Europees Recht
Het Europese recht omvat het recht van de Europese Unie1 (EU-recht) en het recht van de Europese Gemeenschappen2 (EG-recht of gemeenschapsrecht). Het wordt gevormd door de EU- en EG-verdragen (het primaire gemeenschapsrecht), door daarvan afgeleid recht, zoals verordeningen3 en richtlijnen4 (het secundaire gemeenschapsrecht), door internationale overeenkomsten en door het ongeschreven recht dat wordt toegelicht door uitspraken van het Europese Hof van Justitie5 (de zogenaamde jurisprudentie).
-
Primair gemeenschapsrecht
Het primaire gemeenschapsrecht vormt het fundament van de Europese samenwerking. Dit onderdeel van het Europese recht bestaat uit de verdragen6 waarmee de Europese Unie1 (EU) en haar voorgangers zijn opgericht en uitgebreid.
-
Secundair gemeenschapsrecht
Dit onderdeel van het Europese recht bestaat uit recht dat is afgeleid van de Europese verdragen6; van het primaire gemeenschapsrecht7 dus. Terwijl het primaire gemeenschapsrecht tot stand komt door de lidstaten van de Europese Unie8 - zij sluiten immers de Europese verdragen - bestaat het secundaire gemeenschapsrecht uit regels die de instellingen en organen van de Europese Unie zelf creëren.
-
Internationale overeenkomsten
Internationale overeenkomsten, ook wel internationale akkoorden genoemd, zijn bindende afspraken die de Europese Unie1 sluit met derde landen9 of internationale organisaties.
Ongeschreven regels
Dit onderdeel van het Europese recht bestaat uit de zogenaamde algemene rechtsbeginselen. Dat zijn basisopvattingen over recht en rechtvaardigheid. Net als iedere andere rechtsorde kan ook de Europese Unie niet uitsluitend uit geschreven normen bestaan. Voor de oplossing van bepaalde problemen zijn ongeschreven rechtsregels noodzakelijk.
- 1.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 2.Vanaf 1967 vormden de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM) en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) samen de Europese Gemeenschappen (EG).
- 3.Dit bindende besluit van de Europese Unie geldt rechtstreeks in alle lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor hebben verordeningen dezelfde werking als een nationale wet. In geval van strijdigheid gaat de verordening echter boven nationaal recht. Daarmee is een verordening het meest verstrekkende wetgevingsinstrument van de Europese Unie.
- 4.Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat doelstellingen waar alle lidstaten van de Europese Unie aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie van richtlijnen.
- 5.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 6.De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
- 7.Het primaire gemeenschapsrecht vormt het fundament van de Europese samenwerking. Dit onderdeel van het Europese recht bestaat uit de verdragen waarmee de Europese Unie (EU) en haar voorgangers zijn opgericht en uitgebreid.
- 8.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 9.Dit zijn landen die geen lid zijn van de Europese Unie. De term 'derde landen' wordt vaak gebruikt als het gaat om afspraken tussen twee of meer EU-lidstaten en een ander land.