Kabinet-Biesheuvel II (1972-1973)

Met dank overgenomen van Parlement.com.

Het tweede kabinet-Biesheuvel was op 9 augustus 1972 de voortzetting van het eerste kabinet-Biesheuvel1, maar zonder DS'70. Het kabinet kon worden beschouwd als een overgangskabinet tot de verkiezingen in november 1972.

Het kabinet zelf beschouwde zich als een volwaardig kabinet, hoewel het een minderheidskabinet was. Door de lange duur van de formatie in 1973 nam het kabinet verdergaande beslissingen dan gebruikelijk was voor een demissionair kabinet.

Het kabinet bestond uit KVP, ARP, CHU en VVD. Minister-president Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.

Inhoudsopgave

  1. Bijzonderheden
  2. Samenstelling kabinet
  3. Mutaties
  4. Formatie
  5. Kerngegevens zetelverdeling
  6. Data en feiten formatie

1.

Bijzonderheden

De voornaamste taken van het kabinet waren het uitschrijven van vervroegde Tweede-Kamerverkiezingen (in november 1972) en het opstellen van begroting 1973.

Minister Udink (CHU) van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voerde in 1972 de huurharmonisatie in.

2.

Samenstelling kabinet

Minister-president
Mr. B.W. Biesheuvel (ARP)

Viceminister-president
Mr. W.J. Geertsema (VVD)
Mr. R.J. Nelissen (KVP)

Algemene Zaken
minister: Mr. B.W. Biesheuvel (ARP)

Buitenlandse Zaken
minister: Drs. W.K.N. Schmelzer (KVP)
staatssecretaris: Drs. Th.E. Westerterp (KVP) (9 augustus 1972 - 7 maart 1973)

minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: Dr. C. Boertien (ARP)

Justitie
minister: Mr. A.A.M. van Agt (KVP)
staatssecretaris: Mr. J.H. Grosheide (ARP)

Binnenlandse Zaken
minister: Mr. W.J. Geertsema (VVD)

Onderwijs en Wetenschappen
minister: Mr. Ch. van Veen (CHU)
staatssecretaris: Mr. C.E. Schelfhout (KVP)

Financiën
minister: Mr. R.J. Nelissen (KVP)
staatssecretaris: Mr. W. Scholten (CHU) (9 augustus 1972 - 19 maart 1973)
staatssecretaris: Mr. A.P.J.M.M. van der Stee (KVP) (9 augustus 1972 - 12 maart 1973)

Defensie
minister: H.J. de Koster (VVD)
staatssecretaris: A. van Es (ARP) (9 augustus 1972 - 16 september 1972)

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
minister: Drs. B.J. Udink (CHU)
staatssecretaris: Drs. K.W. Buck (KVP)

Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. B.J. Udink (CHU)
staatssecretaris: Dr. R.J.H. Kruisinga (CHU) (9 augustus 1972 - 20 maart 1973)

Economische Zaken
minister: Mr.Drs. H. Langman (VVD)
staatssecretaris: Drs. J.J.M. Oostenbrink (KVP)

Landbouw en Visserij
minister: Ir. P.J. Lardinois (KVP) (9 augustus 1972 - 1 januari 1973)
minister: Drs. J. Boersma (ARP) (1 januari 1973 - 11 mei 1973)

Sociale Zaken
minister: Drs. J. Boersma (ARP)
staatssecretaris: Mr. J.G. Rietkerk (VVD) (9 augustus 1972 - 23 april 1973)

Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
minister: P.J. Engels (KVP)
staatssecretaris: H.J.L. Vonhoff (VVD) (9 augustus 1972 - 23 april 1973)

Volksgezondheid en Milieuhygiëne
minister: Dr. L.B.J. Stuijt (KVP)

'de West'
minister: Ir. P.J. Lardinois (KVP) (9 augustus 1972 - 1 januari 1973)
minister: Mr. W.J. Geertsema (VVD) (1 januari 1973 - 11 mei 1973)

3.

Mutaties

In september 1972 trad staatssecretaris van Defensie Van Es (ARP) af, omdat hij met minister De Koster van mening verschilde over de wijze waarop het ministerie moest worden georganiseerd. Van Es wilde dat er afzonderlijke onderdelen bleven voor land- en luchtmacht en marine; De Koster wilde een allesomvattende organisatie.

