Nationale conventie 2006
De Nationale conventie werd per 1 januari 2006 door minister Pechtold1 ingesteld om de vraag te beantwoorden of belangrijke elementen uit het huidige staatsbestel nog voldeden. De CDA'er Rein Jan Hoekstra2 was voorzitter.
In september 2006 deed de Nationale conventie aanbevelingen voor bestuurlijke vernieuwing in een rapport met de titel 'Hart voor de publieke zaak', zoals invoering van een correctief referendum, een terugzendrecht voor de Eerste Kamer en een andere procedure voor herziening van grondwet.
Het kabinet-Balkenende IV3 gaf in december 2007 een reactie4, waarin het liet weten de aanbevelingen positief te beoordelen voor zover die pasten in de eigen beleidsvoornemens. Dat betekende feitelijk onder meer dat voorstellen over een terugzendrecht en over andere wijze van verkiezen van de Eerste Kamer niet werden opgevolgd.
De Tweede Kamer5 hield op 5 maart 2008 een algemeen overleg en op 18 maart 2008 verwierp de Kamer een motie-Brinkman over afschaffing van de Eerste Kamer6.
Inhoudsopgave
-
-invoering van een correctief, bindend referendum7;
-
-toekennen van een éénmalig terugzendrecht aan de Eerste Kamer, waarbij het eindoordeel blijft liggen bij de Eerste Kamer. De conventie wil voor wat betreft de Eerste Kamerverkiezing8 terug naar de situatie van voor 1983;
-
-beperking van de Grondwetsherzieningsprocedure9 tot één lezing in achtereenvolgens de Tweede en Eerste Kamer, waarbij een tweederde meerderheid nodig blijft. Vervolgens zouden de kiezers zich in een referendum moeten uitspreken over het voorstel;
-
-toekennen van een bevoegdheid aan de rechter om wetten aan klassieke grondrechten uit de Grondwet te toetsen (constitutionele toetsing) en instelling van een Constitutioneel Hof. De conventie steunde het initiatiefwetsvoorstel van Femke Halsema10 over constitutionele toetsing11;
-
-experimenteren met de instelling van burgerfora die burgers een rol geven in de beleidsvoorbereidende fase.
Op 22 maart 2005 kreeg het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming geen tweederde meerderheid. Een dag later trad minister De Graaf12 (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, BVK) af; zowel vanwege de geleden nederlaag, als vanwege gebrek aan vertrouwen in verwezenlijking van zijn kiesrechthervorming. Er was sprake van een 'Paascrisis13'.
De coalitiepartijen CDA, VVD en D66 onderhandelden daarna over herziening van het regeerakkoord. Hierover bereikten zij op paaszaterdag 26 maart overeenstemming. In het 'Paasakkoord' werd onder andere afgesproken dat de minister voor BVK verdere initiatieven zou ontplooien op het gebied van bestuurlijke vernieuwing.
Toenmalig D66-voorzitter Alexander Pechtold werd benoemd als opvolger van De Graaf. In juli 2005 bracht minister Pechtold zijn democratische vernieuwingsagenda uit. Deze bevatte onder andere het plan een Nationale conventie in te stellen met leden uit politieke partijen, wetenschap, maatschappelijk middenveld, journalisten/opiniemakers en jongeren.
De commissie moest als taak krijgen:
-
-een grondige analyse te maken of het constitutioneel bestel in algemene zin voldoet;
-
-met een samenhangend pakket aan voorstellen te komen die een basis kunnen bieden voor de constitutie van de eenentwintigste eeuw.
Volgens de democratische vernieuwingsagenda had de conventie al in 2005 van start moeten gaan, zodat (tussentijdse) voorstellen van de conventie nog in dezelfde kabinetsperiode tot concrete kabinetsvoorstellen konden leiden. Uiteindelijk heeft het kabinet-Balkenende II14 op 22 december 2005 formeel besloten tot het instellen van de Nationale conventie.
De Nationale conventie telde inclusief de voorzitter 14 leden. Daarnaast bestond de conventie uit 34 adviseurs, die de leden gevraagd en ongevraagd van advies dienden. Het was de bedoeling met de conventie richting te geven aan de verdere discussie over veranderingen in het politieke bestel. De uiteindelijke doelstelling was het herstel van vertrouwen tussen burger en politiek.
