75 jaar PvdA
PDC, februari 2021

Op 9 februari 1946 werd de Partij van de Arbeid1 opgericht. De Partij bestond in 2021 vijfenzeventig jaar. De PvdA is enkele malen de grootste partij van het land geweest en haalde enkele malen eenderde van alle zetels. Daardoor speelde zij, zowel in de regering als in de oppositie, een belangrijke rol in de Nederlandse naoorlogse politiek. Wij belichten enkele aspecten uit dat 75-jarige bestaan.
Inhoudsopgave
De Partij van de Arbeid werd op 9 februari 1946 opgericht door J.J. Vorrink2, M. van der Goes van Naters3, W. Drees4, A.M. Joekes5, P.J. Oud6, W. Banning7, W. Schermerhorn8, R. van der Brug9, J.M. Willems10, G. Ruygers11, G.E. van Walsum12. Zij streefde ernaar een volkspartij te worden, met niet alleen ruimte voor het socialistische gedachtegoed, maar ook voor liberale, gelovige en humanistische ideeën.
In de PvdA1 hadden sociaaldemocraten vanaf het begin een sterke positie. De SDAP14 leverde de meeste leden en voormannen van de nieuwe partij. De volbloed sociaaldemocraat Drees4 werd partijleider. Die sterke positie leidde ertoe dat ook veel standpunten en symbolen van de SDAP werden overgenomen. PvdA-congressen werden bijvoorbeeld afgesloten met het zingen van de 'internationale'. Daarnaast sloot de PvdA zich aan bij de Socialistische Internationale.
Vier PvdA'ers waren gedurende in totaal 24 jaar minister-president en de PvdA1 nam daarnaast nog aan drie kabinetten deel met een KVP-premier, aan twee onder leiding van een CDA'er en aan één met een VVD-premier. In totaal nam de PvdA (tot 2021) 40 jaar deel aan kabinetten.
Tot het midden van de jaren zestig was de PvdA1 een tamelijk gezagsgetrouwe partij, die weinig op had met maatschappelijke onrust. Dit kwam in belangrijke mate voort uit angst voor het communistische gevaar, zowel nationaal als internationaal. PvdA-voormannen als Vorrink2 en Vermeer15 behoorden tot de felste anticommunisten. Daarnaast was de wederopbouw gebaat bij maatschappelijke rust.
Onder invloed van de maatschappelijke onrust in de jaren zestig werd de PvdA1 lange tijd een ferm pleitbezorger van democratisering. Behalve de opkomst van D6616 speelde ook interne ontwikkelingen een belangrijke rol. Teleurstelling over het functioneren van het kabinet-Cals17 en over de - in de ogen van veel PvdA'ers door de KVP18 bewust veroorzaakte - voortijdige val, leidde tot een radicalisering van de PvdA.
De PvdA1 heeft altijd een sterke internationale oriëntatie gehad. Dat bleek zowel uit haar betrokkenheid bij de Europese samenwerking en ontwikkelingssamenwerking. Lange tijd steunde de PvdA ook volop het Atlantisch bondgenootschap, maar in de periode na 1965 was zij daarover kritischer.
In onderstaand overzicht zijn enkele karakteristieke PvdA'ers opgenomen.
