100 jaar SGP
PDC, maart 2018
De SGP1 werd op 24 april 1918 in Middelburg opgericht. Met 100 jaar is de SGP de oudste van onze politieke partijen. Als kleine, getuigende orthodox-protestantse politieke groepering vertolkt de partij een authentiek geluid in ons staatsbestel. Hoewel veel van haar standpunten slechts door een kleine minderheid worden gedeeld, is daarvoor wel altijd respect in de samenleving. Deels is dat te verklaren doordat vaststaat dat de voorstellen van de SGP toch weinig kans zullen maken. Deels komt dat ook omdat de SGP steeds beschikte over gedegen en minzame volksvertegenwoordigers.
Haar standpunt over politieke activiteiten van vrouwen heeft de SGP recentelijk in het defensief gebracht. Ook de SGP heeft te maken gekregen met de vraag in hoeverre een (kleine) minderheid het recht heeft in te gaan tegen breed gedragen en vastgelegde opvattingen, bijvoorbeeld over gelijke rechten van mannen en vrouwen. Gezien de sterkte van haar jongerenorganisatie2 en gelet op de wijze waarop de SGP een eeuw een rol heeft vervuld in het politieke leven, lijkt de (bescheiden) rol van de SGP vooralsnog echter nog lang niet uitgespeeld.
Voormannen van de SGP waren achtereenvolgens de dominees Kersten3 en Zandt4, Ir. Van Dis5, dominee Abma6, Ir. Van Rossum7 en Ir. Bas van der Vlies8. Sinds 2010 is Kees van der Staaij9 politiek leider van de SGP.
Inhoudsopgave
In april 1918 kwamen afgevaardigden van kerkenraden van Gereformeerde Gemeenten en van acht plaatselijke kiesverenigingen bijeen om een nieuwe partij, de Staatkundig-Gereformeerde Partij, op te richten. Er werd direct besloten deel te nemen aan de Tweede Kamerverkiezingen van 3 juli 191810.
De nieuwe partij was een reactie op de koers van de ARP11. De SGP wilde een strikt volgens bijbelse normen geregeerd, protestants Nederland. Het politiek bondgenootschap van ARP en de Katholieken12 werd afgewezen. Het katholicisme werd beschouwd als 'afgoderij' en 'een valse godsdienst', die door de overheid moest worden geweerd en bestreden. De samenwerking tussen ARP en de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP13) werd een 'monsterverbond' genoemd.
In haar beginselprogramma werden aan de overheid strikte taken opgedragen, maar werd tevens nadruk gelegd op het particulier initiatief. Armenzorg werd gezien als een volledig kerkelijke en particuliere taak en sociale verzekering werd afgewezen.
De SGP is een interkerkelijke partij. De partij heeft haar aanhang vooral onder lidmaten van vier orthodox-protestantse kerkgenootschappen: de Gereformeerde Gemeenten, de Oud-Gereformeerde Gemeenten, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de orthodoxe vleugel van de voormalige Nederlands-Hervormde Kerk, thans deels te vinden in de Hersteld Hervormde Kerk.
In de eerste helft van de negentiende eeuw ontstond in de Nederlandse Hervormde (Gereformeerde) Kerk een breuk tussen de orthodoxe en vrijzinniger stromingen. In 1834 leidde dit tot "de Afscheiding". In het kerkgenootschap dat hieruit ontstond, vond later een afsplitsing plaats over de vraag wie er predikant mochten worden. Dit mondde in 1869 uit in het ontstaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk.
Een deel van de voormalige afgescheidenen van 1834 verenigden zich in de Gereformeerde Gemeenten onder 't Kruis en met andere kleinere kerkgenootschappen vormden zij in 1907 de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-Amerika. De gemeenten die zich niet bij de Gereformeerde Gemeenten aansloten, noemden zich Oud-Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
In de Nederlandse Hervormde Kerk was in 1906 de Gereformeerde Bond tot Vrijmaking der Nederlandsche Hervormde Kerken (later omgedoopt in Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging der Waarheid in de Nederlandse Hervormde Kerk). Deze 'bonders' vormden in de Hervormde Kerk een aparte orthodoxe vleugel.
