‘Laat de ouderenzorg een topprioriteit zijn!’ - Hoofdinhoud
Kamerlid Liane den Haan vroeg tijdens het debat over de toekomst van de ouderenzorg aan de huidige en toekomstige Kamerleden: “Geef de ouderenzorg ruimte, tijd en middelen om de transitie op een goede manier vorm te geven. Het gaat om de politieke wil de keuze te maken om ouderenzorg topprioriteit te laten zijn!”
Lees of bekijk hier de volledige inbreng van Tweede Kamerlid Liane den Haan bij het debat over de toekomst van de ouderenzorg.
“Ik heb dit debat aangevraagd omdat ik het belangrijk vind om te praten over de toekomst van de ouderenzorg. We vergrijzen in een rap tempo. En dat betekent ook dat de vraag naar ouderenzorg fors gaat toenemen en dat we met elkaar moeten gaan kijken naar hoe we de ouderenzorg betaalbaar en toegankelijk houden.
Geen van de mensen die ik spreek uit de ouderenzorg heeft twijfels aan de plannen rondom wonen en zorg van ouderen en de arbeidsmarkt. Iedereen begrijpt dat we met elkaar moeten kijken naar hoe we de zorgkosten beheersbaar houden. Dat betekent dat de ouderenzorg anders moet gaan werken om zorg beschikbaar te houden voor de meest kwetsbare ouderen.
Ik heb groot respect voor de hele sector, want werkelijk iedereen voelt zich hier verantwoordelijk voor. Dat betekent inzetten op zo lang mogelijk zelfstandig als het kan, op technologie en domotica, op het betrekken van familie en andere naasten bij de zorg zonder dat zij overbelast raken, op het efficiënt inzetten en passend waarderen van zorgpersoneel en op zo creatief mogelijk kijken naar de arbeidsmarkt.
Maar dit kan niet als er aan alle kanten financieel geknepen wordt op de budgetten. Ik snap dat er niet onbeperkt geld is, maar de realiteit is dat door flink gestegen kosten veel zorginstellingen nu al voor een financiële uitdaging staan. Door de geplande bezuinigingen verwachten zorgorganisaties een tekort van 6 tot 8 procent. Daarbij komt dat het beleid om die bezuinigen te onderbouwen nog ontbreekt. De richttariefpercentages zijn gelukkig nu van 95,5 procent naar 96,4 procent gegaan, maar dan zijn we er nog niet.
Hoe kan de minister dan verwachten dat onder deze omstandigheden de transitie soepel zal verlopen?
De ouderenzorg staat voor een grote opgave als het gaat om zorgvastgoed. De verlaging van de NHC betekent kortweg dat zorgvastgoed niet kostendekkend is te realiseren. In de motie die mevrouw Sahla en ik hebben ingediend vragen wij naar de effecten hiervan.
In haar brief van gisteravond zegt de minister dat de NZa de systematiek van de NHC-berekening gaat onderzoeken. Dan neem ik aan de geplande bezuiniging niet doorgaat in 2024?
Ook een van de bezuinigingsmaatregelen is de doorontwikkeling van een nieuw kwaliteitskader en de ontwikkeling van een Kwaliteitskompas. Partijen in het veld zijn op dit moment bezig met het ontwikkelen daarvan. De totstandkoming van het kwaliteitskompas verloopt stroef, het Zorginstituut heeft zelfs uitstel verleend tot 1 december van dit jaar, dus dat nieuwe kwaliteitskader kan nooit al in 2024 worden ingevoerd.
Toch rekent de minister erop dat dat het nieuwe kader een besparing zal opleveren van 100 miljoen euro en blijft die bezuiniging staan terwijl het nieuwe kader er nog niet is. Waar is de onderbouwing van die 100 miljoen? Het lijkt mij volstrekt logisch dat je pas kan bezuinigen op het moment dat duidelijk is wat het nieuwe beleid is.
Een andere maatregel die het kabinet wil nemen is het scheiden van wonen en zorg. Ouderen die in een verpleeghuis wonen betalen dan zelf de woonkosten en vanuit de Wlz worden dan alleen de zorgkosten vergoed.
De minister houdt door deze maatregel rekening met een bezuiniging van 43 miljoen euro per jaar. Maar in een recent rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit werd geconcludeerd dat de Wlz eerst moet worden aangepast voordat die maatregel kan worden ingevoerd. Dus ook hier weer: hoe kan er dan al rekening worden gehouden met een bezuiniging van 43 miljoen per jaar?
Dan het tekort aan verpleeghuisplekken. In het WOZO werd eerst nog gesteld dat er 130.000 verpleeghuisplekken structureel beschikbaar zouden blijven, en in de kaderbrief waren het er maar 125.300. De minister redeneert dat er in 2022 maar 125.300 plekken zijn ingekocht, dus dat er niet meer nodig zijn.
Maar de minister weet toch zelf dat een verpleeghuis nooit een bezetting kan hebben van 100 procent door bijvoorbeeld transitiedagen en kortdurende leegstand. Dus effectief zijn er dan minder verpleeghuisplekken beschikbaar. En de wachtlijsten nemen verder toe. Dat is toch niet uit te leggen?
We hebben het vandaag over de ouderenzorg, dat wat mij betreft een belangrijk verkiezingsthema moet zijn. Maar ik vermoed dat de zorg ondergesneeuwd zal raken door thema’s zoals klimaat en immigratie. Misschien is ouderenzorg geen sexy thema, maar uiteindelijk krijgen we er allemaal mee te maken, vaak eerst omdat onze ouders zorg nodig hebben, en later wij zelf.
Het is ook belangrijk om mensen het eerlijke verhaal te vertellen. De zorg zoals die nu is, kunnen we in de toekomst niet meer geven. Er is te weinig capaciteit en het wordt te duur. En dus moeten we met elkaar beter voorbereid zijn op de toekomst van de ouderenzorg.
Als de politiek nou zou samenwerken en goed zou luisteren naar wat de ouderenzorg nodig heeft, dan kunnen we pas echt werken aan een structurele oplossing en kan de zorg voor de meest kwetsbare ouderen behouden blijven.
Dit is waarschijnlijk mijn laatste debat over de ouderenzorg in mijn rol als Kamerlid. En ik beloof u, ik laat het ook hierna niet los. Maar hier en nu vraag ik de huidige en toekomstige Kamerleden: Geef de ouderenzorg ruimte, tijd en middelen om deze transitie op een goede manier vorm te geven. Het gaat om de politieke wil de keuze te maken om ouderenzorg topprioriteit te laten zijn!”
Meer over ...