De Nationale conventie heeft de volgende aanbevelingen gedaan onder de noemer 'ruimte voor een actieve samenleving':
-
-Benoem een 'minister X' met ruime bevoegdheden om een 'operatie Kafka' te starten voor vereenvoudiging van regels;
-
-Stel adviesorganen van de regering voor minimaal eenderde samen uit uitvoerders van het primaire proces op het terrein waarover advies wordt uitgebracht;
-
-Experimenteer met de invoering van burgerfora15;
-
-Breng onbetaalde inzet voor de publieke zaak in aanmerking voor belastingaftrek;
-
-Laat alle jongeren tijdens hun schoolopleiding omstreeks hun 17e levensjaar een stage lopen die het publieke belang dient;
-
-Eis in de overheidsbekostiging van instellingen die publieke goederen en diensten leveren, dat zij zeggenschap regelen voor hun klanten;
-
-Geef kiezers de mogelijkheid een referendum over wetten aan te vragen nadat het parlement met een wet heeft ingestemd. De uitslag van het referendum bindt de wetgever.
De Nationale conventie heeft de volgende aanbevelingen gedaan onder de noemer 'versterking van de representatieve democratie':
-
-Stel aan begin van de zittingsperiode van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal themacommissies in. Verminder het aantal vaste commissies van de Tweede Kamer;
-
-Zorg voor toetsbare doelen in het regeerprogramma en de rijksbegroting en kijk op verantwoordingsdag of die doelen zijn gehaald;
-
-Leg in de aanwijzingen inzake externe contacten voor rijksambtenaren vast, dat verzoeken van de Eerste en Tweede Kamer van de Staten-Generaal tot schriftelijke of mondelinge contacten met ambtenaren en om ambtenaren te horen, in principe worden ingewilligd;
-
-Ken de Eerste Kamer het recht toe wetsvoorstellen één keer terug te sturen naar de Tweede Kamer, waarbij het eindoordeel over het teruggezonden wetsvoorstel blijft liggen bij de Eerste Kamer. Combineer dit met een kiesstelsel voor de Eerste Kamer waarin provinciale staten elke drie jaar de helft van de leden van de Eerste Kamer kiezen;
-
-Geef de minister-president de bevoegdheid algemene aanwijzingen te geven aan de andere ministers;
-
-Regel de bevoegdheid van de minister-president om ministers en staatssecretarissen voor te dragen voor benoeming en ontslag;
-
-Verhoog de subsidie aan politieke partijen en laat ook politieke partijen die geen zitting hebben in de Tweede Kamer, onder voorwaarden, voor subsidie in aanmerking komen.
De Nationale conventie heeft aanbevolen de formatieprocedure als volgt in te richten:
-
-De Tweede Kamer doet na de verkiezingen een voordracht aan de Koning voor benoeming van een formateur. Deze voordracht gaat zo nodig vooraf door een voordracht aan de Koning voor benoeming van een informateur;
-
-De formateur krijgt van de Koning de opdracht een kabinet te vormen. Na overleg met de fractievoorzitters van de beoogde coalitiepartijen stelt hij een aantal richtlijnen voor het nieuwe kabinet vast met betrekking tot een beperkt aantal politiek omstreden kwesties;
-
-De formateur schrijft met de beoogde ministers een beknopt regeerprogram;
-
-De Tweede Kamer hoort de kandidaat-bewindslieden;
-
-De Tweede Kamer spreekt bij aanvang van de zittingsperiode van het kabinet haar vertrouwen in het kabinet uit.
meer over
De Nationale conventie heeft de volgende aanbevelingen gedaan onder de noemer 'betekenis van de Grondwet in de samenleving':
-
-Bevorder een breed maatschappelijk debat over de wenselijkheid en mogelijke inhoud van een preambule die aan de Nederlandse Grondwet vooraf gaat;
-
-Geef de Grondwet een hoofdstuk 'Algemene Bepalingen' waarin de belangrijkste constitutionele uitgangspunten zijn neergelegd en verbeter tegelijkertijd de indeling van de Grondwet;
-
-Toets voorstellen van wet zorgvuldig aan de Grondwet. Open daarna de mogelijkheid van toetsing van wetten door iedere rechter aan klassieke grondrechten uit de Grondwet;
-
-Stel een Constitutioneel Hof in dat op verzoek van een lagere rechter uitspraak doet over de vraag of wettelijke voorschriften in overeenstemming zijn met de klassieke grondrechten.
