Verklaring van Berlijn

Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Verdragen van Rome i is op zondag 25 maart 2007 de zogenaamde 'Verklaring van Berlijn' ondertekend. Het document spreekt de intentie uit om nog vóór de Europese verkiezingen van juni 2009 de Europese Unie een "vernieuwde gemeenschappelijke basis" te geven. De tekst kreeg de steun van de leiders van alle 27 EU-lidstaten en is onderaan te downloaden in het documentenoverzicht.

1.

Van een Europese Grondwet naar een nieuw verdrag

De Verklaring van Berlijn gaf een nieuwe impuls aan de hervorming van de Europese Unie, die stagneerde na het dubbele 'nee' tegen de Europese Grondwet volgend op het Franse referendum van 29 mei 2005 i en het Nederlandse referendum van 1 juni 2005 i. De Verklaring mijdt met zorg de begrippen 'grondwet' en 'constitutie', en spreekt slechts over een "vernieuwde gemeenschappelijke grondslag".

In De Telegraaf van 24 maart 2007 verklaarde premier Jan Peter Balkenende i:

"De term 'grondwettelijk verdrag' was in elk geval bijzonder ongelukkig gekozen. Dat riep het idee op van Brussel als een superstaat. We moeten juist werken aan een verandering van de bestaande Europese verdragen. Zowel de vorm als de inhoud moet daarom anders.

Schrap het grondwettelijk karakter, plus alle symboliek van de 'staat' die daarbij hoort. Er moeten ook dingen versterkt worden: de voorwaarden aan de uitbreiding, de rol van nationale parlementen."

Verwante passages uit de Europese Grondwet:

2.

Duiding van de Verklaring van Berlijn

De huidige Europese samenwerking in EU-verband is grotendeels gestoeld op twee verdragen (het VEG en het VEU). Op 29 oktober 2004 plaatsten de regeringsleiders en staatshoofden van alle EU-lidstaten hun handtekening onder de Europese Grondwet. Dit document voegt de twee huidige verdragen samen, waarbij veel bepalingen zijn gewijzigd.

Het startsein voor de Europese Grondwet werd in december 2001 gegeven door de Verklaring die tijdens een Europese top in Laken i was geformuleerd. "Laken" motiveerde de noodzaak om te komen tot een nieuw verdrag als volgt:

  • 1. 
    het verkleinen van de kloof tussen de burger en de Europese instellingen in Brussel, Luxemburg en Straatsburg
  • 2. 
    hervorming van het Europese institutionele bouwwerk om als Europese Unie te kunnen blijven functioneren na de uitbreiding met twaalf nieuwe lidstaten
  • 3. 
    versterking van de positie van de Europese Unie in de wereld

Nieuwe motivering

De huidige Verklaring van Berlijn legt vrijwel uitsluitend het accent op de derde drijfveer: "Wij staan voor grote uitdagingen, die niet stoppen bij nationale grenzen. [Wij kunnen] de toenemende wereldwijde verwevenheid van de economie en de concurrentie op de internationale markten vormgeven naar onze waarden."

De verklaring geeft vervolgens een opsomming van belangrijke thema's, waarvoor de "politieke vorm van Europa aan de eisen van de tijd moet worden aangepast". Deze omvatten onder meer:

  • de gezamenlijke aanpak van terrorisme, georganiseerde criminaliteit en illegale immigratie,
  • een Europa dat het voortouw neemt bij de vreedzame oplossing van conflicten in de wereld
  • een gezamenlijk beleid op het gebied van energie en milieu, en een bijdrage leveren aan de afwending van de mondiale dreiging van klimaatverandering

Deze drie thema's worden hieronder uitgebreid behandeld.

Accentverschillen

De accentverschillen tussen de verklaringen van Laken en Berlijn zijn interessant. In "Laken" waren belangrijke doelstellingen het verkleinen van de kloof tussen Brussel en de burger, en de hervorming van Europese instellingen. Ondanks of juist dankzij de referendumuitslagen in Frankrijk i en Nederland i zijn deze doelstellingen in "Berlijn" als motivering verdwenen.

In de analyses over het referendum kwam naar voren dat (naast binnenlandse oorzaken) het "nee" een meerderheid kon halen door gebrek aan informatie en door angst voor verlies van nationale soevereiniteit (NIPO-peiling, juni 2005). Daar staat tegenover dat onderhandelingen over EU-organen garant staan voor politiek vuurwerk. Met name het debat over de nieuwe stemverhoudingen in de Raad i zorgde in het najaar van 2003 voor ongemeen felle discussies tussen grote landen, waardoor de onderhandelingen over de Europese Grondwet krakend tot (tijdelijke) stilstand kwamen.

