Raad besluit met eenparigheid van stemmen
Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer geen enkele lidstaat1 tegen het voorstel stemt, én alle lidstaten een stem uitbrengen. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd. Bij afwezigheid van een lidstaat kan een voorstel niet worden aangenomen.
Een lidstaat kan zich onthouden van stemming. Daarmee blokkeert die lidstaat de besluitvorming niet. Wel moet de meerderheid van alle lidstaten een stem uitbrengen, anders kan er geen besluit genomen worden.
Onthouding bij het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid
Wanneer een lidstaat zich van stemming op dit terrein onthoudt, blokkeert die lidstaat de besluitvorming niet. De lidstaat is dan niet verplicht het genomen besluit toe te passen. Het lidstaat mag echter geen acties ondernemen die tegen de geest van dat besluit indruisen. Dit heet 'constructieve onthouding2'.
Wanneer één derde van de lidstaten, óf de lidstaten die tezamen ten minste één derde van de totale bevolking van de EU vertegenwoordigen zich onthouden van stemming, dan kan een besluit niet genomen worden.
Beperkte samenstelling van de Raad
Op sommige beleidsterreinen doen niet alle lidstaten mee. In die gevallen mogen alleen de lidstaten op wie het voorstel betrekking heeft een stem uitbrengen. De overige lidstaten tellen en stemmen niet mee.
Inhoudsopgave
Deze stemwijze wordt alleen toegepast op beleidsterreinen waar dit expliciet in de Europese verdragen3 vermeld staat. In de praktijk betreft dit alleen politiek gevoelige onderwerpen. De onderwerpen die hier onder vallen zijn onder andere sociale zekerheid en sociale bescherming, familierecht, fiscaal beleid, de vaststelling van het meerjarig financieel kader, de toetreding van nieuwe lidstaten tot de Europese Unie, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de operationele politiesamenwerking tussen de lidstaten.
Sinds de inwerkingtreding van de Europese Akte4 is het aantal beleidsterreinen waarvoor unanimiteit vereist is, kleiner geworden.
Besluitvorming in de Europese Raad op basis van eenparigheid van stemmen vindt zijn basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)5 en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU)6.
-
-Toepassing: indien er op een beleidsterrein met eenparigheid van stemmen wordt besloten staat dat bij die terreinen specifiek vermeld in de verdragen.
-
-Onthouding: zesde deel VwEU titel I hoofdstuk 1 derde afdeling art. 2387 lid 4
-
-Onthouding in het GBVB: VEU titel V hoofdstuk 2 eerste afdeling art. 318 lid 1
-
-Beperkte samenstelling: zesde deel VwEU titel III art. 3309
- 1.Momenteel zijn 27 landen lid van de Europese Unie. De meest recente uitbreiding van de Unie vond plaats op 1 juli 2013, met de toetreding van Kroatië. Er wordt verder over uitbreiding gesproken met verschillende landen in Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is sinds 31 januari 2020 middernacht geen lid meer van de Europese Unie. Dat was het eerste land dat de EU verliet.
- 2.Wanneer een lidstaat zich op het terrein van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van stemming onthoudt, en niet tegen een besluit stemt, dan heet dit 'constructieve onthouding'. De Raad kan zo een besluit aannemen zonder dat alle lidstaten expliciet vóór een besluit stemmen.
- 3.De geschiedenis van de Europese verdragen begint bij de oprichting van de eerste "Gemeenschap", de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (de EGKS). Tussen 1952 (EGKS) en 2007 ("Lissabon") zijn negentien verdragen gesloten tussen een steeds toenemend aantal lidstaten.
- 4.De in december 1985 onder de naam Europese Akte overeengekomen aanpassing van het Verdrag van Rome had betrekking op de besluitvorming, de inrichting van de interne markt, het monetaire beleid en de Europese Politieke Samenwerking. Een aantal beleidsterreinen, met name met betrekking tot de interne markt, werd in de Akte expliciet aan het Verdrag toegevoegd, zoals milieu- en technologiebeleid.
- 5.In dit verdrag staan de waarden waar de Europese Unie en alle lidstaten zich aan moeten houden, en de belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 6.Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) is een gewijzigde versie van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG). De gewijzigde versie is in 2009 van kracht geworden. In het VwEU staat wat de bevoegdheden zijn van de Europese Unie, en op welke manier de Europese Unie die bevoegdheden kan uitoefenen. Dit verdrag vormt samen met het Verdrag betreffende de Europese Unie de basis van de Europese Unie.
- 7.1. Voor de besluiten van de Raad waarvoor een gewone meerderheid vereist is, besluit de Raad bij meerderheid van zijn leden.
- 8.1. In het kader van dit hoofdstuk worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.
- 9.Alle leden van de Raad kunnen deelnemen aan de beraadslagingen van de Raad, maar alleen de leden van de Raad die de aan een nauwere samenwerking deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, nemen deel aan de stemming.
- 10.De Raad van de Europese Unie ('Raad van Ministers') stemt over voorstellen van de Europese Commissie, de lidstaten of de Europese Centrale Bank. Afhankelijk van het onderwerp neemt de Raad op een bepaalde wijze besluiten. In de Europese verdragen staat precies beschreven hoe er op welk beleidsterreinen gestemd wordt.