De Nationale conventie heeft aanbevolen de procedure van verandering van de Grondwet als volgt in te richten:
-
-Eén lezing in beide Kamers van de Staten-Generaal;
-
-Aanvaarding met tweederde meerderheid in beide Kamers;
-
-Een referendum over elk voorstel tot Grondwetsherziening na goedkeuring door de Staten-Generaal en vóór bekrachtiging door de regering.
meer over
De Nationale conventie heeft de volgende aanbevelingen gedaan onder de noemer 'betekenis van de Grondwet in de samenleving':
-
-Organiseer een intensieve discussie tussen regering, parlement en burgers over de uiteindelijke inrichting van de Europese Unie. Agendeer dit onderwerp ook op Europees niveau. Hanteer het begrip statenverbond in de discussie over het eindstation van de Unie;
-
-Stel in de Tweede Kamer een schiftingscommissie in die beslist welke voorstellen van de Europese Commissie in het parlement worden behandeld;
-
-Introduceer een behandelingsvoorbehoud voor de Tweede Kamer: de minister mag pas op Europees niveau onderhandelen nadat een voorstel door de schiftingscommissie van de Tweede Kamer daarvoor is vrijgegeven;
-
-Geef de Tweede Kamer het recht in te stemmen met een voordracht van het kabinet voor een eurocommissaris;
-
-Maak het weer mogelijk dat leden van het Europees Parlement ook lid van hun nationale parlement kunnen zijn.
meer over
Opmerkelijk is dat Rein Jan Hoekstra, de voorzitter van de Nationale conventie, in de periode 1967-1971 adjunct-secretaris was van de staatscommissie-Cals/Donner en van 1982-1984 adviserend lid van de staatscommissie-Biesheuvel.
Meer over
- 1.Alexander Pechtold (1965) was in 2006-2018 fractievoorzitter en politiek leider van D66. Hij was sinds november 2006 Tweede Kamerlid. De heer Pechtold was verder van 31 maart 2005 tot 3 juli 2006 minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hij is opgeleid als kunsthistoricus en werkte onder andere bij een veilinghuis. Van 1997 tot 2002 was hij wethouder in Leiden. Vanaf eind 2002 tot 2005 was hij voorzitter van D66. en in de periode 2003-2005 burgemeester van Wageningen. De heer Pechtold was enige jaren woordvoerder Europese zaken en onderwerpen rond het koninklijk huis. Verder was hij voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties. Per 1 november 2019 werd hij algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.
- 2.In Friesland geboren maar in Groningen opgegroeide jurist en topambtenaar. CDA-lid. Begon als advocaat in Rotterdam en werd daarna ambtenaar op Binnenlandse Zaken. Was als adjunct-secretaris en lid betrokken bij twee staatscommissies die zich met staatkundige vernieuwing bezighielden. Op Algemene Zaken adviseur van Den Uyl, Van Agt en Lubbers en vooral onder die laatstgenoemde een ambtelijke spil bij het ondersteunen van de premier. Werd in 1994 lid van de Raad van State en bleef dat ruim tien jaar. Zat in 2006 de Nationale Conventie over bestuurlijke vernieuwing voor. Speelde in 2003 als informateur een belangrijke rol bij de vorming van het tweede kabinet-Balkenende. Bij de formatie van 2006/2007 was hij opnieuw informateur.
- 3.Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
- 4.Reactie van het kabinet-Balkenende IV op het rapport van de Nationale Conventie.
- 5.De Tweede Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging. Zij speelt een belangrijke rol bij de totstandkoming van wetten, controleert de regering en beslist over de vraag of een kabinet (of bewindspersoon) genoeg vertrouwen heeft.
