Artikel II-8: De bescherming van persoonsgegevens - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
-
1.Eenieder heeft recht op bescherming van de hem betreffende persoonsgegevens.
-
2.Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan.
-
3.Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.
-
a)Eenieder heeft recht op eerbiediging en bescherming van zijn identiteit.
-
b)De eerbiediging van persoonlijke levenssfeer, gezinsleven, goede naam, huis en particuliere communicatievormen wordt gewaarborgd.
-
c)De overheden mogen alleen personen en organisaties controleren indien zij daartoe naar behoren gemachtigd zijn door een bevoegde rechterlijke instantie.
-
1.Eenieder heeft recht op bescherming van de hem betreffende persoonsgegevens.
-
2.Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht op toegang tot de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan.
-
3.Een onafhankelijke autoriteit ziet toe op de naleving van deze regels.
Dit artikel was gebaseerd op artikel 286 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995), alsmede op artikel 8 van het EVRM en op het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, dat door alle lidstaten is bekrachtigd. Artikel 286 van het EG-Verdrag is nu vervangen door artikel [I - 50] i van de Grondwet. Voorts wordt verwezen naar Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.01.2001). Bovengenoemde richtlijn en verordening bevatten voorwaarden en beperkingen voor de uitoefening van het recht op bescherming van persoonsgegevens.
-
1.Eenieder heeft recht op bescherming van de hem betreffende persoonsgegevens.
-
2.Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan.
-
3.Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.
-
1.Eenieder heeft recht op bescherming van zijn persoonsgegevens.
-
2.Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan.
-
3.Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.
Toelichting
Dit artikel was gebaseerd op artikel 286 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995), alsmede op artikel 8 van het EVRM en op het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, dat door alle lidstaten is bekrachtigd. Artikel 286 van het EG-Verdrag is nu vervangen door artikel [50] van de Grondwet.
Voorts wordt verwezen naar Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.01.2001). Bovengenoemde richtlijn en verordening bevatten voorwaarden en beperkingen voor de uitoefening van het recht op bescherming van persoonsgegevens.
-
1.Eenieder heeft recht op bescherming van zijn persoonsgegevens.
-
2.Deze gegevens moeten eerlijk worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van de betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Eenieder heeft recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan.
-
3.Een onafhankelijke autoriteit ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd.