Burgemeester
Een burgemeester is een door de Kroon1 benoemde gemeentebestuurder, die lid en voorzitter is van het College van burgemeester en wethouders in een gemeente2. De burgemeester heeft een belangrijke rol bij de beleidsvorming in een gemeente en heeft daarnaast speciale verantwoordelijkheid voor de openbare orde. De burgemeester is het gezicht van de gemeente. In 2018 is de Kroonbenoeming uit de Grondwet gehaald, maar de Gemeentewet is nog niet gewijzigd.
Inhoudsopgave
De burgemeester ziet in de gemeente toe op tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid en van besluiten om dat uit te voeren. Verder zorgt hij/zij voor goede samenwerking met andere gemeenten en andere overheden, voor de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie en voor de zorgvuldige afhandeling van bezwaarschriften en van klachten.
Een burgemeester is voorts belast met handhaving van de openbare orde in de gemeente. Hij/zij is bevoegd noodmaatregelen te treffen. Ook heeft de burgemeester enkele bij wetten aan hem/haar toegekende taken, zoals het besluit om iemand tijdelijk een huisverbod op te leggen.
De benoeming van de burgemeester wordt volgens artikel 131 van de Grondwet3 geregeld door de wet. Deze wet is de Gemeentewet. Bij benoeming van een nieuwe burgemeester draagt de raad twee kandidaten voor aan de minister van Binnenlandse Zaken4 op basis van een advies van een vertrouwenscommissie uit de raad (in uitzonderingsgeval mag één kandidaat worden voorgedragen). In principe volgt de minister de voordracht. Een burgemeester wordt voor zes jaar benoemd, na zes jaar is telkens weer herbenoeming mogelijk.
Er is kritiek van politieke en maatschappelijke kringen kritiek op de Kroonbenoeming. Sommigen bepleiten een gekozen burgemeester. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn democratische legitimiteit en een beoogde sterkere positie voor de burgemeester.
Eerste Kamer
Een burgemeester mag ook lid zijn van de Eerste Kamer6. Tegenwoordig zitten er geen burgemeesters in de Senaat. Tot omstreeks 1980 kwam de combinatie burgemeester-Eerste Kamerlid echter veelvuldig voor. In 1967 bijvoorbeeld zaten in de Eerste Kamer de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, Arnhem, Roermond, Delft, Velsen, Waalwijk, Kampen, Brielle, Onstwedde, Zutphen en Nieuwerkerk (Zld.).
Sommige partijen, zoals CDA en PvdA, bepaalden in de jaren tachtig dat de combinatie onwenselijk was, maar bij de PvdA is dit niet meer zo. Sommige gemeenten vinden het juist aantrekkelijk als hun burgemeester over goede Haagse contacten beschikt.
Tweede Kamer
Een burgemeester mag ook lid van de Tweede Kamer7 zijn. Dit is in de negentiende en twintigste eeuw regelmatig voorgekomen. Zo was Maarten Schakel8 van 1964 tot en met 1981 zowel burgemeester van Noordeloos, Hoornaar en Hoogblokland als Kamerlid. Tegenwoordig is het zeer ongebruikelijk dat een burgemeester in de Tweede Kamer zit. Dit heeft te maken met de grotere werklast voor Kamerleden in vergelijking met vroeger. Daarnaast vinden de meeste politieke partijen deze combinatie onwenselijk.
Incompatibiliteiten
Het ambt van burgemeester is onverenigbaar met onder meer het ambt van minister, staatssecretaris, lid Raad van State, lid Algemene Rekenkamer, Nationale Ombudsman, Commissaris van de Koning(in), gedeputeerde, lid gemeenteraad en wethouder.
Burgemeesters die minister werden
Hoewel het ambt van burgemeester en het ambt van minister onverenigbaar zijn, hebben wel een aantal burgemeesters de overstap gemaakt naar het ministerschap. Het komt echter niet zo vaak voor.
In 2005 werd toenmalig D66-voorzitter Alexander Pechtold9 tussentijds minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Pechtold was tot dat moment burgemeester van Wageningen. Guusje ter Horst10 werd op 22 februari 2007 minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na een termijn als burgemeester van Nijmegen. In 2022 werd Franc Weerwind11, die tot dan minister van Almere was, minister.
