COM(2003)319 - Beheer van afval van de winningsindustrieën

officiële titel

officiële Engelstalige titel

 

Rechtsinstrument	Richtlijn
Besluitvormingsprocedure	Gewone wetgevingsprocedure (COD)
COM-nummer122	COM(2003)319
Extra COM-nummers	COM(2005)170; COM(2005)477
Procedurenummer124	2003/0107(COD)
Celex-nummer125	52003PC0319

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de stand van zaken van het dossier, de samenvatting van de European Parliament Legislative Observatory, de Europese rechtsgrond, de juridische context, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken Europese organisaties (denk aan directoraten-generaal van de Europese Commissie, EP-commissies en Raadsformaties) en personen (denk aan eurocommissarissen en Europarlementariërs) en tot slot documenten van het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.

• 1. 

  Europees Milieuagentschap op themes.eea.eu.int/ Environmental_issues/waste/indicators/generation/index_html.
  
   
• 2. 

  Niet vergeten mag worden dat in de hele wereld residudammen hebben gefaald, in de afgelopen 30 jaar gemiddeld 1,7 dam per jaar (zie A D M Penman, Risk analyses of tailings dams constructions, document gepresenteerd tijdens het seminar 'Safe Tailings Dams Constructions', gehouden op 19-21 september 2001 in Gaellivare (Zweden), europa.eu.int/comm/environment/ waste/mining_dams_seminar.pdf).
  
   
• 3. 

  Het ergste ongeval dat ooit in het Verenigd Koninkrijk is gebeurd, vond in 1966 plaats als gevolg van de ineenstorting van een berg inert afval afkomstig van een kolenmijn in de stad Aberfan (Wales). Het ongeval kostte 144 mensen het leven, voornamelijk kinderen.
  
   
• 4. 

  Op 19 juli 1985 begaf een fluoriet residudam het in Stava (Trento, Italië), waarbij 200.000
   
• 5. 

  Bij dit ongeval kwamen 2 miljoen
   
• 6. 

  In Baia Mare had de doorbraak van een residubassin tot gevolg dat ongeveer 100.000
   
• 7. 

  Deze zaken worden in paragraaf 5 van de toelichting in detail beschreven.
  
   
• 8. 

  COM(2000) 664 def.
  
   
• 9. 

  Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 10 van 14-1-1997, pagina 13).
  
   
• 10. 

  Report of the International Task Force for Assessing the Baia Mare Accident, december 2000.
  
   
• 11. 

  Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie 'Veilig uitoefenen van mijnbouwactiviteiten: follow-up van recente mijnongevallen', A5-0214/2001 van 19 juni 2001.
  
   
• 12. 

  COM(2001) 624 def.
  
   
• 13. 

  De toelichting van het voorstel tot wijziging van de Seveso II-richtlijn stelt: 'De Commissie is zich ervan bewust dat haar voorstel misschien niet geldt voor voorzieningen voor de verwijdering van residuen, die gebruikt worden in verband met mechanische verwerkingsactiviteiten en die geen andere gevaarlijke stoffen bevatten dan die welke van nature in de grond of ondergrond aanwezig zijn, zoals zware metalen. Zij stelt daarom voor de veiligheidsaspecten van dergelijke voorzieningen te regelen via het initiatief over het beheer van mijnafval'.
  
   
• 14. 

  Zie eippcb.jrc.es/pages/ FActivities.htm voor meer informatie over het BBT-document.
  
   
• 15. 

  Deze paragraaf is voornamelijk gebaseerd op fragmenten van het verslag van het project 'Mining, Minerals and Sustainable Development', gesteund door de World Business Council on Sustainable Development.
  
   
• 16. 

  Ibid.
  
   
• 17. 

  De samenvatting van de technische informatie en de voorbeelden voor deze paragraaf komen grotendeels uit het eerste ontwerp van het BBT-document over 'Management of tailings and waste rock in mining activities', dat in september 2002 is opgesteld door het Europees IPPC-bureau, gevestigd in het Instituut Technologische Prognose in Sevilla. Deze paragraaf geeft slechts een ruw en vereenvoudigd overzicht van de situatie.
  
   
• 18. 

  Dit voorbeeld is afkomstig van www.rheinbraun.de.
  
   
• 19. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 78 van 26-3-1991, pagina 31).
  
   
• 20. 