Toen Gereformeerden, Hervomden en Lutheranen samengingen (formeel op 1 mei 2004) in de Protestantse Kerken in Nederland (PKN) kozen sommige orthodoxe gemeenten ervoor daar buiten te blijven. Zij hadden al in december 2003 de Hersteld Hervormde Kerk opgericht.
De religieuze verschillen tussen deze kerkgenootschappen zijn - zeker voor buitenstaanders - beperkt. Ontstaan en bestaan zijn vooral historisch en organisatorisch bepaald. Gezamenlijk worden aanhangers van deze stromingen aangeduid als 'bevindelijk gereformeerden'. Overigens waren lidmaten van de Christelijke-Gereformeerde Kerk en van de voormalige Gereformeerde Bond ook (in sterke mate) te vinden bij de ARP en RPF14, en later bij CDA15 en ChristenUnie16. In laatstgenoemde partij zijn veel lidmaten van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te vinden, en daarnaast van Evangelische Gemeenten en van de Nederlands Gereformeerde Kerken, die in 1969 ontstonden.
De SGP vindt haar aanhang in brede lagen van de bevolking. Traditioneel waren de agrarische sector, de visserij en de middenstand sterk vertegenwoordigd. Ook onder (hogere) ambtenaren en leidinggevenden in het bedrijfsleven zijn echter SGP'ers te vinden.
De achterban van de SGP is sterk regionaal geconcentreerd. De partij heeft veel aanhang in wat wordt genoemd 'de Bible belt', een strook van Nederland, die loopt vanuit Zeeland via de Zuid-Hollandse eilanden en waarden naar de Utrechtse heuvelrug, de Veluwe en Noord-West-Overijssel. In sommige gemeenten (Tholen, Goedereede, Neder-Betuwe, Staphorst, Rijssen-Holten en Urk) heeft de SGP traditioneel een sterke positie.
Door SGP'ers zijn in diverse gemeenten burgemeestersposten bekleed. Momenteel heeft de SGP nog zes burgemeesters in de in totaal 407 gemeenten. In Zeeland heeft de SGP een gedeputeerde. Voorheen was dat al eens het geval in Zuid-Holland.
Veel standpunten van de SGP zijn in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Dat geldt onder meer voor
-
-herinvoering van de doodstraf
-
-afschaffing van de staatsloterij
-
-bevordering van de openbare zedelijkheid
-
-bevordering van de traditionele (gezins)rol van vrouwen
-
-verbod van abortus en euthanasie
-
-benadrukking van het christelijke karakter (onder meer door vastlegging in de Grondwet)
In de loop der tijd is het standpunt over onder meer sociale verzekering gematigder geworden. Voorheen wees de SGP dit af als een vorm van gewetensdwang. In de sociale wetgeving werd onder meer door toedoen van de SGP een mogelijkheid voor gewetensbezwaren opgenomen. Tegenwoordig kiest de SGP vooral voor aanpassing van de sociale zekerheid met het oog op de betaalbaarheid op langere termijn vanwege de te verwachten vergrijzing.
Tegenwoordig worden ook pragmatischer standpunten ingenomen ten aanzien van de gezondheidszorg. Voorheen was een belangrijk strijdpunt een verbod van gedwongen vaccinatie. Nu ligt de nadruk meer op de mogelijkheid van gewetensbezwaren. Voorheen keerde de SGP zich tegen iedere vorm van internationale samenwerking (zo was zij tegen de Volkenbond, de Verenigde Naties en de E.E.G.). Nu is de SGP tegen een Europese superstaat, maar wordt erkend dat Europese samenwerking17 en integratie op sommige terreinen nodig is.
In 192218 kreeg de SGP voor het eerst een vertegenwoordiger in de Tweede Kamer19. Bij de verkiezingen van 192520 kwam daar een tweede lid bij. Nadien had de SGP steeds twee of drie Tweede Kamerleden. Vanaf 1971 is de SGP onafgebroken in de Eerste Kamer21 vertegenwoordigd.
