Artikel 77: Staatssteun voor openbare diensten

    • Top VEG
    • Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (1957)
    • Tweede deel - De grondslagen van de Gemeenschap
    • Titel IV - Het vervoer
76
Artikel 77
78

Inhoudsopgave

  1. Toelichting Nederlandse regering
  2. Ontwikkeling artikel

Met dit Verdrag zijn verenigbaar de steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen.

1.

Toelichting Nederlandse regering

Artikel 77 vormt een uitzondering op het algemene subsidieverbod van artikel 921. Het betreft hier financiële steun aan vervoerondernemingen ten behoeve van de vervoercoördinatie. Het compenseren van bepaalde lasten, welke een uitvloeisel kunnen zijn van het karakter van openbare dienst van sommige transportondernemingen, vormt hiervan eigenlijk een onderdeel.

Nederland is geen voorstander van deze bepaling geweest. De overweging echter, dat dit voorschrift enerzijds bepaalde grenzen aan de subsidieverlening stelt en anderzijds in sommige gevallen kan voorkomen, dat een streven ontstaat naar uitbreiding van bepaalde lasten tot andere, concurrerende vervoertakken, heeft ertoe geleid, dat de Nederlandse Regering ook dit artikel niet onaanvaardbaar acht.

2.

Ontwikkeling artikel

1957
Artikel 77: Staatssteun voor openbare diensten

Met dit Verdrag zijn verenigbaar de steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen.

2002
Artikel 73: Steunmaatregelen voor openbare diensten

Met dit Verdrag zijn verenigbaar de steunmaatregelen die beantwoorden aan de behoeften van de coördinatie van het vervoer of die overeenkomen met de vergoeding van bepaalde met het begrip "openbare dienst" verbonden, verplichte dienstverrichtingen.


  • 1. 
    1. Behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, zijn steunmaatregelen van de Staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde produkties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ongunstig beïnvloedt.