Erfgoed (1) - Hoofdinhoud
Nederlands Muziek Instituut
Het Nederlands Muziekinstituut verzamelt en beheert erfgoed op muziekgebied. Met veel liefde en weinig geld. Voor het bestuur van het NMI uiteraard letterlijk liefdewerk oud papier. Maar dat klinkt oneerbiedig nu het NMI zijn ondergang is aangezegd door Halbe Zijlstra van de VVD.
De steun van het Rijk bedroeg de laatste jaren ruim 250.000 euro per jaar. De collectie van het NMI wordt door de gemeente Den Haag gesteund met een bedrag van rond 400.000 euro. Het NMI is in 2000 in de Koninklijke Bibliotheek gehuisvest met als doel het muzikaal erfgoed beter zichtbaar te maken en collecties te bundelen.
De collecties zijn deels afkomstig van het Haags Gemeentemuseum en van de violist Willem Noske. Diens Neerlandica-collectie maakt eveneens onderdeel uit van het NMI. De collectie beslaat thans bijna 4.000 strekkende meter.
Halbe Zijlstra typeert de collectie als een ‘gemeentelijke collectie met een beperkt publieksbereik’. Dat laatste heb je vaker met erfgoed, maar door de digitale ontsluiting kunnen belangstellenden over de hele wereld van het Nederlandse muziek erfgoed genieten.
Het eerste is echter een ernstige vergissing. De collectie van het NMI is een nationale collectie muzikaal erfgoed en is van internationaal belang. Van zo’n 600 Nederlandse componisten (of andere toonkunstenaars) uit de 19de en 20ste eeuw beschikt het NMI over de persoonlijke archieven: Willem Mengelberg, Alphons Diepenbrock, Julius Röntgen, Hendrik Andriessen, Tristan Keuris en Peter Schat, om slechts enkele te noemen. Het Mengelbergarchief bevat onder meer autografen en brieven van Gustav Mahler en Richard Strauss. Daaronder zijn ook de door Mahler geannoteerde partituren van zijn eigen muziek.
Verder omvat de collectie van het NMI een bibliotheek met ongeveer 200.000 banden die de internationale geschiedenis bestrijkt met uitgaven vanaf 1492 tot heden. Naast de talloze documenten met betrekking tot de Nederlandse muziekgeschiedenis beschikt het NMI ook over autografen van Mozart, Liszt en Schumann. Het oudste boek uit de collectie is van F. Gafurius en dateert uit 1492. De rond 600 archieven van Nederlandse componisten vormen bij uitstek een nationale collectie.
Het wegvallen van de rijkssteun betekent dat het Nederlands Muziek Instituut niet meer zal kunnen voortbestaan en na 2013 zal verdwijnen. En wat er dan met het erfgoed gebeurt? Uit niets blijkt dat dit de staatssecretaris van cultuur een zorg zal zijn.