Hoewel de SGP vooral een getuigende partij is, heeft zij indirect soms toch invloed gehad bij belangrijke politieke besluiten. Het voornaamste wapenfeit was het ten val brengen van het eerste kabinet-Colijn22. De SGP'ers Kersten en Zandt wisten in 1925 met steun van de Christelijk-Historische Unie23 (CHU) en van de linkse oppositie een amendement op de begroting van Buitenlandse Zaken24 aangenomen te krijgen, waardoor de gelden voor het gezantschap bij de paus werden geschrapt. Omdat dit voor de RKSP-ministers onaanvaardbaar was, vroegen zij ontslag. De overige ministers volgden hun voorbeeld.
Nadien bleven strijd tegen onder meer de vermeende 'Roomse' invloeden, tegen sport (de SGP was fel tegen regeringssteun aan de Olympische Spelen van 1928) en voor behoud van traditionele waarden belangrijke parlementaire strijdpunten. Geleidelijkaan werd de toon overigens milder en verdwenen de scherpe kanten van het antipapisme.
Vooral op terreinen buiten de directe politieke strijdpunten kon de SGP soms invloed uitoefenen. Gedacht kan worden aan wetgeving op het gebied van het waterstaatsbestuur, aan gemeentelijke herindelingen, parlementaire rechten, verkeerswetgeving en aan regelgeving op het gebied van scheepvaart en landbouw en visserij. Gezaghebbend op waterstaatkundig gebied was onder anderen SGP-Tweede Kamerlid Koos van den Berg25.
Omdat SGP'ers in het algemeen langere tijd Kamerlid zijn en als regel veel kennis hebben van staatsrechtelijke en procedurele kwesties, weten zij in het parlement vaak het nodige gezag te verwerven.
De SGP heeft circa 30.000 leden. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 201726 stemden ruim 218.000 kiezers op de partij. De jongerenorganisatie2 van de SGP telt ruim 7300 jongeren (tussen de 12 en 28 jaar). De SGP heeft in de Eerste Kamer en Tweede Kamer respectievelijk twee en drie leden. Fractieleider in de Eerste Kamer is Peter Schalk27. In het Europees Parlement zit één SGP-lid, Bas Belder28, die deel uitmaakt van de fractie Europese Conservatieven en Hervormers (ECR). Er zijn 245 plaatselijke kiesverenigingen.
In 2006 is in de partij besloten het standpunt over het lidmaatschap van vrouwen te herzien. Vrouwen kunnen inmiddels wel lid worden, maar kunnen geen vertegenwoordigende functie bekleden. In 2014 werd echter in Vlissingen in vrouwelijk raadslid gekozen. SGP-leden stemden in 2017 tijdens een partijcongres tegen de opname van de doodstraf in het verkiezingsprogramma. Het standpunt staat echter nog wel in het beginselprogramma van de partij.
Aanhangig bij de Eerste Kamer is nog een in 2006 door Van der Staaij9 (samen met Mat Herben29 van de LPF30) ingediend voorstel om bij goedkeuring van verdragen betreffende de Europese Unie een gekwalificeerde meerderheid (van tweederde) te verlangen.
De partij geldt als 'gouvernementeel' en is tegenwoordig vaak bereid om kabinetsbeleid te steunen. Tijdens het kabinet-Rutte I31 was de SGP informeel 'gedoogpartner' en ook tijdens het kabinet-Rutte II32 stemde zij geregeld mee met de regeringsfracties.
Meer over
- 1.De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
- 2.Deze Nederlandse onafhankelijke jongerenorganisatie is gelieerd aan de Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP). Van 1934 tot 2000 ging de organisatie door het leven als het Landelijk Verband voor Staatkundig-Gereformeerde Studieverenigingen (LVSGS). De SGPJ wil graag als bruggenbouwer tussen de gereformeerde en seculiere wereld dienen. Het ledental van de SGP-Jongeren ligt rond de 3.000. Het hoofdkantoor is gevestigd in Rotterdam.
- 3.Eerste vertegenwoordiger van de SGP in de Tweede Kamer. Was aanvankelijk onderwijzer, later predikant van een orthodox-gereformeerd kerkgenootschap. Pleitbezorger van een op Bijbelse grondslag geregeerd calvinistisch Nederland zonder bioscoop, sport, vaccinatie en sociale zekerheid. Bekend vanwege zijn amendement in de 'Nacht van Kersten' om het gezantschap bij de Paus op te heffen. Aanneming een dag later leidde tot de val van het eerste kabinet-Colijn. Had geen onbesproken gedrag in de oorlog en keerde na 1945 niet terug in de Tweede Kamer. Eenvoudig, vriendelijk en gemoedelijk Kamerlid.