  Momenteel ligt bij het Europees Hof van Justitie een verzoek om een prejudiciële beslissing (C-114/01 Avesta Polarit) over de vraag of mijnbouwactiviteiten geacht moeten worden buiten de werkingssfeer van de gewijzigde Richtlijn 75/442/EEG te vallen. De Commissie alsook de Finse overheid hebben aangedragen dat de verwijzing naar 'andere voorschriften' in artikel 2, lid 1, onder b) (ii), van de gewijzigde Richtlijn 75/442/EEG betekent 'andere communautaire voorschriften', wat zou betekenen dat de richtlijn van toepassing is op de mijnbouwsector gezien het feit dat er momenteel geen relevante communautaire wetgeving bestaat voor afval van de winningsindustrieën. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk redeneren echter dat de verwijzing naar 'voorschriften' zowel nationale als EU-wetgeving betreft. Het gevolg van hun interpretatie zou zijn dat de mijnbouwsector wordt uitgesloten van de werkingssfeer van Richtlijn 75/442/EEG (aangezien er al een aanzienlijke hoeveelheid nationale wetgeving bestaat). Het laatste argument zou in strijd zijn met de geest en het doel van de richtlijn (zoals herzien in 1991), dat onder meer is het bereiken van een gemeenschappelijke communautaire definitie van afval en een hoog niveau van milieubescherming in de hele EU. Het standpunt van de advocaat-generaal van 10 april 2003 bevestigt de interpretatie van de Commissie.
  
   
• 21. 

  In het licht van het arrest van het EHvJ in zaak C-9/00 (Palin Granit Oy) is materiaal zoals bovengrond, afvalgesteente, deklaag of residuen van winningsactiviteiten afval wanneer het beantwoordt aan de definitie in artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG.
  
   
• 22. 

  COM(1996) 399 def.
  
   
• 23. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 182 van 16-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 24. 

  De lidstaten kunnen ook verklaren dat ze gebruik willen maken van de optie in de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen om het aantal verplichtingen die volgens die richtlijn van toepassing zijn op de permanente ondergrondse opslag van afval in diepe onderaardse ruimtes zoals een zout- of kaliummijn te verminderen (zie artikel 2, lid f, en artikel 3, lid 5, van de richtlijn). Deze optie is in de praktijk waarschijnlijk alleen interessant voor mijnen die diepe ondergrondse en ondoordringbare gangen/schachten hebben, en heeft weinig nut voor dagbouwactiviteiten.
  
   
• 25. 

  Afvalbassins zijn grote opvuldammen die de residuen bevatten van het maalproces om metalen uit opgegraven ertsen te extraheren. Om de waardevolle materialen te verkrijgen, wordt het gesteente vermalen tot kleine deeltjes en gemengd met water en chemicaliën, zodat de waardevolle materialen eruit drijven. Het overblijvende fijne slik heeft de vastheid van zand, klei en slib. Het kan sulfiden bevatten die zuren vormen wanneer ze in de lucht in aanraking komen met water.
  
   
• 26. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26.
  
   
• 27. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 10 van 14-1-1997, pagina 13.
  
   
• 28. 

  COM(2001) 624 def. van 10.12.2001. Dit voorstel doorloopt momenteel het wetgevingsproces in de Raad en het Europees Parlement. De Commissie heeft een gewijzigd voorstel goedgekeurd en in de Raad is inmiddels politieke overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot dit voorstel.
  
   
• 29. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 327 van 22-12-2000, pagina 1 .
  
   
• 30. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 175 van 5-7-1985, pagina 40.
  
   
• 31. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 73 van 14-3-1997, pagina 5.
  
   
• 32. 

  Raadpleeg voor gedetailleerdere informatie bijlage 7 van het verslag 'Management of mining, quarrying and ore-processing waste in the European Union', BRGM, december 2001, opgesteld namens DG Milieu en beschikbaar op europa.eu.int/comm/environment/ waste/0204finalreportbrgm.pdf.
  
   
• 33. 

  Deze paragraaf is gebaseerd op het ontwerp-verslag van het PECOmines-project ("Inventory, regulation and environmental impact of toxic mining wastes in pre-Accession Countries"), dat is opgesteld door het PECOmines-team bij de eenheid Bodem en afval van het GCO in Ispra: Tamás Hámor, Legislation of mining waste management in Central and Eastern European Candidate Countries, Ispra, maart 2002 (niet gepubliceerd).
  
   
• 34. 

  Zie in het bijzonder de artikelen 2, 6 en 174-176 van het EG-Verdrag.
  
