Regering - Hoofdinhoud
De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de Koning i en de ministers i. Omdat de Koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk i zijn, wordt het kabinet i, (ministers en de staatssecretarissen i) in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Rutte. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
De Koning zit dus niet in het kabinet, en staatssecretarissen zitten niet in de regering. Een kabinet komt tot stand na een kabinetsformatie i. De ministers maken deel uit van de ministerraad i, waarvan de minister-president i de voorzitter is.
Inhoudsopgave
Dit kabinet van PVV i, VVD i, NSC i en BBB i trad op 2 juli 2024 aan. Het kwam zeven maanden na de verkiezingen van 22 november 2023 en bijna een jaar na de ontslagneming van het kabinet-Rutte IV i tot stand. Formateur was staatsraad Richard van Zwol i (CDA) en minister-president de partijloze oud-topambtenaar Dick Schoof i.
De regering bestaat uit de Koning i en ministers, terwijl het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen. De Koning is het staatshoofd maar in de praktijk heeft hij geen macht. Het kabinet bepaalt in gezamenlijkheid het beleid en alle ministers zijn daarvoor verantwoordelijk.
De regering bestaat uit de Koning en de ministers. De ministers en staatssecretarissen, zonder de Koning, worden het kabinet genoemd. Zij zorgen voor het bestuur van ons land. Dat betreft bijvoorbeeld zorg voor veiligheid, onderwijs en het milieu. Om aan deze verantwoordelijkheden te kunnen voldoen heeft de regering bepaalde instrumenten, zoals het heffen van belastingen en het verlenen van subsidies, maar ook het vastleggen van regels in wetten en besluiten en het sluiten van verdragen.
De regering is het centrale bestuur van ons land en bestaat uit de koning en de ministers. Omdat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk i zijn, wordt het kabinet, de ministers en de staatssecretarissen, in de praktijk ook vaak regering genoemd, bijvoorbeeld de regering-Balkenende. Staatsrechtelijk gezien is dat onjuist.
De koning zit dus niet in het kabinet, en staatssecretarissen zitten niet in de regering. Een kabinet komt tot stand na een kabinetsformatie i. De ministers maken deel uit van de ministerraad, waarvan de minister-president de voorzitter is.
Een kabinet i kan vanwege een intern conflict of door een conflict met Tweede Kamer i of Eerste Kamer i ten val komen. Bij interne conflicten kan worden gedacht aan een meningsverschil tussen ministers i over een te nemen maatregel of over een wetsvoorstel dat in behandeling is.
Na elke Tweede Kamerverkiezing i of na de val van een kabinet i, begint het proces van de formatie van een nieuw kabinet. Doel van de kabinetsformatie is een kabinet te vormen dat enerzijds kan rekenen op steun van de meerderheid van de Tweede Kamer i en anderzijds tot een gezamenlijk beleid kan komen. De Grondwet i is vrij bescheiden wat betreft de kabinetsformatie. Slechts de artikelen 43 i en 48 i van de Grondwet spreken over de vorming van een kabinet: ministers en staatssecretarissen worden bij koninklijk besluit i benoemd.
Er zijn verschillende manieren om een kabinet i te typeren. Kan een kabinet rekenen op de steun van een meerderheid van de Tweede Kamer i dan spreken we van een meerderheidskabinet. Is dat niet het geval dan wordt het kabinet aangeduid als een minderheidskabinet.
De Nederlandse kabinetten i zijn in verschillende tijdvakken in te delen. De eerste kabinetten vanaf 1848 waren afwisselend liberaal, gematigd liberaal en conservatief. Thorbecke i speelde een grote rol in deze periode; hij leidde drie kabinetten. In 1888 kwam er een eerste confessioneel kabinet en vanaf 1918 domineerden confessionele kabinetten. Het politieke landschap was toen sterk verzuild.
Meer over