OPINIE: Kind van de (energie)rekening - Hoofdinhoud
Europa en Nederland zitten in een economische crisis. Lonen en winsten van bedrijven staan onder druk. Als gevolg daarvan geven consumenten minder geld uit. Toch is er een hoge inflatie, waarvan de oorzaak deels ligt bij de hoge energierekening. Deze week zal de Tweede Kamer tijdens de begrotingsbehandeling Economische Zaken over energie spreken. Als het aan de VVD ligt zal de hoogte van de energierekening een belangrijk aandachtspunt zijn tijdens het debat. De Nederlander voelt die hoge energierekening in zijn portemonnee. Hij betaalt nu al gemiddeld één maandsalaris per jaar voor zijn energienota en die rekening dreigt verder op te lopen.
De reden dat de hoogte van de energierekening nauwelijks een politiek debat is, heeft er alles mee te maken dat het energiebeleid vooral over klimaatverandering gaat. Die gedachte is natuurlijk aantrekkelijk. Door over te stappen op windmolens en zonnepanelen, stoten wij veel minder CO2 uit, en daarmee stoppen wij klimaatverandering en beschermen wij de aarde voor onze nakomelingen. Het is een dusdanig emotionele argument dat alle kosten voor lief worden genomen en relativering opzij wordt geschoven.
Bijna alle landen proberen in allerijl, los van elkaar, antwoorden te vinden op de doelstellingen voor hernieuwbare energie. Helaas sluiten die strategieën niet altijd goed op elkaar aan. Dit wordt pijnlijk bewezen door onze oosterburen: Nederland en andere buurlanden van Duitsland hebben met regelmaat te maken met een overschot aan Duitse stroom. Zodra er een flinke wind waait, heeft Duitsland teveel stroom. Stroom kan niet worden opgeslagen en moet ergens heen. De gesubsidieerde Duitse stroom uit windenergie vloeit dan rijkelijk naar de Nederlandse markt. Op andere dagen is het windstil en importeert Duitsland stroom, afkomstig van Nederlandse centrales. De energiemarkt is dus al grensoverschrijdend, en wordt dat steeds meer. Dit zou wat mij betreft ook de oplossing moeten zijn wat betreft onze doelstellingen voor duurzame energie: samenwerken.
Het ene land heeft hoogteverschillen en mogelijkheden om relatief gemakkelijk duurzame stroom uit waterkracht te produceren. Het andere heeft alle ruimte voor windmolenparken, of is gezegend met een ruime hoeveelheid zonne-uren per jaar. En een enkeling kent geen noemenswaardige hoogteverschillen, relatief weinig zon en is dichtbevolkt. Maar dit land kan met zijn gasstrategie van onschatbare waarde zijn. Want ook in de andere landen zijn er momenten dat de wind onvoldoende waait, of dat de zon net even niet schijnt.
Mijn voorstel is dan ook om de Europese energiedoelstellingen grensoverschrijdend in te vullen. Terwijl veel van mijn vakgenoten zich halsstarrig blindstaren op windmolens, en aan misplaatste borstklopperij doen, zijn er betere oplossingen. We importeren onze groene stroom uit Noorwegen, Duitsland of Spanje. Dat heet efficiëntie. We bereiken hetzelfde, maar op een goedkopere manier. En dat betekent lagere kosten voor de consument. Zo houden we de transitie rationeel en betaalbaar
Rene Leegte is VVD-Tweede Kamerlid en woordvoerder Energie en Buitenlandse Handel
Dit artikel is maandag 14 januari 2013 in de Volkskrant gepubliceerd