Richtlijn
Dit bindende besluit van de Europese Unie bevat doelstellingen waar alle lidstaten1 van de Europese Unie2 aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verplicht de doelstellingen te verwezenlijken; de wijze waarop staat de lidstaten vrij. Lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie3 van richtlijnen.
Toepassingsgebied
Richtlijnen zijn niet direct toepasbaar omdat ze eerst moeten worden omgezet in nationale wetgeving. De richtlijn is bedoeld om de brug te slaan tussen het streven naar de noodzakelijke eenheid van Europese regelgeving enerzijds en rekening houden met nationale systemen en tradities anderzijds. Het doel van de richtlijn is niet eenmaking van wetgeving in de hele Europese Unie, maar het nader tot elkaar brengen ervan.
Richtlijnen zijn er op gericht om algemeen beleid te maken, op vrijwel alle terreinen waar de EU de bevoegdheid heeft om regels op te mogen stellen.
Om er voor te zorgen dat de doelen van een richtlijn wel gehaald worden, moeten lidstaten richtlijnen op tijd omzetten in nationale wetgeving. Een lidstaat kan voor het Europees Hof van Justitie4 worden gedaagd als hij dat niet op tijd heeft gedaan, of als de nationale wetgeving niet bijdraagt aan het behalen van de gestelde doelen in de richtlijn.
Sommige richtlijnen bestrijken een heel breed beleidsgebied, of stellen vrij algemene kaders op binnen een beleidsterrein. In dat soort gevallen wordt vaak gesproken van kaderrichtlijnen.
Een Europese richtlijn geldt niet rechtstreeks voor burgers. Wanneer een nationale overheid te laat is met het implementeren van een richtlijn, mogen particulieren zich wel op de bepalingen uit een richtlijn beroepen tegenover elk nationaal voorschrift dat niet met de richtlijn in overeenstemming is. Ze kunnen ook aanspraak maken op hun op grond daarvan toekomende rechten en deze rechten eventueel voor de nationale rechter geldend maken. Dit heet het principe van rechtstreekse werking. Een voorwaarde is wel dat de bepalingen van de richtlijn voldoende nauwkeurig zijn.
Vaststellen richtlijn
Een richtlijn kan door meerdere besluitvormingsprocedures van de EU5 worden vastgesteld. Mogelijk kan een richtlijn bepalen dat er nog nadere uitvoerende maatregelen nodig zijn waarin de details van de wetgeving worden uitgewerkt.
De richtlijn vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie6 (VwEU).
-
-instrument: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 2887
-
-vaststelling: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 2898
- 1.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 2.De Europese Unie (EU) is het belangrijkste samenwerkingsverband in Europa. De deelnemende landen hebben voor deze Unie een aantal organisaties opgericht waaraan zij een deel van hun eigen bevoegdheden hebben overgedragen. Dit zijn onder meer het Europees Parlement, de Europese Commissie, de Raad en het Europese Hof van Justitie.
- 3.Europese regels en wetten moeten soms omgezet (geïmplementeerd) worden in Nederlandse wetgeving voordat ze in Nederland geldig zijn.
- 4.Het in 1952 opgerichte Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) moet ervoor zorgen dat de wetten en regels die in Europa gemaakt worden, goed worden toegepast. De Europese wetten - het gemeenschapsrecht - moeten in alle lidstaten hetzelfde worden uitgevoerd. Het Hof van Justitie ziet er verder op toe dat het EU-recht in alle lidstaten op dezelfde manier wordt toegepast.
- 5.De Europese Unie kent verschillende procedures om besluiten te nemen. Naast de gewone wetgevingsprocedure gelden er voor een aantal onderwerpen bijzondere wetgevingsprocedures. Daarnaast zijn er een aantal aparte procedures voor het vaststellen van afgeleide regelgeving.
- 6.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 7.Teneinde de bevoegdheden van de Unie te kunnen uitoefenen, stellen de instellingen verordeningen, richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen vast.
- 8.1. De gewone wetgevingsprocedure behelst de vaststelling van een verordening, een richtlijn of een besluit, door het Europees Parlement en de Raad tezamen, op voorstel van de Commissie. Deze procedure wordt beschreven in artikel 294.
- 9.De Europese Unie gebruikt verschillende instrumenten om Europese wet- en regelgeving mee vast te leggen, om beleid van de lidstaten mee te coördineren of de lidstaten mee te adviseren. Rechtsinstrumenten zijn onder te verdelen in twee categorieën, bindende en niet-bindende rechtsinstrumenten. Uitvoerende rechtsinstrumenten vallen onder de bindende instrumenten, maar zijn als aparte categorie opgenomen.
- 10.Zowel de Europese als de nationale wetgever spelen een rol bij de uitvoering van wetgeving. Eerst wordt op Europees niveau de richtlijn vastgesteld. Daarbij zijn de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers betrokken. De Commissie maakt het voorstel. De Raad van Ministers (met daarin de Nederlandse minister) en het Europees Parlement stellen in de meeste gevallen samen de wet vast. De procedure verschilt per beleidsterrein, maar duurt vaak meer dan een jaar.