Europese Economische Ruimte (EER)
De Europese Unie en drie van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie1 (EVA) - Liechtenstein, Noorwegen en IJsland - vormen samen de Europese Economische Ruimte (EER). In de EER gelden de regels voor de interne markt (het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en de regels voor mededinging en overheidssubsidies.
Het Europese Hof van Justitie2 heeft de exclusieve bevoegdheid over de interpretatie van de Overeenkomst betreffende de EER. Hiermee hebben Liechtenstein, Noorwegen en IJsland zich binnen het kader van de EER verplicht tot het overnemen van ongeveer twee derde van al het Gemeenschapsrecht. Bovendien vormt de EER-overeenkomst een goede basis om de samenwerking met de EU verder uit te breiden naar aangrenzende beleidsterreinen als milieu, innovatie en energie.
Toen de Europese Economische Ruimte in 1992 werd opgericht, bestond de Europese Vrijhandelsorganisatie nog uit zeven landen. Sindsdien zijn drie voormalige leden lid geworden van de Europese Unie en is Zwitserland uit de EER gestapt.
- 1.Deze vrijhandelsorganisatie is in 1960 opgericht en bestaat op dit moment uit IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland. De Europese Vrijhandelsassociatie (EVA, Engelse afkorting EFTA) is een handelsblok waarin de samenwerking minder ver gaat dan in de Europese Unie. Zo is er geen politieke samenwerking tussen de leden van de EVA en vormen de lidstaten ook geen douane-unie.
- 2.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.