Foto |
Naam |
Toelichting |
---|---|---|
|
Markant en welsprekend PvdA-Tweede Kamerlid, dat altijd 'het gehoor' van de vergadering had. |
|
|
Katholieke PvdA-politicus, doorbraak-socialist21. Was als Tweede Kamerlid een gerespecteerd specialist op het gebied van de sociale zekerheid en lange tijd fractiesecretaris. |
|
|
Vooraanstaande sociaaldemocratisch politicus en vakbondbestuurder.Typische selfmade man, die het in 1952 tot minister van Sociale Zaken bracht. |
|
|
Bekend en populair PvdA-Tweede Kamerlid, dat in heldere en vaak humoristische bewoordingen en met onmiskenbaar Rotterdams accent opkwam voor de belangen van consumenten. |
|
|
Belangrijk feministe en vooraanstaand PvdA-politica. Uitbundige, actieve vrouw die in staat was mensen te enthousiasmeren. |
|
|
Markante, onconventionele en populaire PvdA-politicus. Was aanvankelijk banketbakker en werd na een korte periode als Tweede Kamerlid staatssecretaris van Volkshuisvesting in het kabinet-Den Uyl26. |
|
|
Eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer en na de verkiezingen van 2002 een half jaar politiek leider van de PvdA. |
|
|
Uit Groningen afkomstige vakbondsbestuurder en politicus. Door vriend en vijand gewaardeerd om zijn directheid en spontaniteit; een man wars van dikdoenerij. |
|
|
Onconventionele PvdA-politicus, die Kamerlid en partijvoorzitter was.Viel op door zijn kleurrijke truien en duidelijke taalgebruik. |
|
|
Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid was zij het tot dan jongste Kamerlid. |
|
|
Slimme en inventieve dossiertijger die als politiek leider de partijneergang echter niet kon keren. |
|
|
Tot begin 2021 fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Hij legde zijn taken neer vanwege zijn rol in de toeslagenaffaire. |
|
|
Lijsttrekker sinds begin 2021. |
|
|
Sinds 2016 voorzitter van de Tweede Kamer. |
Meer over
- 1.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 2.Charismatische en dominante sociaaldemocratische voorman in het interbellum en in de eerste naoorlogse jaren. Aanvankelijk onderwijzer. Leidde met veel bezieling de socialistische jeugdbeweging AJC en was voorzitter van de SDAP en na de oorlog van de PvdA. Was actief in het verzet, onder andere bij Het Parool. In 1945-1946 regeringscommissaris voor het toezicht op politieke delinkwenten. Fel anticommunistisch en daarom ook onderwerp van een communistische lastercampagne. In de Tweede Kamer defensiewoordvoerder van de PvdA. Goed organisator maar met een autoritaire stijl.
- 3.'Rode advocaat' uit Nijmegen. Voor de oorlog justitie-woordvoerder van de SDAP en al snel vooraanstaand fractielid. Volgde in 1945 Drees op als fractievoorzitter en leidde in 1946 ook de eerste PvdA-fractie. Opereerde in die functie nogal solistisch. Kwam in 1951 in conflict met zijn partij over het beleid ten aanzien van Nieuw-Guinea en moest toen opstappen als fractievoorzitter. Pleitbezorger van Europese integratie, zorg voor het milieu, natuurbehoud en ontwikkelingssamenwerking. Was actief in het EGKS-parlement en het Europees Parlement. Kleurrijke, wat geaffecteerd sprekende, rebelse, maar ook vooruitziende figuur in sociaaldemocratische kring.
- 4.'Vadertje Drees'. Eén van de grootste twintigste-eeuwse politici, onder wiens leiding na de Bevrijding zowel de dekolonisatie als de wederopbouw plaatsvonden. Overtuigd sociaaldemocraat, maar wel zeer pragmatisch ingesteld ('niet alles kan, en zeker niet alles tegelijk'). Groeide op in Amsterdam en klom op van stenograaf, SDAP-wethouder van Den Haag en Kamerlid, tot minister en minister-president. Had als wethouder van Den Haag al voor 1940 een goede naam als bestuurder. In de oorlog enige tijd gijzelaar en centrale figuur in het politieke verzet. Bracht in 1947 als minister van Sociale Zaken de Noodwet Ouderdomsvoorziening tot stand, de voorloper van de AOW. Werd zowel daardoor, als door zijn leiderschap en soberheid een populair staatsman, ook buiten zijn eigen kring. Tien jaar premier van brede coalities waarvan PvdA en KVP de kern vormden. Had goede contacten met Beel. Brak in de jaren '70 met zijn partij, de PvdA, uit onvrede over de koers. Sober levende en altijd eenvoudig gebleven man, die een zeer hoge leeftijd bereikte.