Ivo Opstelten12 had zijn (lange) loopbaan als burgemeester al min of meer achter de rug toen hij in 2010 minister werd. Hij was in 2009-2010 nog waarnemend burgemeester in Tilburg geweest. Bram Peper13 en Haijo Apotheker14 werden minister in het tweede kabinet-Kok15. Peper was jarenlang burgemeester van Rotterdam en daarvoor vicevoorzitter van de PvdA. Apotheker had in Groningen een burgemeestersloopbaan doorlopen en was op het moment van zijn benoeming burgemeester van Leeuwarden.
In het kabinet-Lubbers III16 werd Ien Dales17, die toen burgemeester van Nijmegen was, minister van Binnenlandse Zaken. Eerder was zij staatssecretaris en Tweede Kamerlid. Ook haar opvolger, Ed van Thijn18, was burgemeester (van Amsterdam). Ook hij had een lange 'Haagse' loopbaan achter zich. Dat gold eveneens voor Zeevalking19 (oud-staatssecretaris en oud-Kamerlid), Van der Louw20 (oud-Kamerlid en oud-partijvoorzitter), en Geertsema21 (die behalve burgemeester van Wassenaar ook fractievoorzitter in de Tweede Kamer was).
Oud-politici als burgemeester
De omgekeerde weg wordt ook bewandeld: het komt regelmatig voor dat landelijke oud-politici tot burgemeester worden benoemd. Van de burgemeesters in de grootste steden was het overgrote deel eerder actief in de landelijke politiek.
Burgemeesters grote steden
De huidige burgemeesters van de grote vier steden zijn Femke Halsema22 (Amsterdam), Carola Schouten23 (Rotterdam), Jan van Zanen24 (Den Haag) en Sharon Dijksma25 (Utrecht). Bekende Amsterdamse burgemeesters uit het recente verleden waren Job Cohen26 (2001-2010) en Ed van Thijn18 (1983-1994).
Meer over
- 1.'De Kroon' is een ander woord voor de regering. Staatsrechtelijk hebben in ons land de Koning en de ministers de regeringsmacht. Op grond van de ministeriële verantwoordelijkheid zijn echter de ministers verantwoordelijk. We spreken vooral over 'de Kroon' in geval van benoemingen. Zo is de benoeming van een burgemeester of van een Commissaris van de Koning(in) een Kroonbenoeming. Zo'n benoeming gebeurt bij Koninklijk besluit.
- 2.De gemeente is naast de provincie en het Rijk één van de drie bestuurslagen van ons land. Gemeenten staan het dichtst bij de burgers en hebben een democratisch bestuur. Zij hebben lokale taken, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, verkeer, openbare orde, cultuur en onderwijs. Daarnaast voeren gemeenten mede rijkstaken uit, bijvoorbeeld ten aanzien van ruimtelijke ordening, werk en inkomen, jeugdzorg en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Gemeenten krijgen geld van het Rijk, maar ze kunnen ook zelf belastingen heffen. Er zijn op 1 januari 2024 in Nederland 342 gemeenten.
- 3.De commissaris van de Koning en de burgemeester worden aangesteld, geschorst en ontslagen op een bij de wet te bepalen wijze. Krachtens de wet kunnen nadere regels worden gesteld over de daarbij te volgen procedures.
- 4.Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
- 5.De burgemeester wordt in Nederland nog door de Kroon benoemd. Dat gebeurt op voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na een aanbeveling van de gemeenteraad. De minister kan de aanbeveling voor benoeming of ontslag alleen om zwaarwegende redenen weigeren, maar in de praktijk gebeurt dat vrijwel nooit.
- 6.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 7.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 8.Markant en bekend ARP- en CDA-Tweede Kamerlid. Gereformeerde dorpsburgemeester uit de Alblasserwaard, die als jongeman een moedig verzetsstrijder was. Na de oorlog de jongste burgemeester van Nederland. Kwam in 1964 als vertegenwoordiger van de rechtervleugel van zijn partij (de zgn. 'verontrusten') in de Kamer. Bleef op de rechtervleugel opereren, ook later als CDA'er. Kreeg door zijn achtergrond en optreden in de Kamer op den duur gezag in de Tweede Kamer. Las bijvoorbeeld als één van de laatsten zijn speeches niet voor. Woordvoerder op gebied van binnenlands bestuur en verkeer en belangenbehartiger van de wegvervoerders. Enige jaren eerste ondervoorzitter van de Kamer. Laatste burgemeester/Tweede Kamerlid. Trouw deelnemer aan de vierdaagse in Nijmegen.
