Liberale Partij
De Liberale Partij ontstond in 1922 als tegenhanger van 'De Vrijheidsbond'1. De partij vertegenwoordigde de conservatief-liberale stroming die vasthield aan het beginsel van staatsonthouding, zoals liberalen dat in de negentiende eeuw aanhingen.
De Liberale Partij was één periode (1922-1925) in de Tweede Kamer vertegenwoordigd. Voorman van de partij was de 85-jarige Sam van Houten2. In de Tweede Kamer werd de partij vertegenwoordigd door Lizzy van Dorp3.
Inhoudsopgave
Het korte programma van de Liberale Partij bevatte onder meer de volgende punten:
-
-vermindering van overheidsbemoeiing en staatsuitgaven en daarmee verlaging van de belastingdruk
-
-vrijheid van loonvorming
-
-herinvoering van het districtenstelsel
-
-herziening van de verkiezing van de Eerste Kamer, waardoor die beter tegen overijling en machtsmisbruik kon waken
-
-volledige onafhankelijkheid van afgevaardigden, zonder fractiediscipline
-
-grotere vrijheid van werktijd voor volwassenen
-
-bevordering van emigratie
De 85-jarige voorman van de Liberale Partij Sam van Houten2 behoorde in de 19e eeuw tot de vooruitstrevende liberalen, maar kwam geleidelijk in conservatiever vaarwater. Bij de verkiezingen van 19224 was hij lijsttrekker van de Liberale Partij, maar hij verklaarde slechts zitting te nemen, als alle andere kandidaten op de lijst gekozen zouden worden.
Kamerlid voor de Liberale Partij werd Lizzy van Dorp3, een aanhangster van het doctrinaire liberalisme en voorvechtster van vrouwenrechten.
De Liberale Partij kreeg bij de verkiezingen van 1922 ruim 18.000 stemmen (0,6%). Haar aanhang was het sterkst in Den Haag en Amsterdam, en in de provincie Groningen, de 'thuisbasis' van Van Houten.
Meer over
Kijk voor meer informatie over de Liberale Partij op de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.
- 1.De Liberale Staatspartij ontstond in 1921 toen Liberale Unie, de Bond van Vrije Liberalen en enkele kleinere liberale partijen samengingen. Sinds 1921 was de LSP in de Tweede Kamer vertegenwoordigd en vanaf 1922 in de Eerste Kamer. Tot februari 1938 voerde de partij als naam 'De Vrijheidsbond'. In 1946 ging de LSP op in de Partij van de Vrijheid. Daaruit ontstond in 1948 de VVD.
- 2.Onafhankelijk en individualistisch liberaal, die bijna veertig jaar een belangrijke rol in de Nederlandse politiek speelde. Advocaat in en afgevaardigde van Groningen. Gold bij binnenkomst in het parlement als uiterst progressief. Zette zich af tegen de leer van staatsonthouding van Thorbecke. Bracht in 1874 via een initiatiefvoorstel het bekende Kinderwetje tot stand. Kwam geleidelijk in conservatiever vaarwater en keerde zich tegen de plannen van Tak voor algemeen mannenkiesrecht. Bracht als bekwaam minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Röell in 1896 wel zeer krachtdadig een belangrijke kiesrechtuitbreiding tot stand. Zijn rol was daarna grotendeels uitgespeeld, al bleef hij begin twintigste eeuw actief als tegenstander van de evenredige vertegenwoordiging. Beminnelijk man in de omgang met een brede belangstelling; cultuurminnend en erudiet.
- 3.Orthodox-liberale econome, die zelfbewust en een tikkeltje arrogant haar - vaak nogal theoretische - standpunten naar voren bracht. Werd Tweede Kamerlid nadat de bejaarde lijsttrekker van de Liberale Partij, Sam van Houten, voor die functie had bedankt. Zette zich in voor vrouwenrechten, maar was in veel opzichten zeer conservatief. Publiceerde veel over economische onderwerpen. Stapte kort voor de verkiezingen van 1925 over naar de Vrijheidsbond, waarin zij zich tegen overheidsingrijpen in de economie bleef verzetten.
- 4.De Tweede Kamerverkiezingen van 1922 waren op 5 juli. Ze waren nodig vanwege aanneming van voorstellen tot grondwetsherziening in eerste lezing. De confessionele partijen profiteerden van de invoering van het vrouwenkiesrecht en vergrootten hun meerderheid. De SGP kwam voor het eerst in de Kamer. Na deze verkiezingen werd het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II gevormd.
- 5.Diverse partijen zijn ooit vertegenwoordigd geweest in het Nederlandse parlement, maar nadien opgeheven. Een aantal daarvan zijn opgegaan in nieuwe partijen, waarvan sommige nog bestaan.