- 5.Vooraanstaande VDB- en later PvdA-politicus. Geboren in Nederlands-Indië waar hij bij een spoorwegmaatschappij werkte. Kwam in 1925 in de Kamer en was vanaf 1933 fractievoorzitter tijdens het de kabinetten-Colijn waaraan ook de VDB met Oud op financiën deelnam. Na de oorlog kozen Joekes en Oud wel voor de stap naar de PvdA, maar bedankte Oud daarvoor al spoedig. In de PvdA-fractie steunde Joekes de Indië-politiek hoewel hij altijd gematigd voorstander van zelfstandigheid van Indië was geweest. Als minister van Sociale Zaken in de kabinetten-Drees I en Drees II bracht hij belangrijke wetten tot stand zoals de Wet op de ondernemingsraden en de Werkloosheidswet. Stond bekend als een innemende gentleman, maar kropte gevoelens van onvrede soms te veel op.
- 6.Staatsman, geschiedschrijver, staatsrechtgeleerde en voorman van de VDB en de VVD. Begon zijn loopbaan als kandidaat-notaris en belastingontvanger en was al op jonge leeftijd een vooraanstaand en veelzijdig Tweede Kamerlid. Trad in 1933 met Marchant toe tot het crisiskabinet-Colijn en voerde als minister van Financiën een strak bezuinigingsbeleid. In 1938 burgemeester van Rotterdam (tot 1952). Na de oorlog korte tijd lid van de PvdA, maar voelde zich daarin toch niet thuis en richtte met Stikker in 1948 de VVD op. Werd daarvan de onbetwiste politieke leider. Sprak met een wat hoge, zachte stem, maar had in de Kamer veel gezag door zijn kennis van het staats- en parlementsrecht. Kon overigens ook vilein uit de hoek komen en gold als autoritair. Schreef standaardwerken over de parlementaire geschiedenis.
- 7.Gezaghebbend religieus-socialist, partijbestuurder en medeoprichter van de PvdA. Was aanvankelijk onderwijzer, maar kreeg later gelegenheid om theologie te gaan studeren. Kwam toen in aanraking met het marxisme. Na zijn studie vrijzinnig-hervormd predikant en vanaf eind jaren'20 voorman van de religieus-socialistische beweging in Nederland. Tevens hoogleraar in Leiden. Partijbestuurder van de SDAP en vooraanstaand pacifist. Na de bevrijding actief in de Nederlandse Volksbeweging en voorzitter van het oprichtingscongres van de PvdA.
- 8.Medeinitiatiefnemer van de Nederlandse Volksbeweging en medeoprichter van de PvdA, die in opdracht van Wilhelmina in 1945 met Drees een kabinet formeerde waarvan hij minister-president werd. Na de verkiezingen van 1946 benoemd tot voorzitter van de Commissie-Generaal voor Nederlands-Indië om met de Indonesiërs te onderhandelen; een functie die hem veel smaad opleverde. Enige jaren Tweede Kamerlid en daarna teruggekeerd in de wetenschap. Als Eerste Kamerlid een gezaghebbend woordvoerder onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. Nuchtere Noord-Hollandse boerenzoon die als Delfts geodetisch ingenieur een wereldvermaard geleerde werd door de introductie van fotogrammetrie in de luchtkartering. Was in de jaren dertig actief als voorzitter van 'Eenheid door Democratie'. In de bezettingstijd betrokken bij het hooglerarenverzet en gijzelaar in Sint-Michielsgestel. Pas tegen het eind van zijn leven kreeg hij de waardering die hij verdiende.
- 9.PvdA-Tweede Kamerlid uit de kring van christensocialisten. Geboren in een eenvoudig Fries boerengezin, maar zelf werkzaam in Gouda als typograaf. Was daar ook raadslid. Werd in november 1945 als vertegenwoordiger van de protestantse CDU benoemd in het nood-parlement en 'brak door' naar de PvdA. Was eerder actief in de Christelijk-Sociale Partij, de Protestantse Volkspartij, bij de geheelonthoudersbond en in de christelijke vakbeweging. Vooral deskundig op het gebied van de volkshuisvesting. Matig spreker, maar een goed organisator.