In januari 1973 werd minister Lardinois als opvolger van Mansholt Europees Commissaris. Zijn post werd verder overgenomen door minister Boersma.

4.

Formatie

Na de val van zijn kabinet kreeg Biesheuvel van de Koningin de opdracht te onderzoeken of echt wel zakelijke redenen aan de crisis ten grondslag liggen. Hadden irrationele factoren als moeheid en irritatie niet de doorslag gegeven bij het ontstaan van de crisis? Biesheuvel riep de ministerraad maar de breuk blijkt definitief.

Daarna consulteerde de koningin de gebruikelijke adviseurs. Kamerontbinding en -verkiezingen leken onontkoombaar. Biesheuvel werd formateur van een kabinet dat dit moet voorbereiden. Door een plotselinge financiële meevaller leek de breuk misschien toch niet definitief.

Biesheuvel vroeg een adviseur te lijmen, maar dat misluktr. Biesheuvel besloot vervolgens met zijn ploeg zonder DS'70 als minderheidskabinet verder te gaan. De DS'70 staatssecretarissen werden niet vervangen. Minister Udink, op Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, nam Verkeer en Waterstaat er bij en Minister Van Veen van Onderwijs werd tevens belast met Wetenschapsbeleid en Wetenschappelijk Onderwijs.

Meer over kabinetsformatie 19722

5.

Kerngegevens zetelverdeling

Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de zetels van het kabinet in Eerste en Tweede Kamer en voor de zetelverdeling in de Tweede Kamer.

6.

Data en feiten formatie

datum

wat

wie

tot en met

dagen

9 augustus 1972

terugkomen op ontslagaanvrage

 

28 november 1972

112

29 november 1972

kabinet demissionair

 

10 mei 1973

162

11 mei 1973

ontslag verleend

Koningin Juliana3

   
 

Meer over

  • kabinet4
 

  • 1. 
    Dit kabinet kwam tot stand na de Tweede Kamerverkiezingen van 1971. De partijen die het voorgaande kabinet-De Jong hadden gevormd (KVP, CHU, ARP en VVD) verloren bij deze verkiezingen hun meerderheid. Met nieuwkomer DS'70 als vijfde regeringspartij kon het beleid van het vorige kabinet echter voortgezet worden. Minister-president Barend Biesheuvel was afkomstig uit de ARP.
     
  • 2. 
    Na de val van het kabinet-Biesheuvel werd gepoogd om de breuk met DS'70 alsnog te lijmen. Na een financiële meevaller riep premier Biesheuvel zelfs nog de hulp in van Ynso Scholten om DS'70 aan boord te houden. Toen dit niet bleek te lukken, ging het kabinet-Biesheuvel officieel door als demissionair kabinet, met als belangrijkste taak verkiezingen uit te schrijven. In de praktijk gedroeg het zich echter als missionair kabinet. Vandaar dat het soms kabinet-Biesheuvel II wordt genoemd.
     
  • 3. 
    Vorstin, die op menselijke ('gewone') manier inhoud wilde geven aan haar taak en weinig op had met 'protocol'. Stond daardoor veel dichter bij de bevolking dan haar moeder. Verklaarde bij haar inhuldiging het moederschap net zo belangrijk te vinden als haar rol als vorstin. Had goede banden met Drees en Beel. Kreeg twee maal te maken met ernstige constitutionele moeilijkheden. In 1956 door de 'kwestie-Soestdijk (vaak aangeduid als Greet Hofmansaffaire) en in 1976 door de Lockheedaffaire waarbij haar echtgenoot in opspraak kwam. Dat deed geen afbreuk aan haar populariteit. Zette zich in het bijzonder in voor het maatschappelijk werk en voor gehandicaptenzorg.
     
  • 4. 
    Met het begrip kabinet worden alle ministers en staatssecretarissen bedoeld. Een kabinet wordt genoemd naar de minister-president, bijvoorbeeld het kabinet-Drees of het kabinet-Kok. In het spraakgebruik worden de begrippen regering en kabinet vaak door elkaar gebruikt. Strikt genomen, is er echter een verschil tussen beide. Met de term 'regering' duiden we het staatshoofd (koning of koningin) samen met de ministers aan.