Ad Koppejan: 'Het heeft mij wel pijn gedaan' - Hoofdinhoud
Story nr. 23, 3 juli door Karel Hille
Nu Tweede Kamerlid Ad Koppejan door het CDA voor de komende verkiezingen op een onverkiesbare plaats heeft gezet, heeft hij er genoeg van. Koppejan vertrekt uit de politiek. ‘Het doet pijn wat er is gebeurd rond mijn kandidaatstelling,’ zegt hij tegen Story, maar: ‘Ik kijk met voldoening terug op de periode dat ik Kamerlid was.’
Door KAREL HILLE
Vijfenhalf jaar zat Ad Koppejan voor het CDA in de Tweede Kamer, maar hij is er nu uitgebonjourd. Het partijbestuur zette het Kamerlid voor de komende verkiezingen in september op plaats 19 van de verkiezingslijst. Een bijna zeker onverkiesbare plaats, omdat het niet aannemelijk is dat het CDA negentien zetels haalt. Koppejan bedankte voor de eer en zal de Tweede Kamer verlaten. ‘Natuurlijk voelt het een beetje onwennig, maar toch niet zó erg alsof ik in een zwart gat ben gevallen,’ zegt Ad Koppejan tegen Story. ‘Ik ben volop bezig me te oriënteren op wat ik na mijn vertrek ga doen. Anders was ik nu druk bezig geweest met de voorbereiding van mijn persoonlijke campagne als kandidaat voor het CDA…’ Ad Koppejan werd, overigens samen met fractiegenoot Kathleen Ferrier, gezien als dissident binnen het CDA. Hij vocht als een leeuw tegen de samenwerking met de PVV, trok zich de ‘kwestie Mauro’ persoonlijk aan en knokte voor het behoud van de Hedwigepolder.
Zondebokken
Achteraf vindt Koppejan dat hij op bepaalde punten toch zijn gelijk heeft gehaald. ‘Ik ben blij dat het CDA nu inziet dat de samenwerking met de PVV niet heeft gewerkt. ‘Als het even moeilijk wordt en we de mensen moeten vertellen dat er bezuinigd moet worden, laat de PVV het afweten en durven ze geen impopulaire boodschappen te vertellen. Maar dan moet je niet willen regeren. Want er moeten weleens keuzes gemaakt worden die niet altijd leuk zijn, maar wél noodzakelijk om te zorgen dat we in Nederland geld blijven verdienen en zoveel mogelijk mensen aan het werk te houden. Het grote gevaar van Geert Wilders is dat hij mensen tegen elkaar opzet. We leven in economisch zware tijden, iedereen merkt dat in zijn portemonnee. Dan is het erg gemakkelijk om bepaalde zondebokken aan te wijzen. Dat is wat Wilders doet! Eerst waren het de moslims, toen de Polen, vervolgens de Grieken en nu is het heel Europa waar alle ellende vandaan zou komen. Op deze manier lossen we geen problemen op. Het CDA zegt: We moeten samen door deze crisis heen. We hebben elkaar keihard nodig, als het ieder voor zich is, gaan we met z’n allen ten onder. Ik vind het jammer dat ik er zelf straks niet meer bij ben, maar ik heb er alle vertrouwen in dat mijn opvolgers in de nieuwe CDA-fractie mijn werk zullen voortzetten.’
Bedreigingen
‘Het is niet aan mij om te oordelen over de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij mijn lage plaats op de kandidatenlijst van het CDA. Ik lijd daar verder niet onder, maar ik zeg in alle eerlijkheid dat het mij wel pijn heeft gedaan. Ik heb veel reacties ontvangen op mijn aankondiging dat ik niet meer terugkom in de Tweede Kamer. Men vindt dat, net als ik, heel jammer. Maar uit de reacties blijkt ook veel waardering voor mijn inzet in de afgelopen jaren. Dat doet mij dan weer goed. Of de mij toebedeelde negentiende plaats op de lijst werkelijk een onverkiesbare plaats is, zal de toekomst uitwijzen. Het bewijst alleen wel dat het CDA niet echt voor mij koos…’ Ad krijgt veel steun van het thuisfront. ‘Als eerste heb ik met mijn vrouw Annemiek over de nieuwe situatie gepraat, en of ik mij toch weer als kandidaat beschikbaar zou stellen. Zij heeft immers al het nodige met mij meegemaakt als Kamerlid de afgelopen jaren. Mijn handelen in de Kamer heeft ook geleid tot persoonlijke bedreigingen, waardoor zelfs politiebewaking nodig was. Het heeft het nodige van ons gekost. Dus als ik nu nog een keer voor het CDA zou kiezen, dan mag ik ook verwachten dat het CDA onvoorwaardelijk voor mij kiest. En dat is niet gebeurd. En dan trekken Annemiek en ik onze conclusies: samen hebben we besloten dat ik iets anders ga doen. Mijn oudste dochter Sophie (13) vindt het jammer. Wie moet nu binnen het CDA Wilders bestrijden? Mijn jongste dochter Iris van elf zei dat ze het wel fijn vindt dat papa nu vaker thuis is omdat zij mij vaak miste. Maar mijn achtjarig zoontje Coen kreeg tranen in zijn ogen toen we hem vertelden dat papa zou vertrekken uit de Tweede Kamer. Coen kwam altijd graag mee naar het Binnenhof. Dan ging hij daar ook ‘werken’; koffie uit de automaat halen, tekeningen maken en avonturen beleven in het gebouw. Zo verdwaalde hij eens en kwam toen per ongeluk terecht bij de PVV...’
Voldoening
‘ Met veel voldoening kijk ik ondanks alles toch terug op mijn periode in de Tweede Kamer. Door de vele werkbezoeken en persoonlijke ontmoetingen, heb ik allerlei aspecten van de Nederlandse samenleving van nabij leren kennen. Zoals de verslaafden- en daklozenopvang, maar ook mensen die met hard werken hun geld moeten verdienen, zoals de vissers, de ondernemers, de medewerkers in de zorg. En hoe wij in Nederland onze veiligheid achter de dijken op orde houden. Het mooie is dat je met die ervaringen concreet iets kunt betekenen voor mensen in je werk als Tweede Kamerlid. Ik was net bezig met het aanpakken van spookfacturen en acquisitiefraude waarmee veel ondernemers geconfronteerd worden. Daarnaast heb ik mij ingezet voor een betere kredietverlening voor bedrijven die willen investeren. Ik vind het jammer dat ik de discussie over het behoud van de Hedwigepolder niet heb kunnen afmaken. Maar ik heb een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het nieuwe Deltaplan waarmee Nederland ook voor de komende vijftig jaar wordt beschermd tegen overstromingen als gevolg van klimaatverandering en zeespiegelstijging. Als oud-ondernemer heb ik als Kamerlid veel voor ondernemers kunnen doen, zoals het makkelijker maken voor kleine ondernemers om overheidsopdrachten binnen te halen. Ik ben altijd dicht bij mezelf gebleven en heb stand gehouden. Ik weet zeker dat er ook straks voor mij een goede toekomst is buiten de politiek. Zoals er ook leven was voordat ik in de Tweede Kamer ging werken. Waarschijnlijk pak ik het ondernemerschap weer op. Van de wachtgeldregeling hoop ik eerlijk gezegd geen gebruik te hoeven maken. Ik wil zo snel mogelijk in mijn eigen onderhoud kunnen voorzien. En de politiek? Zeg nooit, nooit. Alleen je moet niet blijven steken in alleen maar terugkijken, maar altijd vooruit zien. Van alleen terugkijken wordt niemand gelukkig…’