‘Doe-het-zelf burger’ of Doe het zelf, burger? - Main contents
DEN HAAG (PDC i) - Tijdens de bijeenkomst Doe-het-zelf burger op 6 september richtten verschillende sprekers zich op de verhouding tussen burger en overheid. Aanleiding was de presentatie van het rapport van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling i, ‘De nieuwe regels van het spel’.
RMO-raadslid Bart Drenth gaf een presentatie over dit rapport.
De RMO heeft zich gebogen over de vraag wat de nieuwe media betekenen voor relatie burger, overheid en media. In 2003 heeft de RMO al gewezen op de medialogica en het gevaar dat er een verlies van vertrouwen in de politiek uit voort zou kunnen komen.
Die medialogica kent een dynamiek die leidt tot een wurggreep tussen media en politiek, waardoor vertrouwen in politiek en media een deuk oploopt. Hierop voortbouwend ging de RMO bezig met nieuwe media, zoals Twitter. Dit leidt tot een aantal dilemma’s en paradoxen:
-
-Burgers hebben meer de mogelijkheid om zich te mengen en doen dat dus ook. Maar dit vergroot misschien de kloof juist.
-
-Openheid van nieuwe media lijkt groter dan die is. Niet iedere burger kan zich op dezelfde manier van de nieuwe media bedienen.
-
-De nieuwe media zijn een correctiefactor op de oude media, maar nemen soms dezelfde rol van de oude media over.
-
-De nieuwe media bieden gelegenheid om debat te beïnvloeden. Diepgaand debat is in de praktijk soms eerder de snelheid en oppervlakkigheid aanjagen.
Vervolgens reageerde publiciste Karin Spaink i op het RMO-rapport door de stellen dat het ook erg belangrijk is om de technologie achter de nieuwe media aan een grondig onderzoek te onderwerpen. De beveiliging van de technologieën laat nog veel te wensen over.
Vanuit de gemeente Breda sprak Marieke Beekers. Zij heeft in de stad een programma opgezet om het contact tussen burger en ambtenaren te verbeteren. Brieven van de gemeente werden via internet aan burgers voorgelegd met de vraag hierop te reageren. Dit leidde tot verbeterde brieven, die tot tevredenheid van de burger leidde. Dit is een praktijkvoorbeeld van de mogelijkheden om via internet het contact tussen overheid en burger te verbeteren.
Na de pauze werd de focus verlegd naar Europa. Wybe Douma i van het Asser Instituut besprak de mate van transparantie en mogelijkheden voor inspraak binnen de Europese Unie.
Hoewel Brussel zeer transparant is, is op sommige vlakken die transparantie nog niet zo groot.
-
1)Ze zijn transparant omdat ze in alle talen alle (ontwerp-)wetten en inspraak online zetten. Alles is te volgen via internet
-
2)Er wordt te tijd voor genomen om de meningen te analyseren en er wordt een reactie verplicht gesteld vanuit de Europese ambtenarij (bijv. bij kritiek op ontwerpwet).
In Europa wordt stelselmatig gecontroleerd of de wetgeving nuttig is, of het doet wat het zou moeten doen. De burger kan daar zijn/haar mening over geven. De wetgeving wordt dus geëvalueerd, zodat het verbeterd kan worden.
In veel gevallen moet je in Brussel zijn om invloed uit te oefenen of beleid, zelfs als dat beleid uiteindelijk in Nederland gemaakt moet worden.
Dat de Europese manier van werken als voorbeeld dient bleek uit de bijdrage van Arno Schepers van de gemeente Zeist. Deze gemeente heeft een grote bezuinigingsronde geëntameerd op een manier die doet denken aan de Europese werkwijze met inspraak, groen- en witboeken.