- 6.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 7.Een referendum is een volksstemming over een bepaalde politieke kwestie. Over referenda wordt in Nederland al decennialang gediscussieerd. Voorstanders vinden deze volksstemmingen een goede manier om burgers meer invloed te geven. Tegenstanders zeggen dat in een representatieve democratie volksvertegenwoordigers zijn gekozen om zorgvuldige belangenafwegingen te maken.
- 8.De 75 leden van de Eerste Kamer worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten of kiescolleges en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Sinds een Grondwetswijziging in 2017 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen kiescolleges. In 2022 is er een vierde kiescollege toegevoegd, het kiescollege niet-ingezetenen. Door te stemmen voor dit kiescollege kunnen kiesgerechtigde Nederlanders die in het buitenland wonen, invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.
- 9.Om de Nederlandse Grondwet te wijzigen, moet een voorstel tot wijziging worden ingediend. De wijziging moet twee keer in de Tweede en Eerste Kamer worden behandeld. Zo’n behandeling van een wetsvoorstel in het parlement wordt een lezing genoemd. Er zijn dus twee lezingen nodig voor de Grondwet kan worden gewijzigd. Vóórdat de tweede lezing plaatsvindt, moeten Tweede Kamerverkiezingen worden gehouden. In theorie moeten kiezers zich zo over de wijziging(en) kunnen uitspreken. Bij de tweede lezing is er in beide Kamers een tweederdemeerderheid vereist.
- 10.Femke Halsema (1966) is sinds 12 juli 2018 burgemeester van Amsterdam. Werd in 1998, een jaar na haar breuk met de PvdA, Tweede Kamerlid voor GroenLinks en in 2002 daarvan als opvolger van Paul Rosenmöller de politiek leider. Stuurde aan op een vrijzinnig-linkse koers, maar wist in 2010 geen kabinetsdeelname te bewerkstellingen voor haar partij. Verliet in januari 2011 de politiek. Zij begon haar loopbaan na haar studie criminologie in Utrecht als universitair onderzoeker en was daarna stafmedewerker van de Wiardi Beckman Stichting. Na haar vertrek uit de Haagse politiek was zij in Tilburg bijzonder hoogleraar politiek in de 21e eeuw, publiciste en documentairemaker.
- 11.Constitutionele toetsing door de rechter houdt in dat de rechter toetst (of mag toetsen) of wetten al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet. Nederland kent ook geen apart hof om wetgeving te toetsen.
- 12.Thom de Graaf (1957) is sinds 1 november 2018 vicepresident van de Raad van State. Daarvoor was hij van 7 juni 2011 tot 20 september 2018 Eerste Kamerlid voor D66. Van juni 2015 tot juni 2018 was hij tevens fractievoorzitter. In 2007-2012 was hij burgemeester van Nijmegen en van 1 februari 2012 tot 26 september 2018 was hij voorzitter van de Vereniging Hogescholen. De heer De Graaf werd op jonge leeftijd gemeenteraadslid in Leiden en was daarnaast topambtenaar op Binnenlandse Zaken. In 1994 werd hij Tweede Kamerlid. Hij was lid van de enquêtecommissie IRT. In 1997 volgde hij Wolffensperger op als fractievoorzitter en hij leidde de D66-fractie tijdens paars II en Balkenende I, maar stapte na de verkiezingsnederlaag van 2003 op. Keerde in het kabinet-Balkenende II terug als vicepremier en minister voor Bestuurlijke vernieuwing. Zag in 2005 zijn voorstel voor de gekozen burgemeester stranden in de Senaat en trad toen af.
- 13.Op 22 maart 2005 kreeg het voorstel in tweede lezing tot het uit de Grondwet halen van de burgemeestersbenoeming geen tweederde meerderheid in de Eerste Kamer. Een dag later trad minister Thom de Graaf (Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties) af. Dit gebeurde zowel vanwege de geleden nederlaag als vanwege zijn gebrek aan vertrouwen in verwezenlijking van zijn kiesrechthervorming.