   
• 35. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 348 van 28-11-1992, pagina 9.
  
   
• 36. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 404 van 31-12-1992, pagina 10.
  
   
• 37. 

  Mededeling van de Commissie (COM(2000) 424 def.) betreffende een compendium met beleids richtsnoeren voor specifieke samenwerkingsgebieden of -sectoren bepaalt in paragraaf 2.4 inzake 'ontwikkeling van minerale hulpbronnen' dat de duurzame ontwikkeling van de mineralensector onder meer afhankelijk is van technische/financiële bijstand voor 'de ontwikkeling van milieuregelgevings kaders en het doen naleven hiervan'.
  
   
• 38. 

  Verdrag van de Verenigde Naties van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.
  
   
• 39. 

  www.cyanidecode.org/ .
  
   
• 40. 

  Richtlijn .../... /EG van
   
• 41. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/350/EG van de Commissie van 24 mei 1996 houdende aanpassing ingevolge artikel 17 van de bijlagen IIA en IIB bij Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 135 van 6-6-1996, pagina 32).
  
   
• 42. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 377 van 31-12-1991, pagina 20. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 94/31/EG van de Raad van 27 juni 1994 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 168 van 2-7-1994, pagina 28).
  
   
• 43. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 182 van 16-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 44. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 332 van 28-12-2000, pagina 91 .
  
   
• 45. 

  Financial evaluation of a Proposal for a Directive on waste from the extractive industry, Symonds Group, november 2002. De in de bovenstaande tekst genoemde kostenramingen zijn afkomstig van een in april 2003 uitgevoerde bijstelling, gebaseerd op het herziene voorstel voor een richtlijn.
  
   
• 46. 

  Het begrip 'netto contante waarde' wordt door financiële analisten veel gebruikt om verschillende kasstromen te vergelijken (d.w.z. reeksen uitgaven en/of inkomsten verspreid over verschillende groepen jaren). Voor de netto contante waarde wordt het geldbedrag van vandaag berekend dat een bepaalde kasstroom vertegenwoordigt tegen een gespecificeerd rentetarief. Daarbij wordt rekening gehouden met de kosten van het lenen en/of gebruiken van geld en met het feit dat een euro in de hand meer waard is dan de belofte van een euro op een moment in de toekomst.
  
   
• 47. 

  A study on the costs of improving the management of mining waste, Symonds Group, oktober 2001 (beschikbaar op europa.eu.int/comm/environment/ waste/studies/mining/mining_cost.pdf). De kostenaannames die in deze studie zijn gemaakt, hielden rekening met de situatie in de sectoren van de winningsindustrie voorafgaand aan de inwerkingtreding van de bepalingen van de Richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen.
  
   
• 48. 

  www.uepg.org
  
   
• 49. 

  europa.eu.int/comm/ environment/ waste/ mining.htm.
  
   
• 50. 

  Europees Milieuagentschap op themes.eea.eu.int/ Environmental_issues/waste/indicators/generation/index_html.
  
   
• 51. 

  Niet vergeten mag worden dat in de hele wereld residudammen hebben gefaald, in de afgelopen 30 jaar gemiddeld 1,7 dam per jaar (zie A D M Penman, Risk analyses of tailings dams constructions, document gepresenteerd tijdens het seminar 'Safe Tailings Dams Constructions', gehouden op 19-21 september 2001 in Gaellivare (Zweden), europa.eu.int/comm/environment/ waste/mining_dams_seminar.pdf).
  
   
• 52. 

  Het ergste ongeval dat ooit in het Verenigd Koninkrijk is gebeurd, vond in 1966 plaats als gevolg van de ineenstorting van een berg inert afval afkomstig van een kolenmijn in de stad Aberfan (Wales). Het ongeval kostte 144 mensen het leven, voornamelijk kinderen.
  
   
• 53. 

  Op 19 juli 1985 begaf een fluoriet residudam het in Stava (Trento, Italië), waarbij 200.000
   
• 54. 

  Bij dit ongeval kwamen 2 miljoen
   
• 55. 

  In Baia Mare had de doorbraak van een residubassin tot gevolg dat ongeveer 100.000
   
• 56. 

  Deze zaken worden in paragraaf 5 van de toelichting in detail beschreven.
  
   
• 57. 

  COM(2000) 664 def.
  
   
• 58. 

  Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 10 van 14-1-1997, pagina 13).
  
   
• 59. 

  Report of the International Task Force for Assessing the Baia Mare Accident, december 2000.
  
