A.M. (Margo) Vliegenthart
Talentvolle en bekwame PvdA-politica die haar loopbaan begon als voorzitter van de Jonge Socialisten1. Door haar goede dossierkennis en vaardigheid in het debat wist zij zich in de PvdA-fractie snel op te werken. Vooral deskundig op (jeugd)welzijnsgebied en op het terrein van emancipatie. Na vicefractievoorzitter te zijn geweest, werd zij in 1998 staatssecretaris in het tweede kabinet-Kok2. Daar kreeg zij met de lastige problematiek van de wachtlijsten in de zorg te maken. Verder had zij sport in haar portefeuille. Na de voor de PvdA teleurstellende verkiezingen van 2002 trok zij zich uit de politiek terug. Was kroonlid van de SER3 en is onder meer zelfstandig adviseur en sportbestuurder.
PvdA
functie(s) in de periode 1987-2002: lid Tweede Kamer, staatssecretaris
Inhoudsopgave
Anne Margo (Margo)
geboorteplaats en -datum
Utrecht, 18 juli 1958 partij(en)
PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 1978
-
-projectmedewerker PvdA-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal, van april 1983 tot november 1985
-
-beleidsmedewerker welzijn en cultuur, PvdA-fractie Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1985 tot november 1987
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1987 tot 3 augustus 1998
-
-staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (belast met welzijn, jeugdbeleid, ouderenbeleid, gehandicaptenbeleid, verpleging en verzorging en sport), van 3 augustus 1998 tot 22 juli 2002
-
-voorzitter MBO-raad (landelijke brancheorganisatie van de onderwijsinstellingen in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie), van september 2002 tot 1 november 2007 (tot 1 september 2006 BVE-raad)
-
-zelfstandig ondernemer "Margo Vliegenthart Beleid en Bestuur", van 2003 tot 2005
-
-zelfstandig ondernemer "Margo Vliegenthart Beleid en Bestuur", vanaf 2008
takenpakket (staatssecretaris)
-
-Was als staatssecretaris belast met aangelegenheden betreffende 1. het jeugdbeleid, inclusief de preventieve jeugdgezondheidszorg en de kinderopvang; 2. het ouderenbeleid; 3. de overige beleidszaken op gebied van welzijn, voor zover vallend binnen het werkgebied van het departement; 4. het gehandicaptenbeleid; 5. het beleid ten aanzien van de voorzieningen op het gebied van verpleging en verzorging (thuiszorg, verpleeghuizen, verzorgingshuizen); 5. modernisering van de AWBZ (inclusief indicatiestelling en uitbreiding persoonsgebondenbudget en m.u.v. de GGZ); 6. het sportbeleid; 7. het werkprogramma van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Bij de kinderopvang gold een medeverantwoordelijkheid van de staatssecretaris van SZW. De staatssecretaris van VWS was eerstverantwoordelijke voor de kinderopvang.
-
-Was als staatssecretaris expliciet betrokken bij het voorbereiden van een nieuwe bestuurlijke aanpak van de zorg (incl. experimenten AWBZ en ZFW)
-
-Werd tevens betrokken bij het geneesmiddelenbeleid, het beleid ten aanzien van kunst- en hulpmiddelen, de overwogen aanpassingen van het verzekeringsstelsel en de besparingen bij de inkoop door zorginstellingen.