- 9.Alexander Pechtold (1965) was in 2006-2018 fractievoorzitter en politiek leider van D66. Hij was sinds november 2006 Tweede Kamerlid. De heer Pechtold was verder van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is opgeleid als kunsthistoricus en werkte onder andere bij een veilinghuis. Van 1997 tot 2002 was hij wethouder in Leiden. Vanaf eind 2002 tot 2005 was hij voorzitter van D66. en in de periode 2003-2005 burgemeester van Wageningen. De heer Pechtold was enige jaren woordvoerder Europese zaken en onderwerpen rond het koninklijk huis. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Per 1 november 2019 werd hij algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
- 10.PvdA-bestuurder, minister en senator. Studeerde psychologie en was wetenschapper en docent op tandheelkundig gebied. Haar bestuurlijke loopbaan liep via de Amsterdamse raad, de Universiteit van Amsterdam, een wethouderschap in Amsterdam en het burgemeesterschap in Nijmegen tot een ministerschap in het kabinet-Balkenende IV (2007-2010). In dat kabinet was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarna voorzitter van de HBO-raad en in 2011-2015 Eerste Kamerlid. Hield zich in de Senaat bezig met volksgezondheid en verkeer. Gold als een krachtdadige en charmante bestuurder, maar was als minister wat minder gelukkig omdat haar wat ongeduldige en doelgerichte bestuursstijl soms weerstand opriep.
- 11.Franc Weerwind (1964) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister voor Rechtsbescherming in het kabinet-Rutte IV. Hij is lid van D66 en was sinds 2015 burgemeester van Almere. Eerder was hij burgemeester in Niedorp en Velsen en gemeentesecretaris.
- 12.VVD-bestuurder, minister en partijvoorzitter, die werd gevormd in de gemeenteadministratie en daarna op 28-jarige leeftijd aan een indrukwekkende loopbaan begon als burgemeester. Na een onderbreking van vijf jaar als topambtenaar op Binnenlandse Zaken werd hij in 1992 eerste burger van Utrecht en ruim zes jaar later van het voorheen 'rode bolwerk' Rotterdam. Was een krachtig, maar soepel handhaver van gezag. Daarna nog waarnemer in Tilburg en vanaf 2008 voorzitter van de VVD. Politieke peetvader van Mark Rutte en na de formatie van diens eerste kabinet, waarin hij een groot aandeel had, minister van Veiligheid en Justitie. Voerde voortvarend een nieuwe Politiewet in. Kwam in het kabinet-Rutte II minder uit de verf en moest voortijdig aftreden. Rasbestuurder met een fors postuur en sonore basstem, die amicaal en prettig in de omgang is.
- 13.PvdA-bestuurder die zijn ministerschap van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet-Kok opgaf in verband met een declaratie-affaire. Wetenschapper (socioloog) en tijdens het kabinet-Den Uyl politiek adviseur voor het welzijnsbeleid. Daarnaast als vicevoorzitter van de PvdA een belangrijk partijideoloog. Als burgemeester van Rotterdam (sinds 1982) werd hij bij een deel van de bevolking populair, maar maakte hij ook nogal wat (politieke) vijanden die vonden dat hij te weinig open bestuurde. Dat beeld leek bevestigd te worden in onderzoek naar zijn ruime declaratiegedrag. Werd later gerehabiliteerd, omdat bij het accountantsonderzoek fouten waren gemaakt. Creatieve denker en doener, die in persoonlijke relaties nog wel eens onhandig optrad.