- 10.Vooraanstaande Brabantse 'doorbraak'-socialist en voorman van de Katholieke Werkgemeenschap in de PvdA. Vicevoorzitter van de PvdA-Tweede Kamerfractie en in 1959 en 1963 PvdA-lijsttrekker in de zuidelijke provincies. Was in 1954 de voornaamste woordvoerder van de katholieken in de PvdA die zich keerden tegen het 'Mandement'. Hield zich als Kamerlid vooral bezig met culturele zaken en Koninkrijksaangelegenheden. Had grote belangstelling voor monumentenzorg. Verliet in 1970 de Kamer, omdat hij lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant was geworden.
- 11.Bijna vijfentwintig jaar buitenland-woordvoerder van de PvdA-Tweede Kamerfractie. Katholieke leraar en journalist bij het corporatische en 'groot-Nederlands'-gezinde blad Brabantia Nostra. Werd in het begin van de bezetting actief bij de Nederlandse Unie als exponent van de vleugel die weinig op had met de parlementaire democratie. Schoof door de Nazi-terreur echter op in democratische richting, werd journalist bij illegale bladen en brak in 1945 via de Nederlandse Volksbeweging door naar de PvdA. Was in die partij één van de leidende figuren van de Katholieke Werkgemeenschap. In de Kamer een belangrijk woordvoerder over Europese eenwording, vrede en veilgheid en vooral ontwikkelingssamenwerking, waarvoor hij zich als één van de eersten sterk maakte.
- 12.Bestuurder van christelijk-historischen huize, die na de bevrijding 'doorbrak' naar de PvdA. Voor de oorlog secretaris van de Rotterdamse Kamer van Koophandel en lid van de hoofdredactie van het CH-dagblad De Nederlander. In 1946 wethouder van Rotterdam. Werd na een korte periode Tweede Kamerlid te zijn geweest in 1948 burgemeester; eerst van Delft en daarna van Rotterdam. Combineerde dat met het Eerste Kamerlidmaatschap. Stond bekend als een regent met gevoel voor decorum. Door zijn integriteit, toewijding en bestuurskracht was hij echter zeer gezien bij de Rotterdamse bevolking.
- 13.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 14.De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) was een sociaaldemocratische partij, die lange tijd tevens republikeins en antimilitaristisch was. De SDAP werd in 1894 opgericht en kan als opvolger van de revolutionair-socialistische SDB (Socialistenbond) worden beschouwd. De partij was onderdeel van de socialistische zuil en nauw verbonden met organisaties als het NVV, dagblad Het Volk, de Arbeiderspers en de VARA. In 1946 ging de SDAP met VDB en CDU op in de PvdA.
- 15.Voorman van de PvdA in de jaren vijftig. Volgde in 1955 Koos Vorrink op als partijvoorzitter. In de oorlog actief in de illegaliteit. Was als Tweede Kamerlid een strijdbaar woordvoerder op het gebied van de defensie. Uitstekend spreker die als Kamerlid zo zorgvuldig formuleerde, dat de stenografen niets hoefden te schaven aan zijn stenogrammen. Overleed betrekkelijk jong. De PvdA eerde hem in een stichting die zich met de problematiek van de Derde Wereld bezighield.
- 16.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 17.Dit centrumlinkse kabinet van KVP, PvdA en ARP was het eerste sinds 1958 met de sociaaldemocraten. Minister-president was KVP-leider Jo Cals. Zijn kabinet volgde het kabinet-Marijnen op, zonder dat er tussendoor verkiezingen werden gehouden. Het kabinet-Cals stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had bij zijn aantreden op 14 april 1965 veel ambities.
- 18.De KVP was een christendemocratische partij, die, hoewel zij voor iedereen openstond, vrijwel uitsluitend aanhang had onder de katholieken. De partij was in 1945 de opvolger van de vooroorlogse RKSP. In 1980 fuseerde zij met ARP en CHU tot het CDA. De KVP had met name in sommige streken (Limburg, Noord-Brabant, delen van Gelderland, Twente) een sterke machtspositie.
