Mr. A.M. (Anneke) Goudsmit
Advocate uit Amsterdam, die in 1967 lid van de eerste fractie van D66 in de Tweede Kamer werd. Had als bekwaam juriste en vasthoudend debatster al snel een goede naam als parlementariër. Pleitbezorgster van vrouwenemancipatie en betrokken bij initiatiefvoorstellen op het gebied van staatkundige vernieuwing. In 1971 ministerskandidaat voor Justitie in het schaduwkabinet1 van PvdA, D66 en PPR2. Weigerde in 1973 staatssecretaris te worden onder Van Agt3 vanwege diens standpunt over abortus. Verliet eind 1974 de Tweede Kamer toen zij van haar fractie onvoldoende ruimte kreeg zich afkeurend uit te laten over Van Agts beleid. Werd later rechter in Amsterdam.
D66
functie(s) in de periode 1967-1974: lid Tweede Kamer
Inhoudsopgave
Anneke Mary (Anneke)
geboorteplaats en -datum
Amsterdam, 12 juli 1933 partij(en)
D'66 (Democraten 1966), vanaf 24 oktober 1966
-
-advocaat en procureur (onder meer bij advocatenkantoor Goudsmit en Branbergen) te Amsterdam, van 1957 tot 1987
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 1 december 1974
-
-advocaat (samen met mr. W. Kingma) te Amsterdam, van 1975 tot 1 juni 1992
-
-raadsheer Gerechtshof te Amsterdam, van 1 juni 1992 tot 1996
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
vorige (4/10)-
-raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof te Amsterdam, van juni 1989 tot 1 juni 1992
-
-lid Raad van Commissarissen IPM (Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek) te Rotterdam
-
-lid bestuur Administratiekantoor Perscombinatie
-
-lid Scheidsgerecht, Nationale Ziekenhuisraad
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
afgeleide functies, presidia etc. (4/5)
-
-lid Presidium (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 11 mei 1971 tot 7 december 1972 (vierde ondervoorzitter)
-
-ondervoorzitter vaste commissie voor Justitie (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 29 september 1971 tot 19 juni 1973
-
-voorzitter bijzondere commissie voor het wetsontwerp Wijziging van de Medische Tuchtwet (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 13 oktober 1971 tot januari 1972
-
-plaatsvervangend lid Presidium (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 20 december 1972 tot 1 december 1974
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als parlementariër (5/10)-
-Interpelleerde op 10 februari 1971 minister Nelissen en staatssecretaris Wiersma over mogelijk uitstel van de volkstelling
-
-Bracht in 1971 via een samen met Ed van Thijn (PvdA), Jacques Aarden (Groep-Aarden) en Hans Wiebenga (PSP) ingediend initiatiefwetsvoorstel een verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar tot stand. (10.579 & 11.3000)
-
-Interpelleerde op 14 juni 1972 samen met Joop Voogd (PvdA) en Bas de Gaay Fortman (PPR) de ministers Van Agt en Stuijt over het drugsbeleid
-
-Diende in 1972 met Hans van den Doel (PvdA) een initiatiefwetsvoorstel in tot wijziging van de Zondagswet (verplichte zondagopenstelling van door gemeenten gesubsidieerde sportaccommodaties). Dit voorstel werd in 1975 door Erik Jurgens (PPR) en Huub Franssen (PvdA) door het parlement geloodst.
-
-Een door haar in 1973 ingediend (en aangenomen) amendement leidde ertoe dat in de regeling van de voorlopige hechtenis werd vastgelegd dat een verdachte erop moet worden gewezen dat hij bij verhoor niet verplicht is te antwoorden.
opvallend stemgedrag (2/4)
-
-In 1973 stemden zij en Beekmans als enigen van hun fractie tegen de wetsvoorstellen inzake bestrijding omroepuitzendingen buiten nationaal gebied. Stemde ondanks instemming met de strekking van het voorstel tegen het wetsvoorstel inzake goedkeuring van het Verdag van Straatsburg, omdat door de volgorde van stemmingen onduidelijk was of er een overgangstermijn zou komen.
