Global Conference Agriculture Food Security en Climate change - Hoofdinhoud
Vanaf zondag 30 oktober tot en met 5 november zal ik de conferentie over landbouw, voedselzekerheid en klimaatverandering in Den Haag bij wonen.
Complimenten aan het vorige ministerie van LNV voor het organiseren van deze belangrijke conferentie. Na de internationale agendering als voorzitter van de commissie voor duurzame ontwikkeling (CSD) in New York vorig jaar is Nederland nu gastland en organisator voor de bijeenkomst Global conference Food Security and Climate Change.
Er staat veel op het spel. Niet alleen de geloofwaardigheid van Nederland, maar zeker ook die van de internationale gemeenschap om haar verplichtingen serieus te nemen (MDG’s), de eerdere toezeggingen gestand te doen en samen met de ontvangende landen letterlijk en figuurlijk de koe bij de horens vatten.
Deze conferentie is een uitgelezen moment om nog eens in kaart te brengen welke ongelooflijke uitdagingen er liggen voor de internationale gemeenschap om de armoede en de daaraan gelieerde honger uit te bannen. Met alle partijen bedoel ik dan de internationale donor gemeenschap, de Wereld Bank, het Internationaal Monetair Fonds en de vele NGO’s en kennisinstituten die met of zonder steun van regeringen aan dezelfde doelstellingen werken.
Ik mag hopen dat niet alleen de problemen benoemd worden maar dat er veel aandacht uit zal gaan naar de oplossingen. Hoe kan en moet het wereldvoedsel vraagstuk worden opgelost. In het licht van de klimaatsveranderingen, wijzigingen van dieet patronen, waardoor meer dierlijk eiwit geconsumeerd gaat worden en dus grote aantallen vee gehouden zullen moeten worden en een sterk groeiende wereld bevolking van 5,5 naar 9 miljard mensen, vereist een enorme inspanning van iedereen die hier op een of andere manier bij betrokken zijn. Niet alleen een inspanningsverplichting maar ook het nemen van verantwoordelijkheid!
In de afgelopen periode zijn vele scenario’s ontwikkeld om deze uitdagingen economisch duurzaam en eco- efficiënt in te vullen.
De rol van de landbouw als onderdeel van het wereld voedselprobleem is evident. Het zijn immers de boeren die aan het begin staan van de voedselketen. Zij zijn het die in staat moeten worden gesteld te boeren en te produceren. Niet als geïsoleerde partij, maar binnen ketens. Boeren en boerinnen moeten aansluiting krijgen op regionale markten, waarbij een transparante prijsvorming essentieel is. Landbouw is dus een essentiële partner in het verminderen van armoede en honger in de wereld maar kan ook zeker haar steen bij dragen aan het tegen gaan van klimaat veranderingen. Maar dan moet er heel veel aandacht gaan naar het verantwoord uitbreiden van de veestapels, het telen van de enorme hoeveelheden benodigde vee voer grondstoffen en het zuinig gebruik van water.
Het versterken van zeggenschap van boeren in coöperaties, in het vormgeven van het beleid en de boeren- lees rurale- belangen een stem te geven moet een belangrijk onderdeel van de inspanningen zijn. Na de aandacht voor de stedelijke armoede en daarmee ook de aandacht voor het groeiende electoraat is het tijd om terug te keren naar het platteland en de boeren en boerinnen. Natuurlijk zijn erkende landrechten, goed bestuur en toegang tot krediet daarbij essentieel.
Overdracht van kennis en het combineren van onze knowhow aan die van de regio’s zou een enorme sprong voorwaarts betekenen. Wij hebben als Nederland op deze terreinen heel veel te bieden.
In de Westerse wereld begint het besef door te dringen dat we op onze handen hebben gezeten door de boeren/plattelands belangen te laten ondersneeuwen aan andere kennelijk belangrijkere zaken. Nu schrikken we ons een hoedje als er ergens in de wereld voedselrellen uitbreken. We oordelen nogal nonchalant als we de landbouw over willen laten aan de vrije krachten van de markt in de veronderstelling dat vraag en aanbod wel de stimuli zullen geven voor een efficiënte voedsel productie.
Echter een volledig vrije markt heeft geen geheugen en zeker geen geweten! Hiermee verketter ik de trend van open markten, globalisering en concurrentie niet maar voor de handel in voedingsgrondstoffen wil ik er wel een paar scherpe kanttekeningen bij maken.
Ieder economisch blok heeft vanuit strategisch belang er voor gezorgd dat de er een soevereine voedsel productie plaats vindt. Voorbeeld hiervan is het opzetten en voeren van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid in de Europese Unie en haar voorgangers. Kosten ongeveer 50 miljard per jaar. De Farm Bill in de VS is er helemaal op ingericht om de agrarische sectoren een steun in de rug te geven met vele miljarden subsidies.
Het zou voor Sub Sahara Afrika interessant zijn om te werken aan een Gemeenschappelijk Landbouw Beleid in combinatie met douane unies en het opzetten en /of versterken van regionale markten.
Binnen de Afrikaanse Unie is afgesproken dat ten minste 10% van het nationaal budget beschikbaar komt voor landbouw/voedselproductie en platteland.
Deze terreinen vertegenwoordigen niet alleen een economisch belang, maar zeker ook en bij uitstek een publiek belang.
Nationale parlementen zouden hun ministers van financiën door de gangen moeten jagen op zoek naar geld. Transparantie in de besluitvorming en het afleggen van rekening en verantwoording is bij uitstek een parlementaire verplichting.
Harm Evert Waalkens
Voormalig lid van de Tweede kamer fractie van de PvdA
Woordvoerder Ontwikkelingsamenwerking
Biologisch melkveehouder in Finsterwolde