- 19.Markant en welsprekend, protestants PvdA-Tweede Kamerlid, dat altijd 'het gehoor' van de vergadering had. In zijn jonge jaren evangelist en straatprediker. Moedig verzetsstrijder. Belangenbehartiger van Nederlanders in West-Duitsland. In de PvdA-fractie jarenlang woordvoerder binnenlandse zaken en justitie, met speciale belangstelling voor de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Voorstander van vergaande gemeentelijke herindeling. Verhinderde in 1964 vorming van een aparte Bijlmergemeente. Steunpilaar van de Republiek Zuid-Molukken en tegen overdracht van Nieuw-Guinea. Was ook actief in de gemeentepolitiek van Zeist. Fel gekant tegen strijdwijze van Nieuw Links.
- 20.Katholieke PvdA-politicus, doorbraak-socialist. Geboren in Heerlen, maar als zoon van een ambtenaar van Sociale Zaken opgegroeid in Den Haag. Werkte bij Gewestelijke Arbeidsbureaus en was daarvan in onder meer Dordrecht en Nijmegen directeur. In de oorlog een moedig verzetsstrijder, die onder andere betrokken was bij spionage-activiteiten. Belandde daardoor in gevangenschap. Was als Tweede Kamerlid een gerespecteerd specialist op het gebied van de sociale zekerheid en lange tijd fractiesecretaris. Werd in 1973 op het laatste moment geen minister (van Defensie) en stapte toen over naar de Raad van State. Onderscheiden met de Militaire Willemsorde.
- 21.Na de Tweede Wereldoorlog streefden progressieven naar een zogenaamde 'doorbraak': niet langer moest het 'geloof' bepalend zijn voor de politieke keuze. Progressieve katholieken en protestanten dienden zich aan te sluiten bij sociaaldemocraten en vrijzinnig-democraten in één progressieve partij.
- 22.Vooraanstaande sociaaldemocratisch politicus en vakbondbestuurder. Vertegenwoordiger van de (socialistische) vakbond in de PvdA-Tweede Kamerfractie. Typische selfmade man, die het in 1952 tot minister van Sociale Zaken bracht. Werd vooral bekend doordat hij de AOW tot stand bracht, maar tot zijn wetgevende prestaties behoren ook de Gezondheidswet en de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening. Ontwierp de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Keerde in 1959 terug in het parlement en werd in 1960 partijvoorzitter. In 1965 minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet-Cals. Werd reeds toen tussentijds uitgeschakeld door ziekte, en overleed enkele maanden na de val van het kabinet. Uitstekend spreker, die helder ingewikkelde onderwerpen kon uitleggen, en gewaardeerd minister, die het debat niet uit de weg ging.
- 23.Bekend en populair PvdA-Tweede Kamerlid, dat in heldere en vaak humoristische bewoordingen en met onmiskenbaar Rotterdams accent opkwam voor de belangen van consumenten. Kreeg daardoor bijnamen als 'prijzen-Gerda' en 'Gerda van de warme bakker'. Na invoering van de b.tw. politieke kwelgeest van minister De Block. Had haar bekendheid mede te danken aan radioprogramma's begin jaren zestig. Zette zich ook in voor beperking van de filmkeuring. Was aanvankelijk journaliste bij 'Het Vrije Volk' die onder andere reisverslagen maakte. Versloeg in 1961 het proces-Eichmann voor haar krant. Dochter van een vooraanstaande Rotterdamse socialist.
- 24.Belangrijk feministe en vooraanstaand PvdA-politica. Werkte bij de VARA en was universitair onderzoeker. Leidde vanaf 1975 een bureau op het gebied van beleidsonderzoek. Politiek actief als Eerste Kamerlid. Daarnaast vooral bekend als oprichtster van Man-Vrouw-Maatschappij en redactrice van 'Opzij'. In het tweede kabinet-Van Agt staatssecretaris van emancipatie en in het kabinet-Lubbers III minister van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur. Kwam met een Deltaplan voor het cultuurbehoud. Was daarna lijsttrekker bij de Europese verkiezingen en zat enige jaren in het Europees Parlement. Uitbundige, actieve vrouw die in staat was mensen te enthousiasmeren.