- 14.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 15.Het Burgerforum kiesstelsel werd ingesteld door minister Pechtold en had 140 leden onder voorzitterschap van Jacobine Geel. De Nationale conventie adviseerde in september 2006 om te experimenteren met de instelling van burgerfora die burgers een rol geven in de beleidsvoorbereidende fase.
- 16.Nederland heeft een tweekamerstelsel: naast de volksvertegenwoordiging in de Tweede Kamer is er de indirect gekozen Eerste Kamer. Wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen, worden daarna in de Eerste Kamer behandeld. De Eerste Kamer geeft een politiek eindoordeel waarbij zij in het bijzonder let op zaken als uitvoerbaarheid, grondwettelijkheid en noodzaak van de wetgeving.
- 17.Met enige regelmaat laait de discussie op of de minister-president of formateur (die een kabinet samenstelt) niet 'gekozen' zou moeten worden. Dat zou de kiezer meer invloed geven op het formatieproces.
- 18.De verkiezingen voor Nederlandse leden van het Europees Parlement zijn qua systematiek vergelijkbaar met de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Voor de brexit (31 januari 2020) had Nederland 26 zetels; daarna is een deel van de Britse zetels herverdeeld waardoor Nederland er drie zetels bij kreeg. Na uitbreiding van het ledental heeft Nederland 31 Europarlementariërs.
- 19.Vergeleken met de nationale politici spelen Nederlandse Europarlementariërs een marginale rol in de media en in de Nederlandse politiek. Wel maken binnenlandse politici geregeld een overstap naar het Europees Parlement (EP) en andersom. De opkomst bij de verkiezingen voor het EP is veel lager dan bij de Tweede Kamerverkiezingen en vertoonde tot 1999 een dalende trend. In sommige debatten (met name over Europa) gunt de Tweede Kamer spreekrecht aan Nederlandse Europarlementariërs.
- 20.De staatscommissie Van Schaik werd op 17 april 1950 ingesteld bij koninklijk besluit door het kabinet-Drees/Van Schaik. Zij moest naar aanleiding van de dekolonisatie en de komst van internationale organen een algehele herziening van de Grondwet voorbereiden.
- 21.De staatscommissie-Cals/Donner (1967-1971) moest advies uitbrengen over een algehele herziening van de Grondwet en over daarmee in verband staande wijzigingen van de Kieswet. De commissie werd op 26 augustus 1967 ingesteld door het kabinet-De Jong en bracht op 29 maart 1971 haar eindrapport uit.
- 22.De staatscommissie-Biesheuvel (1982-1985) moest advies uitbrengen over vergroting van de kiezersinvloed op het beleid. De commissie hield zich daartoe onder meer bezig met de procedure van de kabinetsformatie, het referendum en volksinitiatief en de benoeming van de burgemeester en Commissaris van de Koning(in). De Staatscommissie werd op 17 mei 1982 ingesteld door het kabinet-Van Agt II en bracht op 4 december 1985 eindverslag uit
- 23.Deze in 1991 door de Tweede Kamer ingestelde commissie adviseerde over staatkundige vernieuwing. De commissie ging in op het kiesstelsel voor de Tweede Kamer, de positie en verkiezing van de minister-president, de kabinetsformatie, de termijn van verkiezingen, het kiesstelsel voor de Eerste Kamer en een terugzendrecht voor de Eerste Kamer.
- 24.Een grondwetscommissie houdt zich bezig met mogelijke Grondwetsherzieningen. Vaak is een grondwetscommissie een staatscommissie: een niet-permanent adviesorgaan dat bij Koninklijk Besluit wordt ingesteld door de regering.
- 25.Bestuurlijke vernieuwing is het aanbrengen van wijzigingen in de organisatiestructuur van de (rijks-)overheid zodat die beter, efficiënter en krachtdadiger kan optreden. Bestuurlijke vernieuwingen worden vaak in een adem genoemd met staatkundige en/of staatsrechtelijke vernieuwingen, die niet alleen een efficiëntere overheid tot doel hebben maar die ook de democratie beter willen verankeren. Daarmee moet een mogelijke kloof tussen kiezer, gekozene en overheid kleiner worden.