Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

De Europese gemeenschap voor Atoomenergie (EGA) of Euratom is opgericht om de onderzoeksprogramma's voor ontwikkeling en vreedzaam gebruik van kernenergie van de lidstaten1 op elkaar af te stemmen. Tegenwoordig ligt het accent vooral op het verzamelen van de benodigde kennis, infrastructuur en financiering, zodat de continuïteit van de energievoorziening en de veiligheid voor de bevolking zijn gewaarborgd.

Euratom werd in 1957 opgericht bij het Verdrag van Rome2, gelijktijdig met de Europese Economische Gemeenschap3. Aanleiding was onder meer de Suezcrisis in 1956, toen Europa zich ervan bewust werd hoe afhankelijk het was van de olieleveranties uit het Midden-Oosten. Dit zette de zes toenmalige EEG-landen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland) ertoe aan om kernenergie te gaan ontwikkelen zodat ze voor hun energievoorziening minder afhankelijk zouden worden van traditionele hulpbronnen.

Euratom bestaat uit de leden van de Europese Unie4; alle landen die toetreden tot de Europese Unie worden door ondertekening van het Verdrag van Rome automatisch lid van Euratom.

De activiteiten van Euratom worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek5 met vestigingen in o.a. Karlsruhe (Duitsland), Geel (België) en Petten (Nederland). De Raad van Ministers6 vaardigt onder Euratom richtlijnen7 en verordeningen8 uit ten aanzien van de bescherming van de volksgezondheid tegen de gevaren die met kernenergie samenhangen.

 

  • 1. 
    Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
     
  • 2. 
    Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
     
  • 3. 
    De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
     
  • 4. 
    De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
     
  • 5. 
    De taak van dit directoraat-generaal is om klantgerichte wetenschappelijke en technische steun te leveren voor de ontwikkeling, de implementatie en de controle van het beleid van de Europese Unie. Als dienst van de Europese Commissie functioneert het als onafhankelijk centrum van wetenschap en technologie. Het geeft ook advies aan de Raad, het Europees Parlement en aan lidstaten.
     
  • 6. 
    In deze instelling van de Europese Unie (kortweg 'de Raad van Ministers' of nog korter 'de Raad' genoemd) zijn de regeringen van de 27 lidstaten van de EU vertegenwoordigd. De Raad oefent samen met het Europees Parlement de wetgevings- en begrotingstaak uit.
     
  • 7. 
    Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat doelstellingen waar alle lidstaten van de Europese Unie aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie van richtlijnen.
     
  • 8. 
    Dit bindende besluit van de Europese Unie geldt rechtstreeks in alle lidstaten van de Europese Unie. Hierdoor hebben verordeningen dezelfde werking als een nationale wet. In geval van strijdigheid gaat de verordening echter boven nationaal recht. Daarmee is een verordening het meest verstrekkende wetgevingsinstrument van de Europese Unie.