H.J. (Hans) de Koster

foto H.J. (Hans) de Koster
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Beeldbank Nationaal Archief
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Rijke meelfabrikant met vele maatschappelijke en politieke activiteiten. Dominante voorzitter van het Verbond van Werkgevers. Staatssecretaris voor Europese zaken in het kabinet-De Jong i met veel gezag bij de minister-president. Kreeg als minister van Defensie in het kabinet-Biesheuvel i te maken met acties van de vakbond van dienstplichtigen en van dienstweigeraars. Ging te omzichtig om met een sluimerend generaalsconflict, waardoor dit bleef voortwoekeren. Maakte wel resoluut een einde aan de plannen voor kernonderzeeboten, omdat conventionele schepen de zelfde prestaties leverden voor een lagere prijs. Na zijn ministerschap woordvoerder buitenlandse zaken in de VVD-fracties in Tweede en Eerste Kamer.

VVD
functie(s) in de periode 1967-1985: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, staatssecretaris, minister, staatsraad in buitengewone dienst

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Henri Johan (Hans)

geboorteplaats en -datum
Leiden, 5 november 1914

overlijdensplaats en -datum
Wassenaar, 24 november 1992

2.

Partij/stroming

partij(en)
VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (11/13)

  • assistent regeringscommissaris, Voedselbureau te New York, van 1945 tot 1946
  • directeur meelfabriek N.V. "De Sleutels" te Leiden, van 1946 tot 1 januari 1967
  • voorzitter VNW (Verbond van Nederlandsche Werkgevers), van 18 mei 1961 tot 12 juni 1967
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 12 juni 1967
  • staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (belast met Europese samenwerking), van 12 juni 1967 tot 6 juli 1971
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 11 mei 1971 tot 6 juli 1971
  • minister van Defensie, van 6 juli 1971 tot 11 mei 1973
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 februari 1973 tot 1 mei 1973
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 28 mei 1973 tot 8 juni 1977
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 20 september 1977 tot 16 mei 1980
  • staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State, van 16 mei 1980 tot 16 mei 1985 (benoemd bij K.B. van 21 april 1980)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Partijpolitieke functies

In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.

5.

Nevenfuncties (2/26)

  • lid Raad van Commissarissen OBAM (Onderlinge Beleggings- en Administratiemaatschappij)
  • voorzitter en penningmeester Europa Nostra, Vereniging tot behoud van Europees architectonisch erfgoed

afgeleide functies, presidia etc. (2/8)
  • voorzitter Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa, van april 1978 tot 1981
  • lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State), vanaf 1 augustus 1981

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

6.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

7.

Activiteiten

als parlementariër
  • Was in de periode 1973-1977 woordvoerder buitenlandse zaken van de VVD-Tweede Kamerfractie
  • Hield zich als Eerste Kamerlid vooral bezig met buitenlandse zaken en defensie

opvallend stemgedrag (0/4)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/6)
  • Bracht in 1972 samen met minister Van Agt de Nota inzake de herziening van het militair tuchtrecht uit. Er komt een scherpe scheiding in strafrechtelijk te handhaven gedrags- en tuchtregels en een competentiescheiding tussen strafrechter en tuchtrechter. Lichte vormen van een aantal delicten worden decriminaliseerd, tuchtrechtelijke gedragsregels worden opnieuw geformuleerd en de werking van het tuchtrecht wordt beperkt. Verder worden het sanctiestelsel herzien en de waarborgen in het tuchtprocesrecht versterkt. (11.689)
  • Ontvouwde in de memorie van toelichting bij de begroting Defensie voor 1973 zijn visie op de organisatorische structuur van het defensieapparaat. Hij koos daarbij voor een verticale opbouw, waardoor de afzonderlijke krijgsmachtonderdelen minder zelfstandigheid kregen. Voor staatssecretaris Van Es was dit reden om ontslag te nemen. (12.000-X, nr. 2)
  • Weigerde in 1972 de groetplicht binnen de kazernes af te schaffen en schortte in verband met een actie van de VVDM (Vereniging van Dienstplichtige Militairen) hiertegen het overleg met die organisatie op. De strafrechtelijke sancties tegen soldaten die hadden geweigerd hun meerderen te groeten, leverden nieuwe (landelijke) protesten op.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
  • Bracht in 1971 samen met minister Nelissen een wet (Stb. 280) tot goedkeuring van een te Almelo tot stand gekomen overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk en de Bondsrepubliek over samenwerking bij de ontwikkeling en exploitatie van het gasultracentrifugeprocedé voor de produktie van verrijkt uranium. (10.733)
  • Bracht in 1972 als minister van Defensie de Wet pensioengeldigheid bezettingstijd reserve-officieren (Stb. 367) tot stand. Dit voorstel was in 1960 ingediend door minister Visser. (6.132)
  • Bracht in 1972 samen met staatssecretaris Van der Stee een wet tot privatisering van de Artillerie-Inrichtingen (Stb. 674) tot stand. (11.847)

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

8.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd er in 1972 door de oppositie van beschuldigd progressieve officieren (H. Volten, M.H. von Meijenfeldt) te hebben 'weggezuiverd' vanwege een controverse in de militaire top over het defensiebeleid.

uit de privésfeer (3/4)
  • Persoonlijke vriend van Prins Bernhard. Daardoor goed op de hoogte van persoonlijke verwikkelingen in de koninklijke familie.
  • Was puissant rijk
  • Zijn vader en grootvader (van vaderszijde) waren lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland

verkiezingen
  • Werd in 1977 tot Eerste Kamerlid gekozen door Groep IV: Zuid-Holland

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.