Douane-unie
De douane-unie is een samenwerking op het gebied van douanetarieven. De douane-unie werd in 1968 tot stand gebracht tussen de zes oorspronkelijke lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap1 (EEG). Dat was anderhalf jaar eerder dan in het EEG-Verdrag2 was bepaald. De douane-unie vormt de grondslag van de interne markt3. Sinds de inwerkingtreding van de douane-unie worden in het goederenverkeer tussen de EU-lidstaten4 onderling geen invoerrechten meer geheven. Bovendien geldt in de gehele EU een gemeenschappelijk douanetarief5 (GDT) voor goederen uit derde landen6. De inkomsten uit douanerechten maken deel uit van de eigen middelen7 van de Gemeenschap.
Voor Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk, die in 1973 toetraden tot de EEG, werd de douane-unie na een overgangsperiode per juli 1977 voltooid. Griekenland trad per januari 1981 tot de EEG toe en werd in 1986 in de douane-unie opgenomen. Voor Portugal en Spanje, toegetreden tot de EEG in 1986, gold dit per januari 1996. Voor Finland, Oostenrijk en Zweden betekende de douane-unie geen ingrijpende verandering, omdat deze landen al per januari 1994 deel uitmaakten van de interne markt van de Europese Economische Ruimte8 (EER). De nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004, 1 januari 2007 en 1 juli 2013 zijn toegetreden tot de Europese Unie9 (dertien in totaal) horen ook bij de douane-unie.
Bij de inwerkingtreding van de interne markt in 1993 werden alle systematische controles aan de binnengrenzen en de douaneformaliteiten opgeheven. De douanediensten van de lidstaten zijn hierdoor niet meer betrokken bij de invordering van de accijnzen10 en de BTW11, noch bij het verzamelen van statistische gegevens.
Belangrijke uitdagingen voor de toekomst zijn het verbeteren van de samenwerking tussen de nationale overheidsdiensten evenals de strijd tegen fraude. Een van de prioriteiten van het programma Douane 2007 was om de nieuwe lidstaten te blijven helpen bij de aanpassing van hun systemen aan de vrijhandelszone12 en bij de uitoefening van douanecontroles aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie.
Per januari 2014 startte het programma Douane 202013. Dit programma had als taak het douaneproces te versnellen, zodat deelnemende landen de handel van en naar hun land kunnen vergroten. Als gevolg hiervan wordt de economie van deze landen competitiever. Een andere prioriteit was het bevorderen van netwerken en gemeenschappelijke acties van de douaneautoriteiten en de modernisering van IT-systemen.
Op 1 mei 2016 werd het nieuwe douanewetboek van de Unie (DWU) van kracht en traden nieuwe Europese douanevoorschriften in werking. Hiermee
-
-worden douaneprocedures versimpeld
-
-worden consumenten beter beschermd tegen goederen die niet voldoen aan Europese regelgeving
-
-wordt de samenwerking tussen nationale douanes verbeterd door nieuwe IT-systemen
In september 2020 heeft de Europese Commissie een nieuw actieplan voor de douane-unie gelanceerd met een reeks maatregelen om de Europese douane de komende vier jaar slimmer, innovatiever en efficiënter te maken. Het nieuwe actieplan omvat maatregelen met betrekking tot risicobeheer, het beheersen van e-commerce, het bevorderen van de naleving en het optreden als één douaneautoriteit.
- 1.De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is de voorloper van de huidige Europese Unie. De EEG werd in 1957 door middel van het Verdrag van Rome opgericht om de samenwerking tussen de landen in Europa te bevorderen. Daarmee moest tevens voorkomen worden dat deze landen opnieuw met elkaar in oorlog zouden raken. De EEG telde oorspronkelijk zes lidstaten: België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en toenmalig West-Duitsland. Tussen de deelnemende lidstaten ontstond geleidelijk een gemeenschappelijke markt: de interne handelstarieven op veel producten werden verwijderd.
- 2.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 3.De interne markt is de ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de Europese Unie is gewaarborgd. Het begrip interne markt heeft alleen betrekking op het vrij verkeer binnen de Unie en niet op de handel met derde landen. Voor de import van goederen van buiten de Europese Unie hanteren de lidstaten een gemeenschappelijk importtarief.
- 4.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 5.Een gemeenschappelijk buitentarief wil zeggen dat alle landen van een douane-unie een gelijk tarief heffen op invoer uit derde landen. Het gemeenschappelijk buitentarief is daarmee één van de belangrijkste kenmerken van de Europese douane-unie. Ook de Europese Unie kent een gemeenschappelijk buitentarief.
- 6.Dit zijn landen die geen lid zijn van de Europese Unie. De term 'derde landen' wordt vaak gebruikt als het gaat om afspraken tussen twee of meer EU-lidstaten en een ander land.
- 7.De Europese Unie beschikt sinds 1970 over eigen financiële middelen. Met de term 'eigen middelen' wordt verwezen naar inkomsten die voortkomen uit afspraken in het kader van het communautaire beleid. Zo worden bijvoorbeeld Europese belastingen geheven op goederen die door de EU-landen worden geïmporteerd vanuit landen buiten de EU. Het externe handelsbeleid is namelijk een communautair beleidsterrein.
- 8.De Europese Unie en drie van de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) - Liechtenstein, Noorwegen en IJsland - vormen samen de Europese Economische Ruimte (EER). In de EER gelden de regels voor de interne markt (het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal) en de regels voor mededinging en overheidssubsidies.
- 9.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 10.Dit is een belasting die door nationale overheden wordt geheven over de verkoop van bepaalde goederen, zoals alcoholhoudende (gedistilleerde) dranken en overige dranken met meer dan 1,2 procent alcohol, tabaksproducten, benzine en andere minerale oliën zoals diesel, huisbrandolie en LPG.
- 11.De btw is een door de nationale overheid geheven vorm van belasting op de verkoop van producten of diensten.
- 12.Een vrijhandelszone is een samenwerkingsvorm waarbij een groep landen besluit om de onderlinge handelsbelemmeringen, zoals in- en uitvoerrechten, af te schaffen. Dit heeft als voordeel dat het voor bedrijven aantrekkelijker wordt om zich binnen deze groep landen te vestigen en grensoverschrijdende handel te drijven. Ook worden bedrijven hierdoor aangemoedigd om in deze landen investeringen te doen.
- 13.Dit Europese subsidieprogramma moest de samenwerking tussen de douanediensten van de deelnemende landen helpen bevorderen. Dit gebeurde vooral door de handel te bevorderen en douaneprocedures te vereenvoudigen en versnellen en daarmee blokkades voor de interne markt weg te nemen. Door investeringen in douanediensten moeten EU-lidstaten meer inkomsten kunnen vergaren en fraude beter bestrijden.