- 4.Orthodox-hervormde predikant, die door zijn kenmerkende zwarte pak en conservatief-protestantse opvattingen jarenlang een opvallende figuur in de Tweede Kamer was. Pleitbezorger van een protestants, volgens bijbelse normen geregeerd Nederland. Antipapistisch. Maakte bijvoorbeeld bezwaar tegen een bankbiljet, omdat daarop een kleine afbeelding van Sint Maarten stond. Als nestor van de Kamer diverse keren waarnemend Kamervoorzitter. Raakte nooit zijn spreekangst kwijt, maar kon wel met Gronings accent scherp uit de hoek komen, bijvoorbeeld over de Indiëpolitiek. Was ook lange tijd gemeenteraadslid in Delft en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland.
- 5.SGP-voorman van christelijk-gereformeerden huize. Scheikundig ingenieur, die jarenlang een onvervalst orthodox-calvinistisch en anti-Rooms geluid in beide Kamers liet horen. Strijder tegen vrouwenkiesrecht, loterijen, crematie, sport, inentingen, emancipatie, de Verenigde Naties, etc., etc. Tevens een fervent dierenbeschermer. Was ruim dertig jaar parlementariër en daarnaast gemeenteraadslid in Rotterdam en lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Lange tijd stond hij in de schaduw van de voormannen Kersten en Zandt, maar vanaf 1961 was hij fractieleider en in 1963 en 1967 lijsttrekker. Bekende, beminnelijke en onwankelbaar getuigende politicus, die altijd een donkere jas en hoed droeg.
- 6.Hervormde dominee (Gereformeerdebonder) en SGP-voorman met kenmerkend zwart pak en donkere domineesstem. Kwam in 1963 in de Tweede Kamer en volgde in 1971 Ir. Van Dis op als fractievoorzitter. Bleef daarnaast actief als predikant. Diende in 1979 met de GPV'er Verbrugh een, overigens kansloos, initiatiefwetsvoorstel in over bescherming van ongeboren leven, als alternatief voor de abortusvoorstellen van PvdA en D66 en van het kabinet-Van Agt. Stapte in 1981 over naar 'de overzijde van het Binnenhof'. Bleef ook in de Kamer allereerst dominee, die vaak citeerde uit de Bijbel. Als hij als Kamerlid sprak, richtte hij vaak de blik omhoog, het hoofd schuin achterover gebogen. Minzame en gerespecteerde 'getuigende' politicus.
- 7.Opgewekte Delftse ingenieur civiele techniek, afkomstig van Overflakkee, die van 1967 tot 1986 een alom gewaardeerd Tweede Kamerlid was voor de SGP. Genoot in waterstaatskringen groot gezag. Bracht in 1968 als beginnend parlementariër een initiatiefwet op waterstaatkundig gebied tot stand. Introduceerde aan het eind van het Kamerdebat over de RSV-enquête de term "aangeschoten wild " voor minister Van Aardenne. Vele bestuurlijke functies in de Gereformeerde Gemeenten. Sprak met het accent van zijn geboorte-eiland.
- 8.Politiek voorman van de SGP, die als nestor van de Tweede Kamer gezag verwierf. Studeerde weg- en waterbouw en was werkzaam in het onderwijs. Kwam in 1981, na ruim acht jaar Statenlid in Utrecht te zijn geweest, in de Kamer. Vanaf 1986 fractievoorzitter en partijleider. Voerde in de Kamer het woord over uiteenlopende onderwerpen. Minzame, hardwerkende volksvertegenwoordiger die zich dienstbaar opstelde en geen eerzucht kende. Als nestor ontwikkelde hij zich, ondanks het tamelijk politieke isolement van zijn partij, tot het staatsrechtelijk en 'zedelijk' geweten van de Kamer. Waarschuwde geregeld tegen verruwing van de parlementaire mores.
