Geef zekerheid voorrang op flex - Main contents
Langzaam maar zeker zijn in Nederland eerste- en tweederangs werknemers ontstaan. Er is een grote groep flexwerkers met tijdelijke contracten en uitzendbaantjes bijgekomen, die niet doorstroomt naar zeker werk. Door deze toename van flexkrachten worden mensen die vaak jaren hetzelfde werk doen fundamenteel anders behandeld dan vaste krachten. De sterke groei van onzeker werk is niet enkel slecht voor de mensen die hiertoe worden gedwongen, maar heeft ook negatieve effect op de arbeidsproductiviteit van een grote groep Nederlandse arbeidskrachten. Ook zorgt het onzekere bestaan tot lagere uitgaven, wat het economisch herstel bemoeilijkt. De arbeidsmarkt moet dus op de schop, voor werknemers, werkgevers en de Nederlandse economie. Daarom komen SP en PvdA met een wetsvoorstel dat de toenemende ongelijkheid tussen werknemers aan moet pakken.
Mariëtte Hamer, Kamerlid voor de PvdA, en Paul Ulenbelt, Kamerlid voor de SP
In Nederland wordt al jaren oogluikend toegestaan dat twee mensen die bij dezelfde baas hetzelfde werk doen, volstrekt verschillend behandeld worden. Deze wettelijk toegestane achterstelling wordt veroorzaakt door een sterke toename van het aantal flexwerkers, mensen zonder vast contract. Waar flexwerk in vroegere tijden bedoeld was om in tijden van drukte of ziekte problemen op te vangen, worden flexwerkers nu vaak als een vaste flexibel inzetbare schil naast het vaste personeel ingezet. En omdat het steeds langer duurt voor mensen een vast contract krijgen, ontstaat een groep tweederangs werknemers. Mensen die fatsoenlijk werk doen, maar nergens een hypotheek kunnen krijgen en soms niet eens weten of ze over een maand nog werk en inkomen hebben.
Daarnaast zullen deze mensen nooit de ontslagvergoeding krijgen die vaste medewerkers wel genieten. Hierdoor wordt willekeur in de hand gewerkt en als iemand ontslagen wordt staat diegene meteen met lege handen:, zonder inkomen, zonder bijscholing, zonder rechten. Bovendien draagt de complete samenleving de lasten van een toenemende groep flexwerkers. Ten eerste, omdat werkgevers minder investeren in scholing van flexwerkers. In een economie die in toenemende mate afhankelijk is van kennis en innovatie, heeft dit een negatief effect op economisch herstel. Daarnaast komen er veel flexwerkers in de WW terecht, die door ons allemaal wordt betaald.
Deze analyse is niet nieuw. Maar omdat partijen elkaar de afgelopen tijd in een wurggreep hebben gehouden, ontbrak de politieke moed om hier iets aan te doen. Daarom presenteren wij een wet, waarin tien voorstellen staan om de positie van flexwerkers te verbeteren. Zo wordt de impasse en de groeiende ongelijkheid op de arbeidsmarkt doorbroken.
Door van vast werk weer de standaard te maken, verwordt tijdelijk werk weer tot wat het zou moeten zijn: de uitzonderlijke oplossing voor uitzonderlijke situaties. Dit doen we ondermeer door de duur van flexibele contracten te beperken tot maximaal twee jaar. Daarna gaat een flexibel contract automatisch over in een vast contract. Er komt een opzegtermijn voor tijdelijke contracten en uitzendwerk, zodat werknemers tijdig weten dat ze op zoeken moeten naar nieuw werk. Als het flexwerk afloopt krijgt de werknemer een vergoeding om de periode naar nieuw werk te overbruggen of in te kunnen zetten voor voor scholing. Natuurlijk moet daar iets tegenover staan. Daarom worden werkgevers die mensen een vast contract aanbieden beloond met een lagere WW-premie. Ook op de arbeidsmarkt gaat de vervuiler betalen. Het zijn immers de werkgevers die te pas en te onpas mensen tijdelijk in dienst nemen en ontslaan, die een buitenproportioneel groot beroep doen op de pot met WW-premie.
Een ander voorstel dat de positie van werknemers zal verbeteren is het aanpakken van de nadelen van het fenomeen payrolling. Hiermee wordt met behulp van een tussenpersoon - een salarisadministratiekantoor - de verantwoordelijkheid bij de feitelijke werkgever weggenomen. Feitelijk is dit niets minder dan het gebruik maken van een gat in de wet om aan de verantwoordelijkheden van een werkgever te ontvluchten en het eigen ontslagrecht te versoepelen. Voortaan heeft elke werknemer weer maar een werkgever: het bedrijf waar hij heeft gesolliciteerd en waar hij elke dag gaat werken. Uitbesteding van de personeelsadministratie of salarisuitbetalingen, het voordeel waarvoor payrolling ooit bedoeld was, blijft gewoon mogelijk.
Met onze wet wordt een steeds grotere groep flexwerkers geholpen in hun zoektocht naar meer zekerheid. Daarnaast wordt de valse concurrentie op arbeidsvoorwaarden beëindigd, wordt de economie weer op gang geholpen door hogere consumptie-uitgaven en de voortdurende scholing en productiviteit van werknemers waar de eenentwintigste eeuw om vraagt. Zo wordt de arbeidsmarkt opnieuw vormgegeven, op een manier die bij 2012 past.
Deze column verscheen eerder op www.joop.nl