Het is logisch dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel zich niet wilde branden aan een nieuw debat over de Europese instellingen. Zij zette in op handhaving van de moeizaam bereikte compromissen uit mei en juni 2004. Bovendien speelden institutionele hervormingen binnen de Europese Unie geen doorslaggevende rol speelden in het uiteindelijke "nee" tijdens de Frans/Nederlandse referenda. Ten slotte moest Merkel rekening houden met het feit dat 18 van de 27 EU-landen al 'ja' hadden gezegd tegen de Europese Grondwet, met de daarin bekrachtigde hervormingen van de Europese instellingen.

3.

Thema's uit de Verklaring van Berlijn

De Verklaring van Berlijn noemt enkele beleidsterreinen waar een uitbreiding van "Europese" bevoegdheden gewenst is. Wellicht wordt dit de inzet van nieuwe onderhandelingen tussen EU-lidstaten, wanneer zij werken aan een "vernieuwde gemeenschappelijke basis" voor de Europese Unie. Het betreft:

1. Gezamenlijke aanpak van terrorisme, georganiseerde criminaliteit en illegale immigratie

De huidige afspraken voor samenwerking op dit gebied gaan terug naar de Verdragen van Maastricht (1992) en Amsterdam (1997). Een expliciete verwijzing naar deze thema's in de Verklaring kwam er na een stevige lobby van de Spaanse premier Zapatero, mede omdat Spanje de afgelopen jaren te maken heeft met een forse instroom van Afrikaanse migranten.

De Europese Grondwet stelde bij de beleidsformulering op deze terreinen een grotere rol vast voor het Europees Parlement. Ook zou het functioneren van instellingen als Europol en Eurojust met de Europese Grondwet verbeteren.

2. Voortouw bij vreedzame oplossing conflicten in de wereld

Een belangrijk nieuw element uit de Europese Grondwet is een hoofdstuk over defensiebeleid. De Europese Grondwet gaat hiermee een stuk verder dan de huidige Europese verdragsbepalingen.

Sinds 2004 hebben diverse militaire missies onder EU-vlag plaatsgevonden (bijv. in Kinshasa, Oost-Congo en Kosovo). Daarnaast is in januari 2005 een Europees Defensie Agentschap opgericht voor onder meer het realiseren van een vrije interne markt voor de aanbesteding van defensie-opdrachten, het ontwikkelen van een beleid voor satellietcommunicatie, en investeringen in onbemande gewapende luchtvaartuigen.

Gesteld kan worden dat de verdragsbepaling uit de Europese Grondwet eerder een bekrachtiging was van de huidige praktijk, dan dat sprake was van een radicale nieuwe weg in de Europese samenwerking.

3. Energie en klimaatverandering

Energie lijkt nieuwe hoekstenen te worden van het Europees beleid. In dit verband is het interessant op te merken dat Nederland zich tijdens de onderhandelingen over de Europese Grondwet hard heeft opgesteld op het punt van energie. Eigenlijk wenste de Nederlandse (en de Britse) regering geen bepaling over energie in het Europese Verdrag, uit angst dat een energie-artikel inbreuk kon maken op de soevereiniteit van lidstaten ten aanzien van hun nationale energiebronnen.

Deze bepaling heeft de Europese Grondwet - na invoeging van de nodige waarborgen - pas op het allerlaatste moment gehaald.

Het energievraagstuk is recent echter een Europese beleidsprioriteit geworden nadat de Russische regering twee keer de gastoevoer naar de Europese Unie blokkeerde. Na onenigheid over de gasprijs sloot Moskou in januari 2006 gedurende twee dagen de gastoevoer naar Oekraïne. Hierdoor vond ook geen doorvoer meer plaats naar de Europese Unie. In januari 2007 ontstond een soortgelijke situatie, toen Moskou enige tijd lang de pijplijn naar Wit-Rusland afsloot wegens illegale aftappingen, waardoor ook toen de gaslevering naar de Europese Unie via Polen stokte.

4.

Deelnemers

De Verklaring van Berlijn is namens alle staatshoofden en regeringsleiders van EU-lidstaten getekend door:

  • de Duitse bondskanselier Angela Merkel, in haar hoedanigheid als voorzitter van de Europese Raad,
  • de voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barrosso i, en
  • de voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering i.

5.

Tijdpad

Met de ambitie om in juni 2009 een nieuwe gemeenschappelijke basis te hebben voor de Europese Unie, dringt het volgende tijdpad zich op:

 

datum

gebeurtenis

21/22 juni 2007

Europese Raad van regeringsleiders,
afspraak over instelling van een nieuwe Intergouvernementele Conferentie (IGC) voor wijziging van de EG- en EU-verdragen

1 juli 2007

Portugal neemt EU-voorzitterschap over van Duitsland

23 juli 2007

start van een Intergouvernementele Conferentie (IGC)

oktober 2007

streefdatum totstandkoming nieuw(e) en/of gewijzigd(e)
verdrag(en)

2008/2009

goedkeuringsprocedures in de 27 EU-lidstaten

april/mei 2009

streefdatum voor de afronding van het goedkeuringsproces

juni 2009

verkiezingen voor een nieuw Europees Parlement

oktober 2009

instelling nieuwe Europese Commissie