   
• 60. 

  Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie 'Veilig uitoefenen van mijnbouwactiviteiten: follow-up van recente mijnongevallen', A5-0214/2001 van 19 juni 2001.
  
   
• 61. 

  COM(2001) 624 def.
  
   
• 62. 

  De toelichting van het voorstel tot wijziging van de Seveso II-richtlijn stelt: 'De Commissie is zich ervan bewust dat haar voorstel misschien niet geldt voor voorzieningen voor de verwijdering van residuen, die gebruikt worden in verband met mechanische verwerkingsactiviteiten en die geen andere gevaarlijke stoffen bevatten dan die welke van nature in de grond of ondergrond aanwezig zijn, zoals zware metalen. Zij stelt daarom voor de veiligheidsaspecten van dergelijke voorzieningen te regelen via het initiatief over het beheer van mijnafval'.
  
   
• 63. 

  Zie eippcb.jrc.es/pages/ FActivities.htm voor meer informatie over het BBT-document.
  
   
• 64. 

  Deze paragraaf is voornamelijk gebaseerd op fragmenten van het verslag van het project 'Mining, Minerals and Sustainable Development', gesteund door de World Business Council on Sustainable Development.
  
   
• 65. 

  Ibid.
  
   
• 66. 

  De samenvatting van de technische informatie en de voorbeelden voor deze paragraaf komen grotendeels uit het eerste ontwerp van het BBT-document over 'Management of tailings and waste rock in mining activities', dat in september 2002 is opgesteld door het Europees IPPC-bureau, gevestigd in het Instituut Technologische Prognose in Sevilla. Deze paragraaf geeft slechts een ruw en vereenvoudigd overzicht van de situatie.
  
   
• 67. 

  Dit voorbeeld is afkomstig van www.rheinbraun.de.
  
   
• 68. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG van de Raad van 18 maart 1991 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 78 van 26-3-1991, pagina 31).
  
   
• 69. 

  Momenteel ligt bij het Europees Hof van Justitie een verzoek om een prejudiciële beslissing (C-114/01 Avesta Polarit) over de vraag of mijnbouwactiviteiten geacht moeten worden buiten de werkingssfeer van de gewijzigde Richtlijn 75/442/EEG te vallen. De Commissie alsook de Finse overheid hebben aangedragen dat de verwijzing naar 'andere voorschriften' in artikel 2, lid 1, onder b) (ii), van de gewijzigde Richtlijn 75/442/EEG betekent 'andere communautaire voorschriften', wat zou betekenen dat de richtlijn van toepassing is op de mijnbouwsector gezien het feit dat er momenteel geen relevante communautaire wetgeving bestaat voor afval van de winningsindustrieën. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk redeneren echter dat de verwijzing naar 'voorschriften' zowel nationale als EU-wetgeving betreft. Het gevolg van hun interpretatie zou zijn dat de mijnbouwsector wordt uitgesloten van de werkingssfeer van Richtlijn 75/442/EEG (aangezien er al een aanzienlijke hoeveelheid nationale wetgeving bestaat). Het laatste argument zou in strijd zijn met de geest en het doel van de richtlijn (zoals herzien in 1991), dat onder meer is het bereiken van een gemeenschappelijke communautaire definitie van afval en een hoog niveau van milieubescherming in de hele EU. Het standpunt van de advocaat-generaal van 10 april 2003 bevestigt de interpretatie van de Commissie.
  
   
• 70. 

  In het licht van het arrest van het EHvJ in zaak C-9/00 (Palin Granit Oy) is materiaal zoals bovengrond, afvalgesteente, deklaag of residuen van winningsactiviteiten afval wanneer het beantwoordt aan de definitie in artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG.
  
   
• 71. 

  COM(1996) 399 def.
  
   
• 72. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 182 van 16-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 73. 

  De lidstaten kunnen ook verklaren dat ze gebruik willen maken van de optie in de richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen om het aantal verplichtingen die volgens die richtlijn van toepassing zijn op de permanente ondergrondse opslag van afval in diepe onderaardse ruimtes zoals een zout- of kaliummijn te verminderen (zie artikel 2, lid f, en artikel 3, lid 5, van de richtlijn). Deze optie is in de praktijk waarschijnlijk alleen interessant voor mijnen die diepe ondergrondse en ondoordringbare gangen/schachten hebben, en heeft weinig nut voor dagbouwactiviteiten.
  
   
• 74. 

