EP debatteert over resultaten Europese Raad 25-26 maart 2004 inzake grondwet en Gijs de Vries - Main contents
Gezamenlijke ontwerpresolutie naar aanleiding van de verklaringen van Raad en Commissie over de resultaten van de Europese Raad van 25-26 maart 2004
Doc.: RC5-0165/2004
Procedure : Ontwerpresolutie
Debat : 31 maart 2004
Stemming : 1 april 2004
Ontwerpresolutie aangenomen
Het Parlement neemt een aantal amendementen aan op de resolutie inzake de bijeenkomst van de Europese Raad op 25-26 maart 2004. De belangrijkste amendementen behelzen het volgende. Het Parlement wil dat de plechtige ondertekening van het toekomstige Grondwetsverdrag in Madrid plaatsvindt. Dit zou een symbolische handeling zijn om aan te geven dat de beste reactie op terrorisme gelegen is in de kracht van de Europese instellingen en het uitbouwen van een proces van democratische participatie.
Het EP is verheugd over de steun van de Europese Raad voor het voorstel van het Parlement om een Europese Dag voor slachtoffers van terrorisme in te stellen. De leden bewonderen het voorbeeldige gedrag van de bevolking van Madrid en de Spaanse samenleving in haar geheel tegenover de afschuwelijke terreurdaden van 11 maart. De leden prijzen het gedrag van de Spaanse burgers, de doelmatigheid van de reddingsdiensten en de bijstand voor de slachtoffers en hun familie. De leden loven nadrukkelijk dat er, ondanks de dramatische gebeurtenissen, op geen enkel moment sprake was van vijandig gedrag tegenover buitenlanders, bepaalde godsdiensten of landen.
Het Parlement neemt nota van het besluit van de Raad om Gijs de Vries i als 'terrorisme-tsaar' aan te stellen. Het EP verwacht dat deze post deel zal gaan uitmaken van de gezamenlijke administratie tussen Raad, Commissie en lidstaten nadat de grondwet van kracht is geworden, hetgeen wil zeggen dat de werkzaamheden van De Vries onderworpen zullen zijn aan de parlementaire en gerechtelijke controle van de EU. Helaas moet het EP vaststellen dat de lidstaten in theorie de strijd tegen het terrorisme steunen, maar dat zij onvoldoende steun verlenen voor een toereikende EU-financiering.