Artikel III-211: Raadpleging sociale partners

III-210
Artikel III-211
III-212
  • 1. 
    De Commissie bevordert de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie en stelt alle maatregelen vast die ertoe kunnen dienen, door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen, de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken.
  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 raadpleegt de Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van het sociaal beleid in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
  • 3. 
    Indien de Commissie na de in lid 2 bedoelde raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het voorgenomen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
  • 4. 
    Ter gelegenheid van de in de leden 2 en 3 bedoelde raadplegingen kunnen de sociale partners de Commissie in kennis stellen van hun wens het in artikel III-212, lid 1 i, bedoelde proces in te leiden. Dit proces neemt ten hoogste negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.

1.

Ontwikkeling artikel

2003
  • 1. 
    De Commissie heeft tot taak de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie te bevorderen en stelt alle maatregelen vast die nuttig kunnen zijn om de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen.
  • 2. 
    Daartoe raadpleegt de Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van de sociale politiek in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
  • 3. 
    Indien de Commissie na deze raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het overwogen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
  • 4. 
    Ter gelegenheid van deze raadpleging kunnen de sociale partners de Commissie in kennis stellen van hun wens het in [ex artikel 139] i bedoelde proces in te leiden. De procedure neemt maximaal negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.
2003
  • 1. 
    De Europese Commissie heeft tot taak de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie te bevorderen en stelt alle maatregelen vast die ertoe kunnen dienen, door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen, de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken.
  • 2. 
    Daartoe raadpleegt de Europese Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van het sociaal beleid in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
  • 3. 
    Indien de Europese Commissie na deze raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het voorgenomen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
  • 4. 
    Ter gelegenheid van deze raadpleging kunnen de sociale partners de Europese Commissie in kennis stellen van hun wens het in artikel III-106 i bedoelde proces in te leiden. De procedure neemt ten hoogste negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.
2003
  • 1. 
    De Commissie bevordert de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie en stelt alle maatregelen vast die ertoe kunnen dienen, door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen, de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken.
  • 2. 
    Daartoe raadpleegt de Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van het sociaal beleid in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
  • 3. 
    Indien de Commissie na deze raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het voorgenomen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
  • 4. 
    Ter gelegenheid van deze raadpleging kunnen de sociale partners de Commissie in kennis stellen van hun wens het in artikel III-106 i bedoelde proces in te leiden. De procedure neemt ten hoogste negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.
2004
  • 1. 
    De Commissie bevordert de raadpleging van de sociale partners op het niveau van de Unie en stelt alle maatregelen vast die ertoe kunnen dienen, door middel van een evenwichtige ondersteuning van de partijen, de dialoog tussen de partners te vergemakkelijken.
  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1 raadpleegt de Commissie, alvorens voorstellen op het gebied van het sociaal beleid in te dienen, de sociale partners over de mogelijke richting van een optreden van de Unie.
  • 3. 
    Indien de Commissie na de in lid 2 bedoelde raadpleging van mening is dat een optreden van de Unie wenselijk is, raadpleegt zij de sociale partners over de inhoud van het voorgenomen voorstel. De sociale partners doen de Commissie een advies of, in voorkomend geval, een aanbeveling toekomen.
  • 4. 
    Ter gelegenheid van de in de leden 2 en 3 bedoelde raadplegingen kunnen de sociale partners de Commissie in kennis stellen van hun wens het in artikel III-212, lid 1 i, bedoelde proces in te leiden. Dit proces neemt ten hoogste negen maanden in beslag, tenzij de betrokken sociale partners en de Commissie gezamenlijk besluiten tot verlenging.