Troonsopvolging deze zomer?

Met dank overgenomen van S.H. (Sophie) in 't Veld i, gepubliceerd op maandag 27 april 2009.

Terwijl de geruchten over een spoedig koningschap van Willem-Alexander rond zoemen, is de opvolging van de Voorzitter van de Europese Commissie i ook een hot topic.

Het lijkt erop dat Voorzitter Barroso door de nationale regeringen zal worden voorgedragen voor een tweede termijn. Daarmee lopen de regeringen vooruit op de uitslag van de verkiezingen op 4 juni, en gaan ze er kennelijk van uit dat de Christen Democratische EVP automatisch weer de grootste fractie worden.

Gister zei mijn PvdA collega Berman hetzelfde in Tros Kamerbreed. De vraag is wat de PvdA als coalitiepartner in de Nederlandse regering gaat doen. Steunt de regering Balkenende nog steeds de kandidatuur van Barroso? Of hoopt Balkenende nog steeds zelf Commissievoorzitter te worden, met steun van coalitiepartner PvdA? Of mikt hij op de nieuwe post van Permanent Voorzitter van de Raad (die wordt gecreëerd in het nieuwe EU Verdrag)?

Maar los van dit affront naar de kiezer, is het de vraag of Barroso de juiste kandidaat is. In 2004 heb ik zijn kandidatuur niet ondersteund, vooral omdat de regeringen overduidelijk een zwakke Commissie wilden, die naar de pijpen van de nationale hoofdsteden zou dansen. Aan die verwachting heeft Barroso volledig voldaan. Ik vond hem al niet geschikt voor een eerste termijn, en hij heeft me in de afgelopen vijf jaar geen reden gegeven om van mening te veranderen. De Commissie van Barroso kreeg van het Europees Parlement i pas het groene licht toen hij op zijn padvinderserewoord had gezworen dat (na het debakel met de homofobe, misogyne Buttiglione) zijn Commissie de Europese grondrechten tot de hoogste prioriteit zou maken. In de praktijk werd vooruitgang op het gebied van de grondrechten geboekt ondanks, en niet dankzij de Europese Commissie. Barroso heeft de Europese burgers keer op keer in de steek gelaten als het erom ging hun rechten te beschermen en te versterken.

Ook op andere terreinen, zoals economisch beleid en interne markt was deze Commissie zwak en afwezig. Tijdens de economische crisis toonde Barroso geen enkel initiatief. De enige krachtige en actieve Eurocommissaris i op dit terrein, Neelie Kroes i, krijgt van hem nauwelijks tot geen steun. Barroso liet zijn oren hangen naar de directieven uit de nationale hoofdsteden, en onder zijn leiding heeft de Europese Commissie haar taak als hoedster van de Verdragen volkomen laten liggen.

Deze tijden roepen om sterk politiek leiderschap. En dan bedoel ik niet autoritair leiderschap met veel bombarie (in de traditie van Bush, Sarkozy en Berlusconi), maar visie, moed, doortastendheid, overtuigingskracht, het vermogen mensen te inspireren en te verbinden, en van een kaliber dat zich kan meten met wereldleiders als President Obama. Onder 480 miljoen Europeanen moeten er toch capabele kandidaten te vinden zijn!

Als de EVP inderdaad de grootste fractie wordt, moeten er onder de Christen Democraten toch wel betere kandidaten te vinden zijn dan Barroso. D66 wil een sterk Europa, een Europa dat de uitdagingen van deze tijd het hoofd kan bieden. De Europese Liberale fractie was in een discussie onlangs vrijwel unaniem van mening dat Barroso een uitermate zwakke leider is gebleken.

Barroso is niet die krachtige, inspirerende leider die Europa nodig heeft. Daarom zal D66 zijn kandidatuur niet steunen.

Deze discussie zou heel anders lopen als de Europese Grondwet was aangenomen: dan zou de Commissie een stuk kleiner zijn geworden, en zou de samenstelling steeds meer een afspiegeling gaan vormen van de uitslagen van de Europese verkiezingen, zodat de burgers zelf in het stemhokje de politieke kleur van de Commissie kunnen bepalen. Door (als concessie aan de Ieren) vast te houden aan één Eurocommissaris per Lidstaat gaat dat helaas voorlopig niet door. Nu blijft jammer genoeg de samenstelling van de Europese Commissie het resultaat van een koehandel tussen regeringsleiders. Gemiste kans. Maar D66 blijft voor de toekomst streven naar die kleinere Europese Commissie.

Tenslotte moet de keuze van kandidaten voor de drie (of eventueel vier) hoogste posten in de EU een afspiegeling van de samenleving zijn. En die bestaat niet uitsluitend uit grijze mannen!!!!