Bevoegdheden Eerste Kamer zijn niet meer van deze tijd
‘De bevoegdheden die de Eerste Kamer1 heeft, komen dus niet overeen met haar huidige functie’, aldus Wytze van der Woude2, universitair docent Publiekrecht aan de Universiteit van Maastricht. Hij betoogde tijdens het debat in het kader van Democratie in Debat dat er binnen een goed functionerende instelling een logisch verband moet bestaan tussen functie, samenstelling en bevoegdheden. Dat de Eerste Kamer in 1815 is ingesteld in het kader van machtenscheiding en ook medewetgever is, gaat volgens de docent niet goed samen met het feit dat zij vooral controlerende bevoegdheden heeft en die amper gebruikt. Momenteel lijkt de Eerste Kamer vooral medewetgever te zijn.
In de door het Montesquieu Instituut3, ProDemos4 en Nieuwspoort5 georganiseerde bijeenkomst debatteerde Van der Woude met de Eerste Kamerleden Thom de Graaf6, Adri Duivesteijn7 en politiek journalist Tom Jan Meeus onder leiding van Max van Weezel. Zij gingen in op de vraag welke functie de Eerste Kamer in het Nederlandse bestel precies zou moeten vervullen juist op het moment dat minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem8 even verderop in Den Haag met verschillende Tweede Kamerleden om tafel zat. Zij probeerden een oplossing te zoeken voor de problemen die het huidige kabinet heeft door het ontbreken van een meerderheid in de Eerste Kamer.
Van der Woude kwam met een ‘motie’ waarin hij de regering verzocht de Tweede Kamerleden die de gesprekken met Dijsselbloem voerden, te vervangen door Eerste Kamerleden en spoorde De Graaf en Duivesteijn aan die motie ook daadwerkelijk in te dienen. De Eerste Kamer wordt volgens hem nu als een excuus gebruikt om meerderheden af te dwingen. Verder betoogde hij dat er in Nederland altijd naar de Grondwet wordt gekeken als een vaststaand gegeven. De Eerste Kamer zou misschien beter kunnen functioneren als er geen halve oplossingen voor problemen worden aangedragen – Duivesteijn noemde de toezeggingen en de novelles - maar als de Grondwet gewoon aangepast wordt.
De panelleden waren verre van eensgezind over de vraag wat de rol van de Eerste Kamer precies moest zijn en hoe haar functie overeen kan komen met de bevoegdheden en de samenstelling. Waar Thom de Graaf (D669) de Eerste Kamer vooral als een kleiner politiek orgaan ziet dat oorspronkelijk de bedoeling had te waken voor teveel democratie en bij grote politieke kwesties aan de achterban verplicht is om de partijpolitieke lijn te volgen, heeft Adri Duivesteijn (PvdA10) juist een onafhankelijker orgaan met een fundamentelere rol voor ogen. Volgens De Graaf is een dergelijke grotere rol geen optie omdat dit vereist dat de Eerste Kamer dan direct gekozen moet worden. Op het kiesstelsel dat daarmee zal ontstaan, zit volgens hem niemand te wachten.
Tom Jan Meeus voegde daaraan toe dat dat zal zorgen voor problemen met de bestuurbaarheid van Nederland. ‘Als beide Kamers direct worden gekozen, wordt het nog moeilijker om aan een meerderheid te komen’, aldus de journalist van het NRC. Voor hem zou teruggaan naar de tijd waarin de Eerste Kamer voor de helft door de provincies gekozen werd een optie zijn. Volgens De Graaf kan er beter bekeken worden of een terugzendrecht in plaats van een vetorecht voor deze Kamer kan werken.
Of de uit het publiek aangedragen oplossingen zoals het bijeenroepen van de Verenigde Vergadering11 als de Kamers er onderling niet uitkomen of het instellen van een bemiddelingscommissie tussen de Eerste en Tweede Kamer1 zouden kunnen werken, waren de debaters het eens; dat werkt niet. Wel waren zij positief over de door premier Rutte12 toegezegde commissie die onderzoek gaat doen naar het functioneren van de Eerste Kamer. Van der Woude zei te hopen op een fatsoenlijke visie. Duivesteijn wil de huidige ‘halfslachtige rol’ kwijt en Meeus vindt dat de Eerste Kamer een toetsende wetgevende rol zou moeten krijgen waarmee zij op politiek gebied zo klein mogelijk blijft. De Graaf sloot het debat af door te zeggen dat de Eerste Kamer een terugzendrecht moet krijgen, wil het een betekenisvolle functie houden. Als de Eerste Kamer een kleine rol blijft spelen, kan deze volgens hem ook wel afgeschaft worden. Maar dat zal wel niet gebeuren, driekwart van de senatoren stemt niet voor zijn eigen deeltijdwerkloosheid.
Meer over ...
- 1.De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.
- 2.Wytze van der Woude (1976) is hoogleraar Recht decentrale overheden aan Rijksuniversiteit Groningen. Eerder was hij onder meer werkzaam bij de universiteit in Curaçao, op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en bij Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 2011 op een proefschrift over financiële controle in het gemeenterecht.
- 3.Het Montesquieu Instituut is het kenniscentrum voor parlementaire democratie en begeeft zich op het snijvlak van democratie, politiek en parlementaire besluitvorming in zowel Nederland als Europa
- 4.ProDemos informeert burgers over de democratische rechtsstaat en stelt hen in staat om actief aan politieke besluitvorming deel te nemen. Dat gebeurt door overdracht van kennis over de kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat en over de werking van de democratie in al haar aspecten. Dit moet burgers uiteindelijk in staat stellen om actief aan politieke besluitvorming deel te nemen.
- 5.Internationaal perscentrum Nieuwspoort vormt een ontmoetingsplek voor parlementaire pers, politici, voorlichters en lobbyisten en is een begrip in politiek Den Haag. Bij Nieuwspoort staat het vrije woord hoog in het vaandel. Nieuwspoort is dan ook bij uitstek een debatcentrum waar politici, journalisten, overheid en belangenbehartigers de degens kruisen. Nieuwspoort is gevestigd bij de Tweede Kamer in Den Haag.
- 6.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 7.Haagse socialist die als wethouder in zijn geboorteplaats en als Tweede Kamerlid op heldere, maar soms ook eigenzinnige wijze zijn koers uitzette. Was oorspronkelijk kok en daarna buurtactivist in de Schilderswijk. Specialist op het gebied van volkshuisvesting. Maakte zich in Den Haag sterk voor de stadsvernieuwing en kwam op voor de belangen van huurders. Na zijn wethouderschap was hij directeur van het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam. Was enige tijd vicefractievoorzitter van de PvdA en leidde in de Kamer een commissie die de problemen bij grote infrastructurele projecten onderzocht. Was later zeven jaar wethouder van ruimtelijke ordening in Almere. Speelde in de tweeënhalf jaar dat hij Eerste Kamerlid was door zijn kritische opstelling soms een opvallende rol.
- 8.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 9.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 10.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 11.De gezamenlijke vergadering van beide Kamers van de Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer) heet Verenigde Vergadering. De voorzitter van de Eerste Kamer leidt deze vergadering (artikel 62 Grondwet).
- 12.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.