Twintig jaar later: persoonlijke vrijheid

Met dank overgenomen van U. (Uri) Rosenthal i, gepubliceerd op maandag 9 november 2009.

We koesteren onze hoogste waarden pas op het moment dat ze onder druk staan, bedreigd worden. Dat geldt voor de democratie, voor de rechtsstaat. En het geldt ook voor onze persoonlijke vrijheid. Die vinden we vanzelfsprekend totdat we daarin beknot worden of ergens anders zijn en ineens merken dat wat wij vanzelfsprekend vinden, daar als een begerenswaardig goed wordt beschouwd.

Deze week herinneren we ons de val van de Muur van twintig jaar geleden. Het confronteert ons weer eens met wat persoonlijke vrijheid, democratie en de rechtsstaat echt betekenen:

  • de vrijheid om als je dat wil, je land te verlaten en elders een bestaan op te bouwen (dat vergt dan wel dat je het land waar je naartoe gaat, iets te bieden hebt);
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je Frans, economie of natuurkunde wil studeren;
  • de vrijheid om zelf te kiezen welke kant je uit wil om je brood te verdienen;
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je bij een ander wil gaan werken of voor jezelf wil beginnen - en of je dan wel of niet 'groter wil groeien';
  • de vrijheid om je mening over wat anderen vinden, naar buiten te brengen;
  • de vrijheid om kritiek te oefenen op de machthebbers;
  • de vrijheid om ongelovig te zijn, je geloof de rug toe te keren en het geloof van anderen te kritiseren;
  • de vrijheid om een rechtszaak aan te spannen tegen iemand anders (uiteraard met de kans dat je de rechtszaak verliest en voor de kosten moet opdraaien);
  • de vrijheid om bij verkiezingen zelf te bepalen of je gaat stemmen en zo ja, op wie je je stem uitbrengt;
  • de vrijheid om zelf relaties aan te gaan en zelf te bepalen of en hoeveel kinderen je wil hebben;
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je, als je zwanger bent, die zwangerschap wil onderbreken (dit natuurlijk wel onder bepaalde restricties);
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je je kinderen strak of volgens de flower-power filosofie wil opvoeden (ik denk te weten wat beter is, maar ik wil dat een ander niet opdringen en vind dat de regering dat ook niet mag doen);
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je donor wil zijn;
  • de vrijheid om zelf te bepalen of je bereid bent ondraaglijk lijden te ondergaan en je naasten daarmee te confronteren.

Wie deze vrijheden koestert, weet dat hij/zij daarmee verantwoordelijk moet omgaan. De vrijheid van de één mag niet ten koste gaan van de vrijheid van de ander, mag de ander geen onevenredige schade toebrengen.

?