-
-Behoorde in 1972 tot de vier leden van haar fractie die tegen het wetsvoorstel over opheffing van de gemeente Diepenveen stemden
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
algemeen (5/8)-
-Op 8 februari 1972 traden Hans Wiegel en zij in historisch kostuums op in de loge van de vergaderzaal van de Tweede Kamer in de rol van 'Romeo en Julia'. Dit in het kader van een NCRV-programma waarin hartewensen van gehandicapten werden vervuld.
-
-Op haar initiatief belegde de commissie voor Justitie in de Tweede Kamer op 24 februari 1972 een hoorzitting over de voorgenomen vrijlating van de 'Drie van Breda'
-
-Maakte in november 1972 als kandidaat-bewindsvrouw deel uit van het deelkabinet Den Uyl
-
-Was in 1973 kandidaat-staatssecretaris van Justitie, maar zij trok zich één dag voor de beëdiging terug omdat ze vreesde niet goed te kunnen samenwerken met Van Agt. Mogelijk speelde de ook de eventuele gratiëring van Duitse oorlogsmisdadigers mee.
-
-Gaf haar Kamerzetel op uit onvrede met het abortusbeleid van minister Van Agt en omdat haar fractie weigerde een motie te ondersteunen waarin het voornemen om in te grijpen bij de Abortuskliniek 'Bloemenhove' werd afgewezen. Zij was als enige fractielid ook tegen het houden van interpellatie over de kwestie.
uit de privésfeer
-
-In de oorlog was zij samen met haar broer vanaf juni 1943 ondergedoken in Amsterdam. Van februari 1944 tot 1945 met broer en ouders.
-
-Zij bleef naast haar Kamerlidmaatschap actief in de advocatuur
-
-In het advocatenkantoor waar zij werkte, was Max Rood één van haar kantoorgenoten
anekdotes en citaten
-
-In het debat over mogelijke vrijlating van de Drie van Breda op 29 februari 1972 zei zij: "Is eigenlijk het feit dat de Minister van Justitie zo geschokt was door de hearing [van de Tweede Kamer] niet het zwaarste verwijt dat hem gemaakt kan worden?"
niet-aanvaarde politieke functies
-
-staatssecretaris van Justitie, mei 1973 (geweigerd)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-Hans Hoffmann, "'Er is hier geen zaal vol flipperkasten'", Het Vrije Volk, 13 december 1975
-
-F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.
- 1.Kort voor de Tweede Kamerverkiezingen van 28 april 1971 presenteerden PvdA, D'66 en PPR een gezamenlijk, alternatief kabinet. In het najaar van 1972 vormden de drie partijen voor de vervroegde verkiezingen een zogenaamd deelkabinet, een lijst van mogelijke kandidaten voor een kabinetspost. Hiermee wilden de drie progressieve partijen aangeven dat zij in staat waren om na de verkiezingen direct een kabinet te vormen.
- 2.De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
- 3.CDA-voorman, jurist en premier van KVP-huize. Stond als hoogleraar strafrecht bekend als vernieuwingsgezind en bracht als minister van Justitie belangrijke wetten tot stand. Vicepremier in het kabinet-Den Uyl. Kwam in de kabinetten-Biesheuvel en -Den Uyl diverse malen in politieke problemen, onder meer door discussies over de vrijlating van de Drie van Breda, de abortuskwestie en de affaire-Menten. Werd in 1977 de eerste leider van het CDA en was daarna vijf jaar premier. Was toen de politieke tegenvoeter van PvdA-leider Den Uyl; even populair bij zijn achterban als verguisd door zijn tegenstanders. Stapte na de verkiezingen van 1982 op als politiek leider. Nadien Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en EG-ambassadeur. Relativeerde de politiek en zichzelf, maar was tactisch sterk. Formuleerde zorgvuldig en viel op door zijn kleurrijke en soms archaïsche taalgebruik.