- 9.Kees van der Staaij (1968) is sinds 1 juni 2024 staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Hij was van 19 mei 1998 tot 6 december 2023 Tweede Kamerlid voor de SGP. De heer Van der Staaij was in 2010-2023 politiek leider van de SGP. Hij was eerder adjunct-chefjurist bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In de Tweede Kamer hield hij zich onder meer bezig met algemene politiek onderwerpen, veiligheid en justitie, buitenlandse zaken, Koninklijk Huis en volksgezondheid, welzijn en sport. Hij zat verder een werkgroep voor die de herziening van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer voorbereidde en in 2021 een werkgroep over versterking van de positie van de Tweede Kamer. Bij zijn vertrek was hij de nestor van de Kamer.
- 10.De Tweede Kamerverkiezingen van 1918 waren op 3 juli. Het waren de eerste waarbij alle mannen mogen meestemmen. Het waren tevens de eerste verkiezingen volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Er werd niet meer per district gestemd volgens een meerderheidsstelsel, maar kiezers brengen hun stem uit op een persoon die op een kandidatenlijst van een partij staat. Alle uitgebrachte stemmen tellen vanaf deze verkiezingen mee voor de zetelverdeling.
- 11.De ARP werd op 3 april 1879 opgericht door Abraham Kuyper. Daarmee kwam er een partijverband voor politieke stroming, de antirevolutionairen, die reeds sinds het begin van de 19e eeuw bestond. Zij was de eerste nationale politieke partij. De ARP was een christendemocratische, protestantse partij. In 1980 ging de ARP met KVP en CHU op in het CDA.
- 12.Pas aan het einde van de 19e eeuw ontstond er een politieke organisatie van katholieken. Toch traden zij al vanaf omstreeks 1870 als groepering in het parlement op. Het zou tot 1883 duren, voordat er 'Proeve van een program van een katholieke partij' kwam en pas in 1897 kwam er een verbond van R.K. kiesverenigingen. Initiatiefnemer voor de katholieke partijvorming was de priester-staatsman Herman Schaepman.
- 13.De RKSP werd formeel op 3 juni 1926 opgericht als katholieke partij en was de voorloper van de KVP. Daarvoor waren de katholieken georganiseerd in de Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen, die informeel ook al RKSP werd genoemd. Deze bond was in mei 1904 ontstaan. In de Tweede Kamer was in 1893 voor het eerst sprake van een RK-Kamerclub. Vanaf 1918 was er een RKSP-fractie. In Eerste Kamer kwamer er omstreeks 1922 een fractie.
- 14.De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
- 15.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 16.De ChristenUnie is een christelijke partij, met op sociaal en ecologisch gebied progressieve en op ethisch gebied behoudender standpunten. Politiek leider van de ChristenUnie is sinds januari 2023 Mirjam Bikker. De partij ontstond in januari 2000 als samenwerkingsverband tussen het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) en de Reformatorische Politieke Federatie (RPF). Per 22 januari 2000 zijn de partijen gefuseerd.
- 17.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 18.De Tweede Kamerverkiezingen van 1922 waren op 5 juli. Ze waren nodig vanwege aanneming van voorstellen tot grondwetsherziening in eerste lezing. De confessionele partijen profiteerden van de invoering van het vrouwenkiesrecht en vergrootten hun meerderheid. De SGP kwam voor het eerst in de Kamer. Na deze verkiezingen werd het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II gevormd.
- 19.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 20.De Tweede Kamerverkiezingen van 1925 waren op 1 juli. Ze stonden in het teken van de bezuinigingspolitiek van minister van Financiën Colijn. De grootste partij deze verkiezingen was de RKSP, hoewel de SDAP een flinke stijging doormaakte. Na de verkiezingen werd het eerste kabinet-Colijn gevormd.
- 21.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 22.Dit eerste christelijke kabinet onder leiding van Hendrik Colijn kwam al na drie maanden, in november 1925, ten val. Colijn was bij de verkiezingen als sterke man geafficheerd, nadat hij als minister van Financiën in het vorige kabinet een op bezuinigingen gericht financieel beleid had gevoerd. Ook in dit door hem geleide kabinet had hij de portefeuille Financiën.
- 23.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 24.Het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft als taak de voorbereiding, de coördinatie en de uitvoering van het buitenlands beleid.