- 25.Markante, onconventionele en populaire PvdA-politicus. Was aanvankelijk banketbakker en werd na een korte periode als Tweede Kamerlid staatssecretaris van Volkshuisvesting in het kabinet-Den Uyl. Gaf een grote impuls aan de stadsvernieuwing. Werd daarna wethouder van volkshuisvesting in Amsterdam. Keerde in 1986 echter terug als Tweede Kamerlid. Hield zich toen vooral bezig met het midden- en kleinbedrijf. Moest wegens ziekte de politiek verlaten. Verscheen in de Kamer meestal in spijkerpak, zonder stropdas. Voorstander van duidelijk taalgebruik in de politiek en dominant bestuurder. Zijn bekendste uitspraak is: 'In ge-ouwehoer kun je niet wonen'.
- 26.Dit kabinet wordt beschouwd als het meest links-progressieve kabinet uit de parlementaire geschiedenis. Het kwam tot stand na de moeizame formatie die volgde op de verkiezingen van 1972 en was de opvolger van de kabinetten-Biesheuvel I en II. Het bestond uit bewindslieden van de PvdA, D'66, PPR, KVP en ARP onder leiding van PvdA'er Joop den Uyl.
- 27.Eerste vrouwelijke voorzitter van de Tweede Kamer en na de verkiezingen van 2002 een half jaar politiek leider van de PvdA. Dochter van een meubelmaker uit de Stellingwerven. Was actief bij de Rooie Vrouwen, bibliothecaresse van de Wiardi Beckman Stichting en assistent van partijvoorzitter Max van den Berg. Werd in 1981 Tweede Kamerlid. Ontpopte zich als een gedegen mediawoordvoerster. Na voorzitter van Kamercommissies te zijn geweest in 1998 tot Kamervoorzitter gekozen. Wist zich in die functie populariteit te verwerven door haar ongedwongen optreden. Was na de verkiezingsnederlaag van 2002 fractievoorzitter, maar werd in oktober dat jaar bij een ledenraadpleging verslagen door Wouter Bos. Werd twee jaar later gedeputeerde van Zuid-Holland, maar bleef dat slechts kort. In 2010 lijsttrekker van de PvdA bij de raadsverkiezingen in Den Haag en daarna acht jaar raadslid.
- 28.Uit Groningen afkomstige vakbondsbestuurder en politicus. Was in beide hoedanigheden zeer betrokken bij het wel en wee van de Nederlandse scheepvaart-, auto- en vliegtuigindustrie en streed voor het behoud van werkgelegenheid. Leidde als FNV-voorman onder meer stakingsacties bij de Ford-fabrieken. Als Kamerlid voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken. Was tevens voorzitter van de vakbond voor profwielrenners. Door vriend en vijand gewaardeerd om zijn directheid en spontaniteit; een man wars van dikdoenerij. Actief, gedreven en hardwerkend Kamerlid, dat vermoedelijk mede daardoor zijn gezondheid ondermijnde en tamelijk jong overleed.
- 29.Onconventionele PvdA-politicus, die Kamerlid en partijvoorzitter was. Voor hij in november 2006 in de Tweede Kamer kwam onder meer wethouder van sociale zaken, maatschappelijke zorg en sport in Utrecht. In de PvdA-fractie hield hij zich bezig vreemdelingen- en asielbeleid, de Wet werk en bijstand en armoedebestrijding. Maakte zich onder meer sterk voor het zogenoemde kinderpardon. Als partijvoorzitter, wat hij sinds 2012 was, voelde hij zich verantwoordelijk voor de zware verkiezingsnederlaag in 2017. Hij trad daarom terug. Viel op door zijn kleurrijke truien en duidelijke taalgebruik. Sinds 2018 is hij directeur van het Jeugdeducatiefonds.
