Akkoord over bezuinigingen en hervormingen voor Europese ambtenaren - Hoofdinhoud
Vertegenwoordigers van de lidstaten hebben vandaag overeenstemming bereikt over een pakket bezuinigingen en hervormingen voor het Europese ambtenarenapparaat. Tegen 2020 moet dit 2,7 miljard euro aan besparingen opleveren, en op lange termijn nog eens 1,5 miljard euro.
Hiermee werd het akkoord bevestigd dat vorige week dinsdag (25 juni) werd bereikt tussen vertegenwoordigers van het Europees Parlement i, het Ierse voorzitterschap en de Commissie en dat gisteren (27 juni) de steun heeft gekregen van de commissie Juridische Zaken van het Parlement.
Vicevoorzitter Maroš Šefčovič i licht toe: "Ik ben blij met het besluit van de lidstaten en de commissie Juridische Zaken. Dit pakket is passend in deze tijd van crisis, terwijl tegelijkertijd de Europese instellingen in staat zullen blijven om hun taken uit te voeren. Niemand zal honderd procent tevreden zijn met de uitkomst, maar het is een redelijk compromis. De onderhandelingen verliepen zeer moeizaam, maar ik ben blij dat we een aanvaardbaar compromis hebben gevonden. Het Europese ambtenarenapparaat wordt verder gemoderniseerd, met name door een betere koppeling van salaris en verantwoordelijkheden. Wie slaagt voor onze strenge aanwervingsprocedures, moet bereid zijn hard te werken voor Europa en de burger. Dat betekent ook een langere werkweek en een hogere pensioenleeftijd."
Het voorstel houdt onder andere het volgende in:
-
•De salarissen en pensioenen worden gedurende twee jaar bevroren.
-
•In de periode 2013-2017 wordt het personeelsbestand met 5% ingekrompen: in totaal 2500 ambtenaren minder – dat is meer dan het volledige personeelsbestand van het Hof van Justitie!
-
•De werkweek voor alle ambtenaren stijgt van 37,5 naar 40 uur, zonder financiële compensatie.
-
•De pensioenleeftijd gaat van 63 naar 66 jaar voor nieuwe ambtenaren (65 jaar voor de huidige ambtenaren). Het wordt gemakkelijker om tot 70 jaar te werken en levensverwachting en pensioenleeftijd worden aan elkaar gekoppeld.
-
•Er wordt een nieuwe "solidariteitsheffing" van 6% ingevoerd, bovenop de huidige belastingschalen (die maximaal 45% bedragen). Voor de twee hoogste ambtenarenrangen en voor de Europees commissarissen bedraagt de solidariteitsheffing 7%. De solidariteitsheffing wordt tijdens de salarisbevriezing ingevoerd, waardoor het nettosalaris van de meeste personeelsleden onmiddellijk zal dalen.
-
•Het pensioenopbouwpercentage wordt voor nieuwe ambtenaren verlaagd van 1,9% naar 1,8% per jaar. Het zal niet langer mogelijk zijn vervroegd met pensioen te gaan zonder verlies van pensioenrechten.
-
•Het salaris dat aan het einde van de loopbaan wordt bereikt, zal voor een groot aantal ambtenaren (administrateurs en assistenten) lager uitvallen (-22%) door een sterkere koppeling van rang en verantwoordelijkheden. Het percentage bevorderingen wordt verlaagd. Deze maatregelen leiden ook tot lagere pensioenen.
-
•De salarissen van nieuwe secretariaats- en administratieve medewerkers worden verlaagd met 13% (startsalaris) tot 40% (einde loopbaan).
-
•Er wordt een nieuwe, vereenvoudigde methode ingevoerd voor de aanpassing van de salarissen en pensioenen, op basis van de politieke besluiten van elf lidstaten voor hun nationale ambtenaren, maar waarbij rekening wordt gehouden met de economische en financiële situatie indien deze ernstig is. De nieuwe methode wordt vanaf 2015 toegepast.
-
•Ambtenaren krijgen minder verlofdagen (2,5 in plaats van 6) voor reizen naar hun land van oorsprong en de daarbij behorende toelage wordt verlaagd.
-
•De maximale duur van de contracten van arbeidscontractanten wordt verlengd van drie tot zes jaar, zodat deze goedkopere vorm van arbeid vaker kan worden ingezet.
Achtergrond
Het akkoord wordt nu voor definitieve goedkeuring voorgelegd aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Dit pakket bouwt voort op het grote bezuinigings- en hervormingspakket van 2004, dat tegen 2020 al 8 miljard euro aan besparingen zal hebben opgeleverd.
De afgelopen jaren is het aantal ambtenaren niet toegenomen. De Commissie heeft aan haar nieuwe politieke prioriteiten voldaan door personeel intern over te plaatsen, gebruik te maken van nieuwe instrumenten en nieuwe procedures te ontwikkelen om de interne organisatie en efficiëntie te vergroten. Voor 2012 en 2013 zijn de administratieve uitgaven in reële termen bevroren. De Commissie heeft voorgesteld deze bevriezing op het niveau van 2013 voort te zetten gedurende het meerjarig financieel kader 2014-2020.
De administratieve uitgaven vormen ongeveer 4,5% van de EU-begroting, die op haar beurt ongeveer 1% van het bbp van de EU vormt.
Contactpersonen : Antonio Gravili (+32 2 295 43 17) Marilyn Carruthers (+32 2 299 94 51) |