- 25.Waterstaatsdeskundige, die promoveerde op een dissertatie over waterstaatsrecht. Als SGP-Tweede Kamerlid hield hij zich evenwel ook bezig met onder meer binnenlands bestuur, defensie, buitenlandse zaken en volkshuisvesting. Voor hij in de Kamer kwam, was hij in dienst van de Provincie Overijssel. Werkzaam en gewaardeerd Kamerlid met groot historisch besef. Lidmaat van één van de meest orthodox-gereformeerde kerkgenootschappen.
- 26.Op 15 maart 2017 waren er Tweede Kamerverkiezingen. Het ging om een reguliere verkiezing na afloop van de volledige kabinetsperiode, maar er lagen ook drie grondwetsvoorstellen voor die in eerste lezing waren aanvaard door beide Kamers. Winnaars waren GroenLinks, D66, PVV en CDA, terwijl de twee regeringspartijen verloren. Voor de PvdA was dat verlies zelfs 29 zetels. De VVD bleef wel de grootste. Nieuw in de Kamer waren DENK en Forum voor Democratie.
- 27.Peter Schalk (1961) is sinds 9 juni 2015 Eerste Kamerlid voor de SGP. Tevens is hij fractievoorzitter. De heer Schalk was vijfentwintig jaar bestuurder (Raad van Bestuur) van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie, een belangenorganisatie voor werknemers, werkgevers en zelfstandigen die Bijbelse principes als uitgangspunt voor haar activiteiten heeft. Daarvoor werkte hij in het onderwijs.
- 28.Bas Belder (1946) was van 20 juli 1999 tot 2 juli 2019 lid van het Europees Parlement. Namens de SGP maakte hij sinds 2014 deel uit van de fractie van Europese Conservatieven en Hervormers. De heer Belder werkte eerder in het onderwijs en hij was buitenland-redacteur van het Reformatorisch Dagblad. In het Europees Parlement hield de heer Belder zich met name bezig met buitenlands beleid en was lid (en was lange tijd voorzitter) van de delegatie voor de betrekkingen met Israël.
- 29.Vriendelijke, relativerende LPF-voorman, die - feitelijk noodgedwongen - vier jaar een vooraanstaande politieke rol speelde. Als voorlichter van Pim Fortuyn trad hij, na diens geweldadige dood, onverwacht als aanvoerder van de LPF naar voren. Hij werd fractievoorzitter en onderhandelaar bij de formatie. Kreeg toen zowel waardering voor zijn bezadigde rol als kritiek, omdat hij volgens partijleden te mild was. Trok zich daarom al na enige maanden terug. Kort voor de kabinetscrisis van 2002 keerde hij terug als fractievoorzitter en in 2003 was hij lijsttrekker. Ook dat leiderschap werd voortijdig beëindigd, maar in 2006 werd hij opnieuw fractievoorzitter. Als oud-voorlichter van defensie had dat onderwerp zijn bijzondere belangstelling en hij zette zich onder meer in voor veteranen. Is sinds 2018 gemeenteraadslid in Montfoort.
- 30.De Lijst Pim Fortuyn (LPF) werd opgericht in 2002 na de breuk tussen de lijsttrekker Pim Fortuyn en de partij Leefbaar Nederland. De oorzaak van de breuk was een aantal ongelukkig gekozen uitspraken in De Volkskrant door Fortuyn. De partij heette officieel: Politieke Vereniging Lijst Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 werd de politiek leider van de partij, Pim Fortuyn, vermoord. Desondanks maakte de LPF samen met CDA en VVD deel uit van het kabinet Balkenende I.
- 31.Dit minderheidskabinet van VVD en CDA werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen 2010 en trad op 14 oktober 2010 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende IV. Voor een meerderheid in de Tweede Kamer sloten de regeringspartijen een gedoogakkoord met de PVV. VVD-leider Mark Rutte werd de eerste premier van VVD-huize.
- 32.Dit kabinet werd door VVD en PvdA gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012. VVD-leider Mark Rutte werd voor de tweede keer premier. Onder leiding van informateurs Wouter Bos en Henk Kamp wisten de coalitiepartijen hun grote onderlinge verschillen te overbruggen. De formatie van het kabinet-Rutte II was één van de snelste kabinetsformaties ooit.