  Afvalbassins zijn grote opvuldammen die de residuen bevatten van het maalproces om metalen uit opgegraven ertsen te extraheren. Om de waardevolle materialen te verkrijgen, wordt het gesteente vermalen tot kleine deeltjes en gemengd met water en chemicaliën, zodat de waardevolle materialen eruit drijven. Het overblijvende fijne slik heeft de vastheid van zand, klei en slib. Het kan sulfiden bevatten die zuren vormen wanneer ze in de lucht in aanraking komen met water.
  
   
• 75. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26.
  
   
• 76. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 10 van 14-1-1997, pagina 13.
  
   
• 77. 

  COM(2001) 624 def. van 10.12.2001. Dit voorstel doorloopt momenteel het wetgevingsproces in de Raad en het Europees Parlement. De Commissie heeft een gewijzigd voorstel goedgekeurd en in de Raad is inmiddels politieke overeenstemming bereikt over een gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot dit voorstel.
  
   
• 78. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 327 van 22-12-2000, pagina 1 .
  
   
• 79. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 175 van 5-7-1985, pagina 40.
  
   
• 80. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 73 van 14-3-1997, pagina 5.
  
   
• 81. 

  Raadpleeg voor gedetailleerdere informatie bijlage 7 van het verslag 'Management of mining, quarrying and ore-processing waste in the European Union', BRGM, december 2001, opgesteld namens DG Milieu en beschikbaar op europa.eu.int/comm/environment/ waste/0204finalreportbrgm.pdf.
  
   
• 82. 

  Deze paragraaf is gebaseerd op het ontwerp-verslag van het PECOmines-project ("Inventory, regulation and environmental impact of toxic mining wastes in pre-Accession Countries"), dat is opgesteld door het PECOmines-team bij de eenheid Bodem en afval van het GCO in Ispra: Tamás Hámor, Legislation of mining waste management in Central and Eastern European Candidate Countries, Ispra, maart 2002 (niet gepubliceerd).
  
   
• 83. 

  Zie in het bijzonder de artikelen 2, 6 en 174-176 van het EG-Verdrag.
  
   
• 84. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 348 van 28-11-1992, pagina 9.
  
   
• 85. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 404 van 31-12-1992, pagina 10.
  
   
• 86. 

  Mededeling van de Commissie (COM(2000) 424 def.) betreffende een compendium met beleids richtsnoeren voor specifieke samenwerkingsgebieden of -sectoren bepaalt in paragraaf 2.4 inzake 'ontwikkeling van minerale hulpbronnen' dat de duurzame ontwikkeling van de mineralensector onder meer afhankelijk is van technische/financiële bijstand voor 'de ontwikkeling van milieuregelgevings kaders en het doen naleven hiervan'.
  
   
• 87. 

  Verdrag van de Verenigde Naties van 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.
  
   
• 88. 

  www.cyanidecode.org/ .
  
   
• 89. 

  Richtlijn .../... /EG van
   
• 90. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/350/EG van de Commissie van 24 mei 1996 houdende aanpassing ingevolge artikel 17 van de bijlagen IIA en IIB bij Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 135 van 6-6-1996, pagina 32).
  
   
• 91. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 377 van 31-12-1991, pagina 20. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 94/31/EG van de Raad van 27 juni 1994 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 168 van 2-7-1994, pagina 28).
  
   
• 92. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 182 van 16-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 93. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 332 van 28-12-2000, pagina 91 .
  
   
• 94. 

  Financial evaluation of a Proposal for a Directive on waste from the extractive industry, Symonds Group, november 2002. De in de bovenstaande tekst genoemde kostenramingen zijn afkomstig van een in april 2003 uitgevoerde bijstelling, gebaseerd op het herziene voorstel voor een richtlijn.
  
   
• 95. 

  Het begrip 'netto contante waarde' wordt door financiële analisten veel gebruikt om verschillende kasstromen te vergelijken (d.w.z. reeksen uitgaven en/of inkomsten verspreid over verschillende groepen jaren). Voor de netto contante waarde wordt het geldbedrag van vandaag berekend dat een bepaalde kasstroom vertegenwoordigt tegen een gespecificeerd rentetarief. Daarbij wordt rekening gehouden met de kosten van het lenen en/of gebruiken van geld en met het feit dat een euro in de hand meer waard is dan de belofte van een euro op een moment in de toekomst.
  
   
• 96. 