- 30.Sharon Dijksma (1971) is sinds 17 december 2020 burgemeester van Utrecht. Zij was van 18 december 2012 tot 3 november 2015 staatssecretaris van Economische Zaken (met name voor landbouw) en van 3 november 2015 tot 26 oktober 2017 staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (met name voor milieu) in het kabinet-Rutte II. Van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 was zij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Balkenende IV. Verder was zij in de jaren 1994-2007, 2010-2012 en 2017-2018 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Zij was toen onder meer fractiesecretaris. In 1992-1994 was mevrouw Dijksma voorzitter van de Jonge Socialisten en in de periode 2018-2020 wethouder van verkeer en vervoer van Amsterdam. Bij haar aantreden als Tweede Kamerlid in 1994 was zij het tot dan jongste Kamerlid.
- 31.Uit de milieubeweging afkomstige politiek leider van de PvdA in de periode 2012-2017. Was campagneleider bij Greenpeace en directeur van een 'groen' energiebedrijf en stapte in 2003 over naar de politiek. Met Dijsselbloem en Depla één van de drie 'rode' ingenieurs in de fractie. Als Kamerlid woordvoerder duurzaamheid en later asielbeleid. Nadat hij begin 2012 via een interne verkiezing Job Cohen was opgevolgd, leidde hij zijn partij naar nieuwe regeringsdeelname in het kabinet-Rutte II. Werkte goed samen met premier Rutte en droeg sterk bij aan veel beleidsresultaten van dat kabinet, maar kon neergang van zijn partij niet keren. Nadat hij eind 2016 de strijd om het lijsttrekkerschap van Lodewijk Asscher had verloren, verliet hij de Nederlandse politiek. Stond bekend als slim, inventief, dossiertijger en vasthoudend debater. In 2019-2024 was hij kabinetschef van de Nederlandse eurocommissaris en nu voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Gasunie.
- 32.Lodewijk Asscher (1974) was van 23 maart 2017 tot 31 maart 2021 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Tot 14 januari 2021 was hij tevens fractievoorzitter, totdat hij die functie neerlegde vanwege zijn vertrek als beoogd lijsttrekker. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was de heer Asscher vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Rutte II. Hij was in 2006-2012 wethouder van Amsterdam (sinds 2010 was hij belast met financiën, onderwijs en jeugdbeleid). Eerder deed hij onderzoek naar communicatiegrondrechten. In 2010 was hij enige maanden waarnemend burgemeester van Amsterdam. Sinds maart 2022 is hij consultant bij organisatiebureau Van der Bunt.
- 33.Lilianne Ploumen (1962) was van 23 maart 2017 tot 22 april 2022 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Van 14 januari 2021 tot en met 12 april 2022 was zij fractievoorzitter en bij de verkiezingen van 2021 lijsttrekker. Van 5 november 2012 tot 26 oktober 2017 was mevrouw Ploumen minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in het kabinet-Rutte II. Eerder was zij van 6 oktober 2007 tot 22 januari 2011 voorzitter van de PvdA. Daarvoor was mevrouw Ploumen onder meer werkzaam bij Plan International, Mama Cash en Cordaid. Bij laatstgenoemde organisatie was zij directeur in de periode 2004-2007. In de Tweede Kamer was zij tevens woordvoerster buitenlandse zaken en zorg (cure).
- 34.Khadija Arib (1960) was vanaf 19 mei 1998 tot 4 november 2022, met een onderbreking van 30 november 2006 tot 1 maart 2007, lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Van 13 januari 2016 tot 7 april 2021 was zij voorzitter van de Tweede Kamer. Mevrouw Arib is van Marokkaanse afkomst en kwam op haar vijftiende naar Nederland. Zij was voor zij Kamerlid werd onder meer waarnemend hoofd en senior-beleidsmedewerker Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg van de gemeente Amsterdam. In de Tweede Kamer hield zij zich bezig met gezondheidszorg, medisch-ethische vraagstukken, bestrijding van mensenhandel en zedenwetgeving. Zij was voorzitter van de algemene commissie voor Jeugdzorg en gedurende korte tijd van de tijdelijke commissie corona.