Vereenvoudigde herzieningsprocedure
De vereenvoudigde herziening van de Europese verdragen1 kan alleen gebruikt worden voor wijzigingen in dat deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie2 dat het interne beleid van de Unie betreft. De Europese Unie mag via deze procedure ook geen nieuwe bevoegdheden toebedeeld krijgen. Voor wijzigingen in andere delen van de verdragen is de gewone herzieningsprocedure3 vereist.
In het kort gaat de procedure als volgt: de Europese Raad4 moet unaniem besluiten om een onderdeel uit het verdrag aan te passen. Vervolgens moeten alle lidstaten het voorstel tot wijziging afzonderlijk goedkeuren.
Inhoudsopgave
Stap 1: initiatief
Een regering van een lidstaat, het Europees Parlement5 of de Europese Commissie6 kunnen bij de Europese Raad een voorstel indienen om de Europese verdragen aan te passen.
Stap 2: behandeling van het voorstel
De Europese Raad, na raadpleging van het Europees Parlement en de Europese Commissie, besluit met eenparigheid van stemmen7 over de voorgestelde aanpassingen. Bij institutionele wijzigingen op monetair gebied wordt ook de Europese Centrale Bank8 geraadpleegd.
Stap 3: goedkeuring lidstaten
De lidstaten moeten elk afzonderlijk het verdrag goedkeuren.
Bijzondere vereenvoudigde herzieningsprocedures
Deze variant van de vereenvoudigde herzieningsprocedure kan worden gebruikt om de Raad van Ministers in plaats van besluiten met eenparigheid van stemmen9 te nemen dat voortaan met gekwalificeerde meerderheid van stemmen10 te doen. Ook kan deze procedure gebruikt worden om besluitvorming via een bijzondere wetgevingsprocedure te veranderen in besluitvorming op basis van de gewone wetgevingsprocedure11.
De bijzondere vereenvoudigde herzieningsprocedure mag ook toegepast worden op het gemeenschappelijke buitenlands- en veiligheidsbeleid, met uitzondering van besluitvorming op het terrein van defensie.
De Europese Raad moet ook in deze variant het voorstel aannemen met eenparigheid van stemmen7. De Europese Raad mag pas over het voorstel een besluit nemen als de nationale parlementen geen bezwaar hebben gemaakt. De nationale parlementen hebben een bepaalde termijn om dat te kunnen doen. Ook anders is dat het Europees Parlement in deze variant goedkeuring verleent.
Voor enkele specifieke beleidsterreinen geldt voor het omzetten van de besluitvormingsprocedure het zogenaamde passerelle12.
Voordat het Verdrag van Lissabon13 van kracht werd, was er in de verdragen bij enkele specifieke beleidsterreinen voorzien in de mogelijkheid om de besluitvormingsprocedure voor onderwerpen waarover de Raad met eenparigheid van stemmen over besloot, aan te passsen. Deze kon veranderd worden in besluitvorming op basis van gekwalificeerde meerderheid van stemmen, via passerelle12. Die procedure bestaat nog steeds, in licht gewijzigde vorm. Echter, met deze herzieningsprocedure is het ook mogelijk de stemwijze én ook de besluitvormingsprocedure voor onderwerpen waarbij dit niet expliciet staat aangegeven, aan te passen.
De vereenvoudigde herzieningsprocedure vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie14:
-
-procedure en toepassing: VEU titel VI art. 4815 lid 1, 6 t/m 7
- 1.De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
- 2.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 3.Het herzien van de Europese verdragen is een lange en zware procedure. Dat is te verwachten omdat het diep kan ingrijpen in de werking en structuur van de Europese instellingen en de manier van besluiten nemen in de Europese Unie. In de gewone herzieningsprocedure kunnen de verdragen op alle onderdelen gewijzigd worden.
- 4.De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders of staatshoofden van de 27 lidstaten van de Europese Unie, de vaste voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie. Alleen de regeringsleiders of staatshoofden hebben stemrecht tijdens de vergaderingen. De Europese Raad heeft geen wetgevingstaak, maar stelt wel de politieke richting van de EU vast.
- 5.Het Europees Parlement (EP) vertegenwoordigt ruim 450 miljoen Europeanen en bestaat momenteel uit 720 afgevaardigden (inclusief voorzitter). Nederland heeft 31 zetels in het Europees Parlement. Het Europees Parlement wordt geacht een stem te geven aan de volkeren van de 27 landen die aan de Unie deelnemen, en vooral te letten op het belang van de Unie in zijn geheel.
- 6.Deze instelling van de Europese Unie kan worden beschouwd als het 'dagelijks bestuur' van de EU. De leden van de Europese Commissie worden 'Eurocommissarissen' genoemd. Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor één of meerdere beleidsgebieden.
- 7.Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
- 8.De Europese Centrale Bank (ECB) is verantwoordelijk voor het monetaire beleid van de Unie. De basisdoelstelling van de ECB is het handhaven van de prijsstabiliteit binnen de eurozone en daarmee het bewaken van de koopkracht en het beheersen van de inflatie.
- 9.Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
- 10.De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van vijftien, vóór stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen. Met het huidige aantal lidstaten (27) betekent 55% dat minimaal vijftien lidstaten voor moeten stemmen.
- 11.Deze procedure is de wetgevingsprocedure die standaard van toepassing is op alle besluitvorming in de Europese Unie, tenzij in de verdragen specifiek staat dat er een andere, bijzondere wetgevingsprocedure geldt. De procedure stond vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon eind 2009 bekend als de medebeslissingsprocedure. Kern van de procedure is dat zowel de Raad van Ministers als het Europees Parlement een beslissende stem hebben in het wetgevingsproces, én dat allebei de instellingen de mogelijkheid hebben om een voorstel aan te passen.
- 12.Met deze procedure kan de besluitvormingsprocedure die geldt voor een specifiek beleidsterrein, worden aangepast. De passerelle geldt alleen voor die beleidsterreinen waar de mogelijkheid expliciet in de Europese verdragen vermeld staat. Het gebruik van de passerelle is zeer beperkt maar grijpt op de beleidsterreinen die het aangaat diep in.
- 13.Dit Europese verdrag voerde een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden.
- 14.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 15.1. De Verdragen kunnen worden gewijzigd volgens een gewone herzieningsprocedure. Zij kunnen ook worden gewijzigd volgens vereenvoudigde herzieningsprocedures.
- 16.De Europese verdragen kunnen middels drie verschillende procedures gewijzigd worden. Deze procedures worden zelden gebruikt, maar zijn van groot belang voor het functioneren van de Europese Unie en de manier waarop er in de Europese Unie besluiten worden genomen.
- 17.De bijzondere wetgevingsprocedure is een verzamelterm voor een groot aantal besluitvormingsprocedures in de Europese Unie. Wat al die besluitvormingsprocedures gemeen hebben is dat ze een uitzondering zijn op de gewone wetgevingsprocedure. Per bijzondere wetgevingsprocedure wordt aangegeven welke rol de verschillende Europese instellingen hebben in de besluitvorming; wie voorstellen mogen doen, wie er over mogen meebeslissen, en hoe er over voorstellen gestemd wordt.
- 18.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.