-
-lid bestuur JS (Jonge Socialisten), van november 1980 tot 1981
-
-voorzitter JS (Jonge Socialisten), van 1981 tot oktober 1983
-
-lid partijbestuur PvdA, van oktober 1981 tot oktober 1983
-
-lid fractiebureau PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 1 november 1988 tot 8 november 1989
-
-lid bestuur Rooie Vrouwen in de PvdA, vanaf februari 1989
-
-tweede fractiesecretaris/penningmeester PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 9 november 1989 tot september 1994
-
-lid fractiebestuur (coördinator sociale zaken, financiën en economische zaken) PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van september 1994 tot 25 februari 1997
-
-vicefractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 februari 1997 tot 3 augustus 1998
-
-lid Raad van Advies Universitair Centrum Sportgeneeskunde, vanaf februari 2003
-
-lid Raad van Nesteliers, Koninklijke Marechaussee
vorige (20/27)
-
-lid Raad van Toezicht NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidszorg en Ziektepreventie), van mei 2003 tot 1 januari 2010
-
-voorzitter Diversity Council Deloitte, van juni 2003 tot mei 2007
-
-voorzitter Auditteam Voetbalvandalisme, van 13 augustus 2003 tot mei 2009 (onderzoekt voetbalrellen)
-
-lid Adviescommissie Normering Inburgeringseisen, van 31 oktober 2003 tot maart 2004
-
-lid Raad van Advies SVB (Sociale Verzekeringsbank), van 1 maart 2004 tot 2023
-
-kroonlid SER (Sociaal-Economische Raad), van 1 april 2004 tot 1 januari 2010 (lid dagelijks bestuur)
-
-lid Raad van Advies Rabo-wielerploegen, van januari 2005 tot november 2007
-
-lid Raad van Toezicht Hogeschool Utrecht, van 2005 tot 2009
-
-lid Commissie Governance voor de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven, van september 2005 tot december 2005
-
-lid Raad van Toezicht Stichting U-pi, van juni 2005 tot januari 2007 (stichting die langs digitale weg werknemrs/vrijwilligers matcht met vrijwilligersorganisaties en of activiteiten)
-
-lid Raad van Toezicht UMC (Universitair Medisch Centrum) Utrecht, vanaf september 2005
-
-lid Raad van Commissarissen "Organon Biosciences", vanaf 2007
-
-lid College Financieel Toezicht Nederlandse Antillen, van november 2007 tot mei 2012
-
-lid Raad van Commissarissen uitvoeringsorganisatie pensioenfonds "PGGM", vanaf oktober 2007
-
-voorzitter Raad van Commissarissen Rabo-wielerploegen, van november 2007 tot mei 2012
-
-voorzitter Raad van Toezicht Waarborgfonds Kinderopvang, van 1 januari 2008 tot 2012
-
-lid Raad van Commissarissen DSM Nederland, van augustus 2008 tot 2012
-
-voorzitter Commissie Evaluatie Beleidsplan KMar 2010, van 1 september 2008 tot februari 2009
-
-voorzitter commissie "Maatstaf", van oktober 2009 tot maart 2010 (advies aan minister van OCW over studenten in het hoger onderwijs met een functiebeperking)
-
-lid Raad van Toezicht Topsportcommunity, van 2014 tot januari 2022
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
afgeleide functies, presidia etc.
-
-plaatsvervangend lid Presidium (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 28 november 1989 tot 17 mei 1994
-
-voorzitter subcommissie kinderbescherming uit de bijzondere commissie voor het Jeugdwelzijnsbeleid en de vaste commissie voor Justitie (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1990 tot oktober 1990
-
-ondervoorzitter vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1994 tot augustus 1998
-
-gymnasium-b, "Christelijk Gymnasium" te Utrecht, tot 1977
academische studie
-
-psychologie (niet voltooid), Rijksuniversiteit Utrecht, van 1977 tot 1983
-
-Was woordvoerster sociale zaken (emancipatiebeleid), jeugdwelzijn (kinderbescherming, jeugdhulpverlening) en welzijn (onder andere ouderenbeleid, thuiszorg, verslavingszorg) van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Hield zich ook bezig met de huisvesting van de Tweede Kamer.
als bewindspersoon (beleidsmatig)
-
-Bracht in 1999 de Nota Topsportbeleid. Kansen voor topsport uit. Aan topsport wordt maatschappelijke betekenis toegekend, onder meer vanwege de positieve invloed op breedtesport, door de grote amusementswaarde en door de voorbeeldfunctie die ervan uitgaat. In de nota wordt het aanvullende en ondersteunende overheidsbeleid voor de bevordering van topsport uiteengezet. Ook wordt ingegaan op maatregelen om negatieve bijverschijnselen tegen te gaan. Het gaat onder meer om ondersteuning van talenten, nazorg van topsporters, wetenschappelijk onderzoek en begeleiding. Er komt extra geld beschikbaar voor het topsportbeleid. (26.429)
-
-Bracht in de Welzijnsnota 1999-2002 "Werken aan sociale kwaliteit" uit
-
