Artikel 125: Omschrijving van de vergoedingen - Hoofdinhoud
-
1.Op verzoek van een Lid-Staat vergoedt het Fonds in het kader van de bij artikel 127 i bedoelde regeling 50% der uitgaven welke door die Staat of door een publiekrechtelijk lichaam na de inwerkingtreding van dit Verdrag zijn gedaan:
-
a)om aan werknemers produktieve nieuwe werkgelegenheid te verschaffen door
-
-herscholing,
-
-vergoedingen voor verplaatsingskosten,
-
-
b)om steun te verlenen ten gunste van werknemers wier werkgelegenheid geheel of gedeeltelijk wordt ingekrompen of tijdelijk opgeheven ten gevolge van een overschakeling van de onderneming op andere produktie, ten einde hun beloning op hetzelfde peil te houden totdat zij wederom volledig tewerk worden gesteld.
-
-
2.De bijdrage van het Fonds in de kosten van herscholing is afhankelijk van de voorwaarde dat de werkloze werknemers slechts konden worden tewerkgesteld in een nieuw beroep en dat zij gedurende ten minste zes maanden een produktieve betrekking hebben gevonden in het beroep waarvoor zij herschoold zijn.
De bijdrage in de vergoedingen voor verplaatsingskosten is afhankelijk van de voorwaarde dat de werkloze werknemers genoodzaakt waren binnen de Gemeenschap van woonplaats te veranderen en in hun nieuwe verblijfplaats gedurende ten minste zes maanden een produktieve betrekking hebben gevonden.
De bijdrage verleend ten gunste van de werknemers in geval van overschakeling van een onderneming is afhankelijk van de volgende voorwaarden:
-
a)dat de betrokken werknemers gedurende ten minste zes maanden wederom volledig zijn tewerkgesteld in die onderneming,
-
b)dat de belanghebbende regering vooraf een door de betrokken onderneming opgesteld plan heeft ingediend inzake de overschakeling in kwestie en de financiering daarvan en
-
c)dat de Commissie aan dit plan tot overschakeling vooraf haar goedkeuring heeft gegeven.
-
In artikel 125 wordt een opsomming gegeven van de gevallen, waarin, en de voorwaarden, waaronder door het Fonds hulp kan worden geboden.
Zoals daaruit blijkt, zijn deze voorwaarden van drieërlei aard: de hulp kan slechts worden verleend op verzoek van een Lid-Staat en dan nog alleen op grond van door die Staat reeds ter wille van het scheppen van nieuwe werkgelegenheid gedane uitgaven; de hulp kan nimmer meer dan 50 pct. van de gemaakte kosten bedragen en wordt slechts betaald, indien de arbeiders, waarvoor bedoelde kosten zijn gemaakt, gedurende ten minste zes maanden overeenkomstig de bedoeling van de gedane uitgaven op produktieve wijze werkzaam zijn geweest.
In het onder lid 1, sub b, van dit artikel 125 bedoelde geval van hulp bij reorganisatie ener onderneming komt daar nog de eis bij, dat door die onderneming een plan is ingediend, dat door de Commissie is goedgekeurd.