kamer om de enquête te houden. Natuurlijk kan ik niets inhoudelijks zeggen over het onderzoek, maar volgend jaar tijdens de bekende openbare verhoren zullen jullie natuurlijk meer horen.
Wat ik al wel kan zeggen is dat ik de ervaring als commissielid boeiend, intensief en vooral leerzaam vind. Partijpolitiek blijft achterwege. Samen met collega’s van VVD, PvdA, PVV, SP en CDA ben ik bezig voor het parlement om de onderste steen boven te krijgen. Je leert je collega’s dus anders en vooral beter kennen. Het is de beste leerschool om de juiste vragen juist te stellen. En ik ervaar de kracht van focus, door met één onderwerp fulltime bezig te zijn. Het betekent dus ook een tijd “onder de radar” werken. Met natuurlijk het risico om minder zichtbaar te zijn. Maar sommige unieke kansen zijn onzichtbaar voor het oog.