- 14.Groningse socioloog en planoloog die als wethouder van Loppersum en daarna als burgemeester van Muntendam, Veendam en Leeuwarden veel waardering oogstte, hoewel hij zowel in eerstgenoemde als in laatstgenoemde ('rode') gemeenten aanvankelijk niet welkom was. Zijn lange loopbaan als burgemeester werd onderbroken door zijn ministerschap van Landbouw namens D66 in het tweede kabinet-Kok. Liep echter vast in de grillige Haagse politiek en stapte na tien maanden op. Werd daarna weer burgemeester, onder andere van Steenwijkerland. In 2011 benoemd tot burgemeester van de nieuwe gemeente Súdwest-Fryslân, na daar en in Sneek eerder waarnemer te zijn geweest. Na zijn afscheid daar was hij van in 2018 waarnemend burgemeester van Waadhoeke en daarna in Noardeast-Fryslân. Bekwaam onopgesmukt bestuurder.
- 15.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 16.In het derde kabinet-Lubbers werkte het CDA samen met de PvdA. De VVD, coalitiepartner van het CDA in het voorgaande kabinet-Lubbers II, belandde na de verkiezingen van 1989 in de oppositie. CDA-leider Ruud Lubbers werd voor de derde keer premier.
- 17.Kordate, sociaal bewogen en onconventionele PvdA-politica. Begon haar loopbaan bij het christelijke vormingsinstituut 'Kerk en Wereld' en was later directeur van de sociale dienst in Rotterdam. Als staatssecretaris onder Den Uyl in het kabinet-Van Agt II medeverantwoordelijk voor fel bekritiseerde plannen om de Ziektewet te versoberen. Na vijf jaar Tweede Kamerlidmaatschap werd zij burgemeester van Nijmegen. Dat ambt verruilde zij in 1994 voor het ministerschap van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Lubbers III. Zette in op een beleid van 'sociale vernieuwing' en bracht samen met Hirsch Ballin een nieuwe Politiewet en antidiscriminatiewetgeving tot stand. Bestuurder op hoofdlijnen, die goed leiding kon geven. Had soms een wat moeizame relatie met het parlement, omdat zij niet altijd wenste in te gaan op detailkritiek. Werd door volkomen zichzelf te blijven een populair politica.
- 18.Amsterdamse, gepassioneerde sociaaldemocraat, die als Joodse jongen de bezetting overleefde en daarna een onvermoeibaar mensenrechtenstrijder werd. Vanuit de WBS, het wetenschappelijk bureau van de PvdA, spoedig raadslid in Amsterdam en vooraanstaand Tweede Kamerlid, dat zich met binnenlandse zaken en verkeer bezighield. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl fractievoorzitter en in 1977 onderhandelaar bij de mislukte formatie. Werd daarna (opnieuw) woordvoerder staatkundige vernieuwing en in 1981 minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Van Agt II. Vanaf 1983 tien jaar een populaire burgemeester van Amsterdam die veel betrokkenheid toonde met de stad in alle facetten. Keerde in 1994 terug als minister, maar de IRT-affaire dwong hem tot voortijdig aftreden. Speelde als senator in 2005 een cruciale rol bij het 'afschieten' van het voorstel voor de gekozen burgemeester. Goed bestuurder en debater; cultuur- en sportliefhebber.
- 19.Onafhankelijke zakelijke bestuurder, op vele terreinen inzetbaar. Afkomstig uit VVD en medeoprichter van D'66. Wethouder van Utrecht en staatssecretaris van Justitie in het kabinet-Den Uyl. Daarna Tweede Kamerlid en burgemeester van Rijswijk. Ontzag als minister Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Van Agt II de Oostvaardersplassen bij de vaststelling van het tracé voor de Flevospoorlijn, maar besloot ook een snelweg door landgoed Amelisweerd aan te leggen. Toneelliefhebber met vele culturele activiteiten. Kan worden getypeerd als een weldoorvoede, goed geklede Saks en een op compromissen gerichte manager.
- 20.Overtuigd sociaaldemocraat, die in de jaren zestig de vernieuwingsbeweging in de PvdA leidde en daarna een populair burgemeester van Rotterdam werd. Zoon van een melkboer en actief in de socialistische jeugdbeweging en enige jaren perschef van de VARA. Als voorman van Nieuw Links werd hij (vice)voorzitter van de PvdA. Voorstander van grotere invloed van partijleden en van heldere scheidslijnen in de politiek. Zijn benoeming tot burgemeester van Rotterdam was omstreden, maar hij verwierf snel de sympathie van zowel de 'gewone man' als van de ondernemers. In 1981 werd hij uit plichtsbesef minister in het tweede kabinet-Van Agt. Na een korte periode in de Tweede Kamer voorzitter van Rijnmond en - na de mislukte vorming van een Rijnmondprovincie - omroep- en sportbestuurder. Warme persoonlijkheid met onafscheidelijke pijp en snor, die idealisme en pragmatisme combineerde.
