Artikel 97: Overleg tussen lidstaat en Commissie bij mogelijke distorsie mededinging

96
Artikel 97
98
  • 1. 
    Wanneer er aanleiding bestaat te vrezen dat de vaststelling of de wijziging van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling een distorsie in de zin van artikel 96 i veroorzaakt, raadpleegt de lidstaat, die daartoe wil overgaan, de Commissie. Na de lidstaten te hebben geraadpleegd, beveelt de Commissie de betrokken staten passende maatregelen aan om deze distorsie te voorkomen.
  • 2. 
    Indien de staat die nationale bepalingen wil vaststellen of wijzigen niet handelt overeenkomstig de aanbeveling welke de Commissie hem heeft gedaan, kan bij toepassing van artikel 96 van de andere lidstaten niet worden verlangd dat zij hun nationale bepalingen wijzigen om deze distorsie op te heffen. Indien de lidstaat die aan de aanbeveling van de Commissie geen gevolg heeft gegeven, een distorsie veroorzaakt waarvan alleen hijzelf nadeel ondervindt, zijn de bepalingen van artikel 96 niet van toepassing.

1.

Ontwikkeling artikel

1957
  • 1. 
    Wanneer er aanleiding bestaat te vrezen dat de vaststelling of de wijziging van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling een distorsie in de zin van het voorgaande artikel veroorzaakt, raadpleegt de Lid-Staat die daartoe wil overgaan, de Commissie. Na de Lid-Staten te hebben geraadpleegd, beveelt de Commissie de betrokken Staten passende maatregelen aan om deze distorsie te voorkomen.
  • 2. 
    Indien de Staat die nationale bepalingen wil vaststellen of wijzigen, niet handelt overeenkomstig de aanbeveling welke de Commissie hem heeft gedaan, kan bij toepassing van artikel 101 i van de andere Lid-Staten niet worden verlangd dat zij hun nationale bepalingen wijzigen om deze distorsie op te heffen. Indien de Lid-Staat die aan de aanbeveling van de Commissie geen gevolg heeft gegeven, een distorsie veroorzaakt waarvan alleen hijzelf nadeel ondervindt, zijn de bepalingen van artikel 101 niet van toepassing.
2002
  • 1. 
    Wanneer er aanleiding bestaat te vrezen dat de vaststelling of de wijziging van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling een distorsie in de zin van artikel 96 i veroorzaakt, raadpleegt de lidstaat, die daartoe wil overgaan, de Commissie. Na de lidstaten te hebben geraadpleegd, beveelt de Commissie de betrokken staten passende maatregelen aan om deze distorsie te voorkomen.
  • 2. 
    Indien de staat die nationale bepalingen wil vaststellen of wijzigen niet handelt overeenkomstig de aanbeveling welke de Commissie hem heeft gedaan, kan bij toepassing van artikel 96 van de andere lidstaten niet worden verlangd dat zij hun nationale bepalingen wijzigen om deze distorsie op te heffen. Indien de lidstaat die aan de aanbeveling van de Commissie geen gevolg heeft gegeven, een distorsie veroorzaakt waarvan alleen hijzelf nadeel ondervindt, zijn de bepalingen van artikel 96 niet van toepassing.