Advies AIV: Europese Raad moet voortouw nemen in bestrijding crisis

woensdag 3 maart 2010, 9:49

De Europese Unie heeft zijn waarde bewezen tijdens de economische crisis. Een herhaling van noodlottige toestanden zoals tijdens de crisis in de jaren 1930 plaatsvonden, is voorkomen. Toch kan de aanpak van crises nog sterk verbeterd worden. Dat stelde de Adviesraad Internationale Vraagstukken1 (AIV) afgelopen week in een advies aan de Nederlandse regering.

De AIV adviseert de regering zich in te zetten voor een aantal maatregelen om het crisismanagement te verbeteren. In de eerste plaats zou de Europese Raad van regeringsleiders2 het voortouw moeten nemen in de bestrijding van de crisis in plaats van de Eurogroep3. Alleen de regeringsleiders hebben genoeg politiek overwicht om de crisismaatregelen in de verschillende landen op elkaar af te stemmen.

In de tweede plaats moet de Europese Commissie4 doorgaan de regels tegen oneerlijke concurrentie te handhaven. Nationaal protectionisme moet voorkomen worden.

Ten derde moet de Nederlandse regering blijven streven naar een sterk Europees toezicht op de financiële sector. Hoewel veel andere EU-lidstaten5 hier tegen zijn, is het wel nodig, zo stelt de AIV. Financiële instellingen werken immers ook grensoverschrijdend.

Ten slotte moeten er betere mogelijkheden komen om naleving van het Groei- en Stabiliteitspact6 af te dwingen. Landen met een te hoog begrotingstekort moeten minder makkelijk een straf kunnen ontlopen.

Het advies is beschikbaar op de website van de AIV: http://www.aiv-advies.nl/

Meer over ...

  • De Griekse crisis

  • 1. 
    De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseert - gevraagd en ongevraagd - de Nederlandse regering en de Eerste en Tweede Kamer over het te voeren buitenlands beleid. De rapporten van de AIV zijn bedoeld om een bijdrage te leveren aan het debat over het Nederlands buitenlands beleid, en het maatschappelijke en politieke draagvlak voor dit beleid te bevorderen.
     
  • 2. 
    De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
     
  • 3. 
    De Eurogroep bestaat uit de ministers van Financiën van de landen die de euro als nationale munteenheid hebben ingevoerd (de eurozone). Dit samenwerkingsverband heeft als doel de coördinatie van economisch beleid binnen de muntunie te versterken en de financiële stabiliteit van de eurolanden te bevorderen. Het is strikt genomen een informeel orgaan en geen formatie van de Raad.
     
  • 4. 
    Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
     
  • 5. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 6. 
    In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.