-Bracht in 1999 de Nota "Zicht op zorg: plan van aanpak Modernisering AWBZ" uit. Doelstelling is een zodanige opzet en uitvoering van de AWBZ dat binnen de beschikbare collectieve middelen: de cliënt met een zorgvraag centraal staat; zorg op maat wordt geleverd; vermaatschappelijking van de zorg wordt gestimuleerd; de doelmatigheid wordt bevorderd. In de gemoderniseerde AWBZ vervult het zorgkantoor in de regio voor zijn verzekerde inwoners een spilfunctie als uitvoerder van de AWBZ en het is verantwoordelijk voor het contracteren van zorgaanbieders zodat er voldoende zorg in de regio is. Het zorgkantoor wordt in de toekomst een belangrijke speler in het kader van de kostenbeheersing. De aanbieder van zorg concentreert zich op zijn kerntaak, te weten het verlenen van zorg aan cliënten, die geïndiceerd zijn. Het indicatieorgaan is verantwoordelijk voor het beoordelen van de zorgvraag en bepaalt daarmee de toegang. Samenhangend met de herijking van verantwoordelijkheden en bevoegdheden wordt het instrumentarium aangepast. Centraal daarin staat het flexibiliseren van de aanspraken. (26.631)
-
-Bracht in 1999 een brief uit over versnelde aanpak van de wachtlijsten in de curatieve zorg. Stelde een 'wachtlijstbrigade' in. (25.170)
-
-Bracht in 2000 samen met de staatssecretarissen Verstand en Bos de Nota "Hoofdlijnen Wet basisvoorziening kinderopvang" uit
-
-Bracht in 2001 een beleidsbrief uit over de invoering van een nieuw bekostigingssysteem in de gehandicaptenzorg. Er komt bekostiging op basis van indicatie van zorgzwaarte. Het budget wordt daarbij afgestemd op de zwaarte van de zorgvraag van cliënten. Cliënt en zorgaanbieder moeten samen een 'zorgarrangement' opstellen, waardoor de cliënt invloed heeft op de te leveren zorg. In een eveneens in 2001 verschenene notitie 'Kwaliteit in de Gehandicaptenzorg' werdn verdere stappen aangekondigd naar flexibilisering van de aanspraken van gehandicapten op basis van de AWBZ. Daardoor moet zorg meer op maat kunnen worden geleverd. (24.170)
-
-Bracht in 2001 de Nota "Sport, bewegen en gezondheid" uit. Hierin wordt het kabinetsbeleid uiteengezet om door sport en bewegen de gezondheid te verbeteren. Lagere overheden krijgen een belangrijke rol bij het stimuleren van breedtesport en er komt een bewegingsmonitor. Via de Arbodiensten moet binnen bedrijven meer aandacht komen voor het bevorderen van sport en bewegen. Ook voor (huis)artsen wordt hierbij een taak gezien. De sportinfrastructuur zal worden versterkt en er komt meer aandacht voor sportopleidingen, onderzoek en sportmedische aspecten. Voor het sport- en bewegingsbeleid komt een werkplan. (27.841)
als bewindspersoon (wetgeving)
-
-Bracht in 2000 samen met staatssecretaris Van der Ploeg een wijziging (Stb. 586) van de Mediawet tot stand. Er komen wettelijke regels om jongeren beter te beschermen tegen tabakreclame en tegen geweld op televsie, video en film. Uitgangspunt is zelfregulering van de sector. De Wet op de filmvertoningen wordt ingetrokken. (26.841)
-
-Bracht in 2001 een wijziging (Stb. 206) tot stand van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening en de Wet op de economische delicten in verband met de aanwijzing als economisch delict van illegale handel in de geneesmiddelen, zulks mede ter verbetering van de bestrijding van doping in de sport. (27.261)
-
-Haar vader was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht
verkiezingen
-
-Was in 2002 bij de Tweede Kamerverkiezingen nummer vier op de PvdA-kandidatenlijst
niet-aanvaarde politieke functies
-
-lid Tweede Kamer, mei 2002 (niet aanvaard om nieuwe mensen een kans te geven en vanwege privéredenen)
-
-T. van Rijckevorsel en H. Enkelaar, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1988)
-
-Toof Brader en Marja Vuijsje, "Haagse portretten. Tweede-Kamerleden, ministers, staatssecretarissen" (1995, 1999)
-
-Annelieke Dijkstra, "Liever een denker dan een juicher; Staatssecretaris Margo Vliegenthart 'heel ander type' dan Terpstra", Algemeen Dagblad, 2 september 1998
-
-Bas de Vries, "Ik let altijd op", Trouw, 17 november 2001
-
-P. Weberling, interview in: "Volkskrant Magazine", 16 februari 2002
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Deze organisatie is de onafhankelijke politieke jongerenorganisatie van de PvdA. De Jonge Socialisten in de PvdA (JS) wil jongeren interesseren voor politiek en jongerenparticipatie bevorderen in politieke en maatschappelijke zin. Belangrijke maatschappelijke onderwerpen waar JS zich mee bezighoudt zijn: goed en toegankelijk onderwijs, sociale zekerheid, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en milieu.
- 2.Dit kabinet, in de wandelgangen veelal 'Paars II' genoemd, was een voortzetting van het kabinet-Kok I. Hoewel het kabinet het bijna de volle vier jaar uithield, verliep de samenwerking tussen PvdA, VVD en D66 minder soepel dan in de vorige kabinetsperiode. PvdA-leider Wim Kok werd voor de tweede keer premier.
- 3.De Sociaal-Economische Raad (SER) is een adviesorgaan op het gebied van sociaal-economische vraagstukken.