- 21.VVD-politicus uit een familie met een grote bestuurstraditie. Was actief in het gemeentebestuur en als ambtenaar van Binnenlandse Zaken. Kwam in 1959 als Tweede Kamerlid in de landspolitiek en combineerde later het fractievoorzitterschap met het ambt van burgemeester van Wassenaar. Minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier in de kabinetten-Biesheuvel. Werd in 1973 Commissaris van de Koningin in Gelderland en woonde in het kasteeltje Middachten. Nadien op hoge leeftijd nog Eerste Kamerlid. Stond in de VVD wat links van het midden, vooral door zijn pleidooien voor samenwerking met de PvdA en voor gelijke rechten van homoseksuelen. In driedelig kostuum geklede nonconformist. Was vanwege zijn (geaffecteerde) tongval voor velen het prototype van de liberale burgerheer. Beschikte over een enorme werkkracht.
- 22.Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
- 23.Carola Schouten (1977) is sinds 10 oktober 2024 burgemeester van Rotterdam. Zij was minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en viceminister-president in het kabinet-Rutte III en van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister voor Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen en viceminister-president in het kabinet-Rutte IV. Van 18 mei 2011 tot 26 oktober 2017 en van 31 maart 2021 tot 10 januari 2022 was mevrouw Schouten Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Eerder was zij medewerkster financiën en sociale zaken van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie. Zij groeide op in Giessen in het Land van Heusden en Altena. In de Tweede Kamer hield zij zich onder meer bezig met financieel-economische aangelegenheden, sociale zaken, pensioenen en wonen.
- 24.Jan van Zanen (1961) is sinds 1 juli 2020 burgemeester van 's-Gravenhage. In de periode 2003-2008 was hij voorzitter van de VVD. Kreeg in die tijd te maken met de affaire-Hirsi Ali, met het aftreden van Van Aartsen, met de lijsttrekkersstrijd tussen Rutte en Verdonk en met de opkomst van de concurrenten Partij voor de Vrijheid en Trots op Nederland. Hij was verder wethouder in Utrecht, van 1 juli 2005 tot 1 januari 2014 burgemeester van Amstelveen en van 1 januari 2014 tot 1 juli 2020 burgemeester van Utrecht.
- 25.Sharon Dijksma (1971) is sinds 17 december 2020 burgemeester van Utrecht. Zij was van 18 december 2012 tot 3 november 2015 staatssecretaris van Economische Zaken (met name voor landbouw) en van 3 november 2015 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (met name voor milieu) in het kabinet-Rutte II. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 was zij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV. Verder was zij in de jaren 1994-2007, 2010-2012 en 2017-2018 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was toen onder meer fractiesecretaris. In 1992-1994 was mevrouw Dijksma voorzitter van de Jonge Socialisten en in de periode 2018-2020 wethouder van verkeer en vervoer van Amsterdam. Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid in 1994 was zij het tot dan jongste Kamerlid.
- 26.Beminnelijke bestuurder die als 'verbinder' populair werd als burgemeester van Amsterdam, maar die als politiek leider van de PvdA minder goed uit de verf kwam. Was hoogleraar in Maastricht en stapte vanuit de wetenschap over naar het kabinet-Lubbers III waarin hij staatssecretaris voor het hoger onderwijs werd. Was daarna lid en fractievoorzitter in de Eerste Kamer. In het tweede kabinet-Kok als staatssecretaris belast met asielbeleid. Wist toen een strengere Vreemdelingenwet door het parlement te loodsen. Was bij de verkiezingen van 2003 PvdA-kandidaat voor het premierschap. Toen hij begin 2010 Wouter Bos opvolgde als PvdA-leider leidde dat tot enthousiasme in eigen kring, maar zijn kwaliteiten lagen meer op bestuurlijk terrein dan in de (harde) Haagse politiek. In 2012 trok hijzelf de conclusie dat hij de hoge verwachtingen niet had waargemaakt. Hij was daarna onder meer voorzitter van Cedris, landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en reïntegratie.