Raad van State ziet niets in initiatiefvoorstel referendum over EU-Verdrag - Hoofdinhoud
Volgens de Raad van State is er geen reden om een raadplegend referendum over het Hervormingsverdrag van de EU te houden. De Raad adviseert dan ook negatief over het door SP, D66, PvdD, GroenLinks en PVV ingediende initiatiefwetsvoorstel dat dit wil mogelijk maken. Het advies en de reactie daarop van de indieners zijn aangeboden aan de Tweede Kamer.
De argumenten tegen het initiatiefwetsvoorstel komen overeen met het eerdere advies dat de Raad van State aan de regering gaf over de vraag of net als in 2005 een referendum moet worden gehouden. Die argumenten zijn:
-
-Een nieuwe hervormingsverdrag betreft wijziging van bestaande EU-verdragen en is dus iets anders dan de Europese Grondwet in 2005.
-
-Het initiatiefwetsvoorstel maakt formeel een raadplegend referendum mogelijk, maar als partijen vooraf zeggen zich aan de uitslag te zullen houden, zal het feitelijk een bindend referendum zijn. Het Nederlandse staatsbestel (grondwet) kent geen bindende referenda.
-
-Het zal niet eenvoudig zijn een heldere referendumvraag te formuleren. "Ja" of "nee" levert geen eenduidige uitkomst op, omdat de overwegingen van de kiezers heel uiteenlopend kunnen zijn.
-
-Het voorstel stelt dat de regering een neutrale opkomstbevorderende campagne moet organiseren. Dat ontneemt de regering echter de mogelijkheid om - zoals zij wil - te pleiten voor aanneming van het verdrag.
De indieners stellen onder meer dat partijen ook na het referendum de mogelijkheid hebben een eigen afweging te maken. Zij zien in een referendum een goed instrument om het publieke debat over Europa, in vervolg op 2005, voort te zetten. Het advies van de Raad van State was voor hen geen reden het voorstel (of de toelichting daarop) te veranderen.
bron: kamerstuk 31.259, nr. 5
verwant nieuws