  A study on the costs of improving the management of mining waste, Symonds Group, oktober 2001 (beschikbaar op europa.eu.int/comm/environment/ waste/studies/mining/mining_cost.pdf). De kostenaannames die in deze studie zijn gemaakt, hielden rekening met de situatie in de sectoren van de winningsindustrie voorafgaand aan de inwerkingtreding van de bepalingen van de Richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen.
  
   
• 97. 

  www.uepg.org
  
   
• 98. 

  europa.eu.int/comm/ environment/ waste/ mining.htm.
  
   
• 99. 

  PB C ... van..., blz. ...
  
   
• 100. 

  PB C ... van..., blz. ...
  
   
• 101. 

  PB C ... van..., blz. ...
  
   
• 102. 

  Advies van het Europees Parlement van
   
• 103. 

  COM(2000) 664 def.
  
   
• 104. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 10 van 14-1-1997, pagina 13.
  
   
• 105. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 257 van 10-10-1996, pagina 26.
  
   
• 106. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 242 van 10-9-2002, pagina 1 .
  
   
• 107. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 194 van 25-7-1975, pagina 39. Richtlijn als laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/350/EG van de Commissie (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 135 van 6-6-1996, pagina 32).
  
   
• 108. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 182 van 16-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 109. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 327 van 22-2-2000 Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 327 van 22-2-2000blz. 1, Richtlijn als gewijzigd bij Beschikking nr. 2455/2001/EG (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 331 van 15-12-2001, pagina
  
  1).
  
   
• 110. 

  Richtlijn .../... /EG van
   
• 111. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 184 van 17-7-1999, pagina 23 .
  
   
• 112. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 377 van 31-12-1991, pagina 20. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 94/31/EG van de Raad van 27 juni 1994 (Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 168 van 2-7-1994, pagina 28).
  
   
• 113. 

  PB P 196 van 16.8.1967, blz. l.
  
   
• 114. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 200 van 30-7-1999, pagina 1 .
  
   
• 115. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 348 van 28-11-1992, pagina 9.
  
   
• 116. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 404 van 31-12-1992, pagina 10.
  
   
• 117. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 41 van 14-2-2003, pagina 26 .
  
   
• 118. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 129 van 18-5-1976, pagina 23.
  
   
• 119. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 20 van 26-1-1980, pagina 43.
  
   
• 120. 

  Richtlijn .../... /EG van het Europees Parlement en de Raad van
   
• 121. 

  Publicatieblad van de Europese Unie L-reeks nr. 203 van 28-7-2001, pagina 18 .
  
   
• 122. 

  De Europese Commissie kent nummers toe aan officiële documenten van de Europese Unie. De Commissie maakt onderscheid in een aantal typen documenten door middel van het toekennen van verschillende nummerseries. Het onderscheid is gebaseerd op het soort document en/of de instelling van de Unie van wie het document afkomstig is.
   
• 123. 

  De Raad van de Europese Unie kent aan wetgevingsdossiers een uniek toe. Dit nummer bestaat uit een vijfcijferig volgnummer gevolgd door een schuine streep met de laatste twee cijfers van het jaartal, bijvoorbeeld 12345/00 - een document met nummer 12345 uit het jaar 2000.
   
• 124. 

  Het interinstitutionele nummer is een nummerreeks die binnen de Europese Unie toegekend wordt aan voorstellen voor regelgeving van de Europese Commissie.
  Binnen de Europese Unie worden nog een aantal andere nummerseries gebruikt. Iedere instelling heeft één of meerdere sets documenten met ieder een eigen nummering. Die reeksen komen niet overeen met elkaar of het interinstitutioneel nummer.
   
• 125. 

  Deze databank van de Europese Unie biedt de mogelijkheid de actuele werkzaamheden (workflow) van de Europese instellingen (Europees Parlement, Raad, ESC, Comité van de Regio's, Europese Centrale Bank, Hof van Justitie enz.) te volgen. EURlex volgt alle voorstellen (zoals wetgevende en begrotingsdossiers) en mededelingen van de Commissie, vanaf het moment dat ze aan de Raad of het Europees Parlement worden voorgelegd.
   
• 126. 

  Als dag van bekendmaking van een Europees besluit geldt de dag waarop het besluit in het Publicatieblad wordt bekendgemaakt, en daardoor in alle officiële talen van de Europese Unie bij het Publicatiebureau beschikbaar is.
   
• 127. 

  Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat doelstellingen waar alle lidstaten van de Europese Unie aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie van richtlijnen.